SPONSORFIETSTOCHT ROEMENIE
een prachtige fietstocht naar een mooi maar arm land.
 

REISVERSLAG

 
 
   deel 1    Vooraf          deel 2    Nederland en Duitsland          deel 3    Tsjechie, Oostenrijk en Hongarije          deel 4    Roemenië

 

Vooraf

Eigenlijk hoort dit verhaal niet onder de rubriek "vakantiereizen". Immers een sponsorfietstocht is meer gericht op het fietsen en het goede doel dan op het mooie landschap en de bezienswaardigheden onderweg. Toch heb ik besloten ook het verslag over deze fietstocht op mijn website te zetten en ik hoop dat mijn verslag met genoegen gelezen zal worden.

De 'Roemenië-fietsers', Bennie van der Heide en Gatze Hoeben ontbreken op de foto

Eerst iets over de aanleiding voor deze sponsorfietstocht. Daartoe laat ik journalist Johan Vogelzang graag aan het woord in de Friesland Post van april 2004:
Het Roemeense dorp Schitu Stavnic is net zo groot als Earnewâld. Maar de 150 gezinnen in dat dorp hebben geen stromend water en kunnen zich niet eens regelmatig wassen. De Stichting Roemenië Garyp-Earnewâld wil er graag een gebouw met sanitaire en medische voorzieningen neerzetten. Hoe ze daarvoor geld binnenhalen? Met een fietstocht. ln de maand mei zal een aantal enthousiaste fietsers de drieduizend kilometer van Earnewâld naar Schitu Stavnic - achter de Karpaten op 20 kilometer van de Russische grens - afleggen. Bezweet zullen ze aankomen, douchen kan (nog) niet. De Stichting Roemenië Garyp-Earnewâld heeft daarom samen met een lokale aannemer en deskundigen uit Nederland bouwtekeningen gemaakt en vergunningen gekregen om een gebouw voor sanitaire en medische voorzieningen in Schitu-Stavnic neer te zetten. Van de benodigde 200.000 euro is inmiddels 50.000 binnen en men hoopt met de fietstocht minimaal 75.000 euro's bij elkaar te pedaleren.
De fietsers kunnen door iedereen per kilometer worden gesponsord, de stichting hoopt op 25 euro per duizend meter. Om de monstertocht onder de aandacht te brengen wordt op 17 april een grootscheepse fietstocht gehouden door heel Fryslan, met een reclamekaravaan. Op deze manier hoopt men de reeds behaalde sponsoren voor het voetlicht te brengen en nieuwe sponsoren te bereiken.
Onder de achttien fietsers die de uitdaging zijn aangegaan zit elfstedentocht-voorzitter Henk Kroes, de man uit Boazum die vorig jaar al vanuit Rusland naar Nederland fietste. Voor deze prestatie en voor zijn algehele passie voor sport en goede doelen ontving Kroes in januari tienduizend euro van het bedrijf Hendriks UTD, de zogeheten Kernwaarden Passie Award. Dat bedrag stortte hij op de bankrekening van de Stichting Roemenië Garyp-Earnewâld.
Andere fietsers die de tocht gaan ondernemen zijn onder andere Karst Berkenbosch uit Oldeberkoop, hij zal regelmatig verslag uitbrengen voor Omrop Fryslân. Ook Klaas Dankert, oud-burgemeester uit Sint Annaparochie, is van de parij. Piet Kapenga uit Buitenpost, van de gelijknamige woonwinkel, doet ook mee en heeft de ploeg volledig in tenue gestoken, overigens in de nationale kleuren van Roemenië.

Klaar voor de start voor de oefentocht op 20 maart

Zo'n tocht begin je niet zonder voorbereiding. Verleden herfst hebben we al een eerste oefentocht met de groep gemaakt, om het Lauwersmeer heen. Het waaide hard, koud en dikke buien. Nat, verkleumd en van boven tot onderen onder de modder van de bietenwegen kwamen we weer in Garyp terug. Onderweg had ik het een paar keer best moeilijk gehad om bij te blijven en één keer had ik zelfs moeten afhaken. Mijn conclusie wat duidelijk: "Ik zal nog het nodige moeten bijspijkeren!"
Atje Keulen Deelstra lost het startschot Van onze ploegleidster Boukje de Jong hadden we een ambitieus trainingsschema meegekregen. Ik heb me er niet helemaal aan gehouden maar op het laatst wel alle weken een paar keer een rondje van 100 kilometer.
Op 20 maart stormde het "dat it rikke" tijdens de oefentocht. Op het vlakke stuk kon ik me nu aardig in de ploeg handhaven. Bij een trainingsrit op de Holterberg moest ik ervaren dat bergop mij erg veel moeite kostte en dat ik geheid als laatste bovenkwam. Eind maart zijn we drie dagen wezen fietsen in Sauerland. Daar heb ik veel profijt van gehad, je moet even uitvinden wat voor jou de juiste schakeling is: te klein, dan blaas je jezelf op en te groot, dan trek je het niet. Maar je moet je kracht wel kunnen benutten, dus niet té klein.
Na op 17 april nog een promotietour door Friesland was op 8 mei de start in Garyp en kon de tocht beginnen.

Voor dit verslag heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de foto's, die Henk Kroes heeft gemaakt. En bij de vermelde afstanden moet worden aangetekend, dat mijn teller erg royaal telt. Het werkelijk aantal kilometers is dus wat lager.

 

 

Nederland en Duitsland

Dag 1 Garyp - Emmen.
 

Zaterdag, 8 mei

Garyp - Emmen, afstand: 151 km.

Het bord met de route Eindelijk de dag van vertrek. Na maanden van voorbereiding, training en vergaderingen gaat de sponsorfietstocht nu los. Nu laten we de boel maar de boel.
In het Geahûs in Garyp is het een drukte van belang. Harriët, Theunis en Gea zijn ook gekomen om ons uit te zwaaien. Nog een zoen van Truida, het startschot van Atje Keulen-Deelstra en daar gaat-ie onder een bemoedigend applaus van de achterblijvers.
De eerste kilometers fietsen vlot weg en na Siegerswoude is het al tijd voor de eerste stop. Lekkere koffie, broodjes en een banaan. Voor de volgende vijftig kilometer een handvol krenten en een paar druivensuikertjes.
Lieuwkje en Tine We volgen nu een prachtige route door het Drentse. Tussen Vries en Zijen, net na een bocht grote consternatie. Links van de weg ligt een fietser in een vreemde houding voorover in de berm, half onder zijn fiets. De "deskundigen" onder ons constateren, dat hij al niet meer in leven is en dat hij er ook al even heeft gelegen, waarschijnlijk een hartstilstand. Snel 112 gebeld en politie en ambulance zijn al onderweg. Eén van de volgauto's en Joop Atsma, die vandaag meefietst, blijven achter. De rest van de groep vervolgt zijn weg, toch wel wat in een bedrukte stemming.
Bij Gieten op het parkeerterrein van een grote bouwmarkt de volgende pauze. De bouillon is heerlijk en weer een paar krentenbolletjes soldaat gemaakt; we hebben de komende weken nog een heel eind voor de boeg. Als toetje een bakje melk met cornflakes. Nog een muslireep en we kunnen weer verder. Bij Drouwenerzand is het compleet kermis. Het is er een drukte van jewelste van dagjesmensen met hun kinderen.
Het lijkt wel een puzzel Door Borger naar Buinen. Daar steken we de Hondsrug over - we zullen ze deze reis wel hoger krijgen - richting Nieuw Buinen. Voor Nieuw Buinen slaan we af en fietsen door Buinerveen. We zijn nu echt in de veenkoloniën, weer een heel ander landschap.
In 2e Exloërmond staat Emmen al op de wegwijzer. Valtermond en Weerdinge door en na 150 kilometer, midden in Emmen onze eerste camping naast het zwembad. Op een grasveldje de tentjes opgezet. De grote tent wordt voor het eerst opgezet, dat is een heel karwei. Bennie heeft kennelijk een paar nieuwe klompen gekocht, speciaal voor deze tocht.
Na een lekkere douche het avondeten: soep, boerenkool met worst en een heerlijk toetje. Dat smaakt uitstekend! De kant-en-klaarmaaltijden zijn in de meegebrachte oven verhit. De generator maakt nogal wat lawaai.
Mijn badslippers zijn "nôch", alle twee de banden scheuren gewoon van de zolen af. Ik heb ze ook in tien jaar niet gebruikt, schat ik. In Duitsland maar een paar nieuwe kopen.

 

Dag 2 Emmen - Rieste.
 
Zondag, 9 mei

Emmen - Rieste, afstand: 150 km.

Inladen Vanmorgen kwart over zes, nog vóór het wekkertje was afgegaan, er al uit. Rondom zijn ze al druk in de weer. Vannacht heel lekker gelegen en ook nog aardig geslapen. Snel aankleden en naar het washok om te scheren en te wassen. Dan de boel inpakken en de tent afgebroken. Het tentzeil is nog kleddernat maar het afbreken gaat lekker vlot. Met elkaar rond de tafel voor het ontbijt en dan snel de grote tent helpen afbreken. Kwart over acht fietsen we van de camping af toegejuicht door de overige campinggasten, die wel erg vroeg gewekt zijn op deze stille zondagmorgen.
Langs Barger-Compascuum en dan bij Zwartemeer de Duitse grens over. Er zijn hier uitgestrekte veengebieden waar op grote schaal turfstrooisel wordt gewonnen. Bij Shöningsdorf een paar keer de verkeerde richting ingeslagen maar na uitgebreid gedelibereer binnen de begeleiding komen we weer op de goede weg. Het is prachtig weer, de zon schijnt volop maar het is nog wel fris.
Vakwerkschuur In Grosz Hesepe onze eerste pauze. Het jack, de mouwtjes en de pijpen kunnen nu in de auto. Uitgestrekte maïsvelden en die typische donkere Duitse huizen. Overal onderweg mensen langs de weg, die vol verwondering een konvooi met een vaartje van 30 kilometer per uur voorbij zien fietsen. Voorop de auto met Mindert en Lammert, die de route aangeven. Dan de groep van 17 kleurige fietsers met daarachter Tsjibbe in de materiaalwagen. Mindert zit met Wobbe in de bagagewagen. Dan volgen Cor S. en Lieuwkje in de voedingswagen gevolgd door Roel en Freerkje in de koelauto. Johannes met Tine sluiten met de vrachtauto de stoet.
Door Stadt Meppen en Haselünne verder in oostelijke richting. We passeren verscheidene keren het riviertje de Hase. Na 112 kilometer, bij de tweede stop, staat een vakwerkschuur rijk versierd met bijbelspreuken. We zitten al in het natuurgebied van het Teutoburger Woud. De glooiingen zijn hier nog vriendelijk.
Boukje, onze "peletonscommandant" geeft de leiding over aan één van de ploeggenoten. Zij vindt het wel lekker ook mee te draaien met de carrousel. De lucht betrekt nu en zo nu en dan vallen er een paar spatjes. Bij het laatste deel van de tocht gaat het zacht regenen en het jack kan weer aan.
Bij Alfhausen ligt een groot meer. Hier is ook de camping Alfsee Ferien- und Erholungspark. De tentjes weer opgezet en de grote tent staat nu al heel wat vlotter. Er is een winkeltje waar in het magazijn een paar slippers voor mij worden opgedoken. Het beerenburgje smaakt uitstekend ......
's Avonds met thuis gebeld, het is per slot van rekening ook moederdag. Harriët is er ook.

 

Dag 3 Rieste - Elbrinxen.
 
Maandag, 10 mei

Rieste - Elbrinxen, afstand: 182 km.

De fietsen staan elke nacht 'aan de ketting' in de tent Een pittige tocht vandaag, maar door een prachtig gebied. Vanmorgen om tien over acht zitten we alweer op de fiets. De tent was nog kletsnat. Nu maar hopen, dat 't op de volgende camping lekker droogt.
De eerste route gaat door een ontginningsgebied, eindeloze rechte wegen door een grootschalig vlak gebied met onafzienbare maïspercelen.
Zo'n 25 kilometer verder gaat het flink heuvelen. Sommige klimmetjes zijn behoorlijk pittig. De omgeving is hier schitterend. Het koolzaad staat volop in bloei, in het glooiend landschap een prachtig groen en geel mozaïek.
Vlak voor Astrup hebben we onze eerste stop. Het is nog steeds bewolkt en niet warm. Alle kleren blijven dus aan en tijdens de pauze kan de fleesejas zelfs aan.
Bij Bielefeld missen we de goede weg. De toegangsweg naar het centrum is vol verkeer. Via een alternatieve route door de buitenwijken komen we weer op de goede weg.
Om halféén heeft Karst contact met Omrop Fryslân om zijn eerste reisverslag door te geven. Zo kan het thuisfront regelmatig onze ervaringen op de Karst eigen wijze meebeleven. Inmiddels is de zon doorgebroken. We vervolgen onze weg in korte (fiets)broek en met blote armen, heerlijk.
Het landschap blijft schitterend. Maar ook de hellingen worden steeds "mooier". We kunnen vandaag onze energie wel op! Op zo'n 135 kilometer lassen we nogmaals een pauze in. Dat is een welkome onderbreking. We hebben "it ein yn 'e bek" als we tegen vijven de camping Eichwald bij Elbrinxen opfietsen.
Een prachtig grasveldje om onze tenten op te zetten. De douche is verrukkelijk en de andijvie met gehaktbal valt er prima in. Ik was al mijn fietskleren op 30 graden in de wasmachine en daarna in de droger. Dat valt Truida vast niet tegen.

 

Dag 4 Elbrinxen - Dransfeld.
 
Dinsdag, 11 mei

Elbrinxen - Dransfeld, afstand: 182 km.

Gisteravond verscheen Gerard Vroon op de camping, één van de twee politiemensen die de route hebben uitgezet. Hij rijdt vandaag voorop en Piebe zal vandaag de tocht filmen.
Het is weer zwaar bewolkt als we vertrekken. Hopelijk klaart het weer vandaag weer op. Gelukkig heb ik van Lieuwkje een pet gekregen met "het Zwitserleven gevoel". Dat scheelt als het regent. We zijn nog maar nauwelijks op weg of de eerste pittige klim dient zich al aan. "Veel bochten met dalen en zwaar klimmen", staat er in de routebeschrijving. "Het hoeft niet, het is vrijwillig", zal Gerard wel zeggen.
Na 20 kilometer dalen we af naar de Wezer en rijden regelrecht de pont op. Weer eens een andere wijze om vooruit te komen. Er staat een sterke stroom in de rivier die de veerpont naar de andere oever duwt als de slinger van een klok.
Aan de overkant volgen we een heel eind de Wezer en fietsen dan dwars door Stadt Holzminden. We volgen nog steeds in grote lijnen de rivier maar als de Wezer een grote bocht maakt snijden wij een stuk af. Dat betekent wel een pittige klim en gelukkig een weldadige afdaling.
In Lauenforde hebben we onze eerste pauze in een parkje met een fontein voor een historisch vakwerkgebouw. Na Bad Karlshafen volgt een schitterende route door het Staatsforst. We vinden nu een klim van 10% over meer dan een kilometer op onze weg. Dan volgt de beloning in de vorm van een schitterende geleidelijke afdaling. Op een gegeven moment heb ik meer dan 70 km/uur op mijn klokje te staan.
We volgen nu weer de Weser. We zijn hier niet zo ver van Göttingen. Als we Hannoversch Münden bijna door zijn hebben we middagpauze op het parkeerterrein bij de Aldi. Inmiddels is de zon doorgebroken, de benen en armen kunnen weer bijkleuren. Echter, als we bijna willen vertrekken komt er een dreigende lucht opzetten en het onweert in de verte. Gelukkig drijft de bui over al wordt het wel weer een stuk frisser.
De route buigt nu af in oostelijke richting. In Jühnde gaat het richting Dransfeld en na 124 kilometer hebben we het laatste klimmetje naar de camping "Am Hohen Hagen". Een prachtige rit vandaag door een schitterend afwisselend landschap opgefleurd met helgele heerlijk geurende koolzaadvelden.
Het menu vermeldt vanavond groentesoep, nassi met kip en pindasaus en bruine en gele vla na. Twee plaatselijke kranten vinden de reis zo interessant dat ze een verhaaltje met foto komen halen.

 

Dag 5 Dransfeld - Weissensee.
 
Woensdag, 12 mei

Dransfeld - Weissensee, afstand: 156 km.

De jarige Wobbe Het is fris vanmorgen, nog geen 10 graden. Maar de tent is lekker droog, dat pakt een stuk plezieriger in. Wobbe is vandaag jarig. Tsjibbe en Baukje hebben een mooie krans voor hem gemaakt. Om acht uur nog een keer op de foto voor het bord van de camping. De eigenaar zal hier nog jaren over vertellen.
Vanaf de camping tot Jühnde dezelfde route terug. Gerard rijdt nog voorop. Gelukkig maar want de eerste de beste afslag rijdt onze tourkapitein rechtdoor. Hoe komt dat straks door Budapest?
Het is weer een prachtige omgeving, heerlijk glooiend en de appelbomen staan nog volop in bloei. Het belooft een rijke oogst te worden net als bij ons op "Op Halfweg". Al na 43 kilometer hebben we onze eerste rust. Daar hadden we nog niet op gerekend maar even pauze is best welkom.
In Bodenrode rent plotseling een klein keffertje de straat over, dwars door het peleton. Het gaat gelukkig net goed!
Het landschap wordt nu weidser en de weg gaat prettig op en neer. De ploeg heeft er duidelijk zin in. Vooral naar beneden zijn er een paar niet meer te houden. De kunst is op het grote blad zoveel vaart te maken dat je in dezelfde versnelling de volgende helling net kunt halen.
Het verband is nu wel uit de ploeg. Als we even stil staan schiet Baukje uit de slof: "Het lijkt nergens op, zo komen we nooit met elkaar in Roemenië". We zijn er stil van……..
We zitten nu kennelijk in de voormalige DDR. Grootschalige landbouw met onafzienbare koolzaadvelden. In sommige dorpen gigantische graansilo's. Ook de huizen zijn vaak de bekende woonkazernes en ergens zie ik een straatnaambordje: "Strasze des Aufbaus". Vaak is de route door een dorpje geplaveid met rammelkeien. De kasseien in België zijn er nog vriendelijk bij. Elke keer valt het weer mee, dat alles nog aan de fiets zit.
Op de verkiezingsposters voor de Europese verkiezingen lacht het portret van ene Cornelia ons toe. Guitig maar toch met iets van bestraffends in haar blik alsof ze wil zeggen: "Je komt toch ook stemmen? En dan stem je natuurlijk wel op mij!"
In Dachriden de middagpauze en dan op voor het laatste traject vandaag. Het is nog steeds frisjes. Een groot deel van de route gaat hier over kaarsrechte wegen omzoomd door appelbomen en kastanjes. De glooiingen worden geleidelijker met vriendelijke hellingen.
Na 156 kilometer zijn we in Weissensee, 10 kilometer langer dan onze routebeschrijving aangaf. De oorzaak lag bij een wegomlegging onderweg. De camping is duidelijk enkele klassen eenvoudiger; wel gordijntjes voor de douches en het water is lekker warm. De pot schaft vandaag spaghetti met tomatensaus, prima eten voor een fietser. 's Avonds hebben we kampvuur.

 

Dag 6 Weissensee - Weida.
 
Donderdag, 13 mei

Weissensee - Weida, afstand: 143 km.

Gisteravond nog het stadje Weissensee in geweest. Aan de korte kant van een leuk plein de poort van Slosz Runneburg. Afgezien van de ommuring en een enkel historisch gebouw niet zoveel te zien. Behalve een intrigerend gigantisch groot werktuig waarmee men in oude tijden als met een soort katapult grote stenen kogels over de vestingmuur op de burcht gooide. Heden ten dage wordt het apparaat nog enkele keren per jaar op hoogtijdagen gedemonstreerd, "Steinschleuderschieszen" noemt men dat. Volgens de kastelein van het restaurantje, waar we ons zo'n grote pul bier lekker laten smaken, wordt het stenen projectiel meer dan 250 meter weg geslingerd. Soms wordt 's avonds een vuurwerkkogel gebruikt voor de voorstelling. Dat geeft een spectaculair gezicht.
We fietsen nu in Thüringen. We zitten al een stuk zuidelijker. Op een helling worden hier zelfs druiven geteeld.
moeten we hier echt wel langs? De klimmetjes worden weer een stuk pittiger en gedeelten van de route loopt door bosrijk gebied. Je ziet hier nog geregeld een Trabantje rijden. Het plaveisel door de meeste dorpjes is één lange rammelstrook. Je bent blij, dat je een putdeksel op je pad ziet: een halve meter lekker vlak ………

Ype en Piet We laten Weimar rechts liggen en na Bad Sulza belanden we in Groszheringen via een omleiding op een nauwelijks begaanbaar landweggetje, dat ook nog eens over een forse heuvel voert. Het vergt nogal wat stuurmanskunst om de ergste gaten en de dikste keien te omzeilen. Het is ons een raadsel hoe Johannes erin slaagt met zijn vrachtauto boven te komen. Teake moet van zijn fiets vanwege een kapotte band. Als we weer op een asfaltweg uitkomen heeft de hele groep een gevoel van: "Dat hebben we 'm toch maar even geflikt!" en prompt is de stemming bijna uitgelaten.

Vlak voor Bad Klosterlausnitz is onze middagpauze gepland. Ter plaatse staat een tent waar worst wordt verkocht, dus het hele gezelschap aan de Thüringer Rostbratwurst. Wat zullen we nu kunnen fietsen!
Na het dorpje Lederhose staat het bordje: Weida 9 km. Dat geeft de fietser vleugeltjes. Op Campingplatz Weida aan het stuwmeer van de Aumatalsperre zetten we voor de vijfde keer ons tentje op. De buurvrouw in de stacaravan naast me informeert geïnteresseerd naar waar we vandaan komen. "Oh, ganz von Holland, wie tol!", is de reactie. Volgens haar wordt het volgende week weer mooi weer …………

 

Dag 7 Weida: rustdag
 

Vrijdag, 14 mei

Weida, rustdag.

Gezellig feestje Vanmorgen lekker uitgeslapen. Gisteravond hebben we onder aanvoering van Karst met het hele gezelschap gezellig in een recreatiezaaltje op de camping het hele Friese, Nederlandse en Engelse repertoire doorgenomen. Zelfs een Roemeens liedje klinkt al niet slecht.
Na het ontbijt alle kleren gewassen en op de lijn gehangen. Het lijkt niet op regen dus ik laat de boel maar mooi hangen.
Lopend naar Weida, een aardig Oostduits stadje met een burcht, die hoog boven de stad uittorent. De 800 jaren oude Osterburg heeft de hoogste burchttoren van Duitsland. Ik heb ze niet geteld maar de nauwe wenteltrap telt heel wat treden voor je helemaal boven bent. De klim naar boven wordt beloond met een fantastisch uitzicht op het stadje met zijn omgeving.
Uitzicht vanuit de burchttoren In een Italiaans aandoend restaurant eten we een pizza - ein grosze pizza Toscana - en een "chocobecher" na. Zo kunnen we er wel weer tegen.

Terug op de camping lees ik in het reishandboek over Roemenië van Boukje, dat Roemenië zo'n 22,5 miljoen inwoners telt in een land dat 5,6 x zo groot dan Nederland is. Er zijn ongeveer 2 miljoen zigeuners, de Roma, die eeuwen geleden uit Noordwest India na veel omzwervingen in deze contreien neergestreken zijn. In weerwil van het ingesleten beeld leven zigeuners over het algemeen een seditair bestaan. In de dorpen werken ze als leerbewerker, kopersmid of paardenhandelaar. In de steden echter kunnen de Roma zich alleen staande houden met ongeregelde handel, diefstal, prostitutie en bedelarij. Hun bestaan is onder Ceausescu altijd ontkend maar nu komen de "kinderen van de wind" op voor hun grondwettelijke rechten en dat maakt hen bij de Roemenen nog minder geliefd dan ze al waren.
Ook de Hongaarse minderheid heeft het moeilijk. Met 1,8 miljoen is zij in grootte de derde etnische bevolkingsgroep. Verdacht van de heimelijke wens tot aansluiting bij Hongarije , roept ook deze minderheid zowel politiek als maatschappelijk veel weerstand op bij de Roemenen. Transsylvanië in noordwest Roemenië wordt voor bijna een kwart door Roemenen van Hongaarse afkomst bewoond.
Sinds de val van dictator Ceausescu in december 1989 is Roemenië een presidentiële democratie. Het staatshoofd wordt rechtstreeks gekozen en hij mag geen lid zijn van een politieke partij.
Roemenië kent een gematigd continentaal klimaat. Het weer in het noorden en het noordoosten wordt bepaald door hetgeen zich meteorologisch afspeelt op de onafzienbare Russische Laagvlakte. De natste maanden zijn mei en juni ………

's Avonds is er beraad met de leiding. Er blijkt nogal wat onvrede te bestaan. Lammert voelt zich hoogst ongelukkig als gids. Besloten wordt morgen in een andere formatie te rijden.
Als ik 's avonds met thuis bel krijg ik op mijn kop: "We moeten beter naar Boukje luisteren!" Karst heeft voor de radio kennelijk verteld van de donderpreek eergisteren .

 
Dag 8 Weida - Geyer.
 

Zaterdag, 15 mei

Weida - Geyer, afstand: 146 km.

Het meertje bij de camping

Vandaag is een dag van tegenslagen. Het begint goed: mooi weer met zonneschijn hoewel de temperatuur nog niet overhoudt. Voor achten staan we al gereed voor vertrek. Meteen bij de camping hebben we een gemeen klimmetje.Dan ben je meteen klaarwakker.
Boven aangekomen krijgen we van Boukje en Lammert de laatste instructies. Zoals gisteravond afgesproken rijden er nu twee auto's voorop: Wobbe en Tsjibbe verkennen de weg. Mindert en Lammert bemannen de tourleidersauto voor de groep. Na de ploeg komt Piebe met de materiaalwagen en Cor S. en Lieuwkje met de voedingswagen sluiten nu de rij. De koelauto en de vrachtwagen zien we alleen op de rustplaatsen en na de tweede pause gaan ze alvast vooruit naar de camping. Gelukkig werkt de luidspreker nog steeds niet anders was de hele camping op zaterdagmorgen om acht uur al wakker geweest.
Al na één kilometer hebben we alweer een vervelende klim, een scherpe afdaling en nog eens een behoorlijke helling. In het dorpje daarboven blijkt, dat we de verkeerde afslag hebben genomen. Dat betekent het hele stuk weer terug: een afdaling, een gemeen stuk klimmen en nog een afdaling en we zijn weer op de goede weg.
De route is weer prachtig: afwisselend grootschalige akkerbouwgebieden en uitgestrekte bossen. Na 36 kilometer komen we in Greiz. Een grote stad met verschillende omleidingen. We zijn nog één keer de weg kwijt maar na een paar keer vragen zitten we weer op de goede weg. Aan het begin van het eerste dorpje hebben we pauze. We worden weer uitgebreid onthaald. Karst vertelt op omrop Fryslân hoe dat gaat. Lieuwkje: "Moast noch in banaantsje, leave?" Het smaakt allemaal even lekker, ik wed, dat ik kilo's aankom.
Als we weer op weg gaan loopt mijn achterwiel aan. Ik laat me afzakken en Ype constateert een kapotte spaak. De snelste oplossing is te wisselen met het achterwiel van de reservefiets van Boukje. Dan samen bij Piebe in de materiaalwagen achter de groep aan. Je staat versteld van de afstand die de karavaan inmiddels alweer heeft afgelegd. Wij worden weer keurig een eind voor de passerende groep uitgeladen en kunnen meteen weer aan de staart van de groep aansluiten.
Inmiddels is het landschap behoorlijk veranderd. We naderen nu het Ertsgebergte en dat kun je merken aan telkens weer een lange klim en lekkere afdalingen. De vlakke stukjes weg zijn nu even op.
Na een omleiding in Sosa komen we op een schitterende bosweg richting Jagershaus. Plotseling wordt de doorgang versperd door een slagboom. Goede raad is duur. De fietsers krijgen het koud en fietsen al door. Het lijkt mij nuttig een kaart en routebeschrijving mee te nemen en spreek met Wobbe af waar we elkaar in Schwartzenberg weer treffen. Na een afwisselend dalend en stijgend bosweggetje komen we plotseling op een voorrangsweg die niet op de kaart te lokaliseren is. Dus even gevraagd, Schwartzenberg is links af en "immer gerade aus". Het eerste plaatsnaambord vermeldt zoiets als Jacob Georg Neustad. Dat komt op onze route helemaal niet voor. Het volgende dorpje biedt uitkomst, we zijn in het bos in zuidelijke richting gefietst terwijl de route in oostelijke richting liep. We hadden helemaal niet bij die slagboom moeten zijn.
Dat betekent zo'n 15 extra kilometers. Gelukkig is de weg goed en loopt hij vlak langs een riviertje en een spoorbaan, dat betekent eindelijk weer een redelijk vlakke weg. In Schwartzenberg fietsen we naar het afgesproken punt en gelukkig zien we daar één van de volgauto's staan. We waren zolang weggebleven, dat de andere auto's in verschillende richting zijn gaan zoeken. Via de mobiele telefoon wordt iedereen weer opgetrommeld.
Inmiddels is het ook weer gaan regenen en je wordt echt koud op de fiets. De laatste 23 kilometer naar de camping voorbij Geyer wordt dan ook in hoofdzaak zwijgend afgelegd.
Snel het tentje opgezet maar toch wordt alles nat en vies. Ik heb bewondering voor de ploeg, die eerst in de regen de grote tent opzet. Gelukkig hadden de kwartiermakers alles al mooi uitgelegd zodat de tent in recordtijd is opgebouwd.
Een Jägermeister om de boel van binnen op te warmen en een hete douche voor de buitenkant doen vervolgens wonderen.

 

 

Tsjechie, Oostenrijk en Hongarije

Dag 9 Geyer - Zvikovec.
 

Zondag, 16 mei

Geyer - Zvikovec, afstand: 150 km.

Het heeft vannacht tot een uur of vier geregend. Gelukkig is het in de morgen droog geworden maar de lucht is nog behoorlijk dreigend. Het goede bericht van de campingbeheerder is dat het volgens de weerberichten 's middags zal opklaren. Het inpakken is een mistroostige zaak, alles is vies en nat.
Als we van start gaan is het nog erg koud. Ik heb mijn plastic regenjasje ook nog maar over mijn jack aangetrokken. Op weg naar de grens met Tsjechië komen we nog een aantal stevige hellingen tegen. Vooral na Steinbach, als we de grens naderen, klimt het behoorlijk over meer dan 2,5 kilometer. Bij Reitzenhain passeren we de grens. De paspoorten van de fietsers waren vanmorgen verzameld en met namen en nummers op een lijst genoteerd. Er wordt even naar gekeken en dan wordt de hele stoet doorgewuifd.
Direct na de grens meteen weer flink omhoog. Ik had altijd gedacht, dat ze de grens altijd op het hoogste punt legden. Aan het eind van de klim een groot parkeerterrein met allemaal provisorische winkeltjes. Het verschil met Duitsland is wel heel frappant! Het is inmiddels ook weer gaan regenen. Zo'n 10 kilometer Tsjechië in een afdaling met haarspeldbochten en dan een klim van 14%! De beloning is echter vorstelijk met een schitterende kilometers lange afdaling. Dat maakt het leven van een fietser de moeite waard.
Jappie voor zijn 'bungalowtent' In Vysluni hebben we de eerste stop. In een bushokje kunnen we schuilen voor de regen, een armoedige boel. Bij Kadan hebben we het Ertzgebergte achter ons gelaten. Het landschap wordt nu glooiend met weidse vergezichten. Op een gegeven moment fietsen we tussen uitgestrekte hopvelden. De jonge aanplant staat er nietig bij in verhouding tot het reusachtig raamwerk erboven.
Op een parkeerterrein voor vrachtauto's is onze tweede pauze. De zon schijnt inmiddels weldadig. Je kunt het water uit de fietsschoenen gieten.
Met lekkere afdalingen en doenbare klimmetjes schiet het nu lekker op. Onderweg wordt onze weg versperd door een wielerwedstrijd. Zij hoeven maar één dag te koersen. Na een afdaling van 8% met scherpe bochten rijden we tot onze verrassing het terrein van de camping al op.
De zon schijnt nog steeds volop en geholpen door een lekker windje zijn alle spulletjes in een mum weer droog. We staan aan een riviertje met een stuw, hopelijk kunnen we door het geluid van stromend water lekker slapen. Uit ervaring weet ik dat je er ook hoge nood van kunt krijgen.
Elke dag spoel ik nu mijn fietskleren grondig uit. Sieds heeft het lumineuze idee gehad een oude centrifuge in de vrachtauto te laden. Dat apparaat doet "fertuten"! De was komt er zo droog uit, dat je je kleren bijna meteen weer aan kunt trekken. De andere ochtend zijn ze in ieder geval weer droog en fris.

 

Dag 10 Zvikovec - Tábor.
 

Maandag, 17 mei

Zvikovec - Tábor, afstand: 128 km.

We hebben het maar weer best bij Tine en Freerkje!

Vandaag een lekkere fietsdag. Een prachtig landschap, de route niet te lang en niet te zwaar en prima fietsweer. Ik raak inmiddels aardig gewend aan het dagritme en ook het lichaam raakt er aardig op ingesteld. Nadat we over een viaduct over de vierbaansweg van de grens naar Praag zijn gefietst houden we onze eerste rust aan een zijweggetje met uitbundig bloeiende seringenbomen.
Bijna aan het eind van het traject van vandaag een schitterende lange afdaling, 8% en mooi rechtuit. Ik laat mij lekker gaan, de handen in de beugels en de beide wijsvingers aan de remmen. Zo heb je de fiets lekker onder controle. En vlak voor Tábor even voluit in een sprintje heuvelop.V
We zijn mooi op tijd op de camping. De toiletten zijn nog op slot en de warmwatervoorziening functioneert niet. Dat betekent onder de ijs- en ijskoude douche. Er klinkt onheilspellend indianengehuil vanuit het douchegebouwtje. Toch maar even op de tanden bijten. Je frist er toch lekker van op.
Als vertekelingen in de laadruimte Er was gister afgesproken, dat we vandaag Tábor zouden bezichtigen. De camping ligt een paar kilometer van het centrum. Met elkaar nemen we plaats achterin de vrachtauto en op een parkeerplaats worden we uitgelaten. De voorbijgangers kijken verbaasd toe hoe een groep mannen en een vrouw in dezelfde fleesejack uit de laadruimte tevoorschijn komen nadat de laadklep geopend is. "Zouden het verstekelingen zijn?"
Aan de overkant van een dam, die de Jordán buiten de stad moet houden, klimmen we via trappen en nauwe straatjes naar het oude centrum. Een leuk plein is helemaal omzoomd door historische gebouwen en woningen met mooie gevels. Bij de VVV hebben ze een historische stadswandeling en samen met Henk en Cor bezoek ik de belangrijkste bezienswaardigheden.
Kasteel Kotnov Tábor was in de vijftiende eeuw een belangrijk centrum van de Hussieten, die hier in 1420 een versterkte militaire versterking vestigden. Later werd Tábor een keizerlijke stad onder keizer Sigmund. Volgens het foldertje zijn de souterrains van de gebouwen met elkaar verbonden door een 800 meter lang gangenstelsel. De musea zijn om vier uur dicht gegaan maar de wandeling door de bochtige straatjes en over stille romantische pleintjes geeft best een leuke indruk van het stadje. Van het kasteel Kotnov is slechts één toren bewaard gebleven.
Ook in de drukke winkelstraat zijn tal van schitterend versierde gevels. In een restaurantje drinken we in de kelder vol harnassen en wapentuig een grote pils. Fietsen maakt dorstig.
We besluiten in restaurace Beseda aan het historische plein, naast de kerk te gaan eten. Groentesoep, forel met gebakken aardappelen en fruitsalade en een ijssorbet na. Prima, de forel is hier voortreffelijk. Zo'n uitstapje is toch een leuke onderbreking en dan heeft de verzorging ook een keer vrij.
In de vrachtauto weer terug naar de camping en om half tien lig ik al op één oor.

 

Dag 11 Tábor - Vranov.
 

Dinsdag, 18 mei

Tábor - Vranov, afstand: 130 km.

Ype, de mecanicien

De tent is vanmorgen weer kletsnat van de condens. Maar er is geen keus, inpakken de handel. Ik zit in de "afbraakploeg". Dat betekent elke ochtend de volgende routine: 06.15 uur gaat de wekker. Slaapzak en slaapmatje oprollen, fietsbroek en -schoenen aan en dan scheren, tandenpoetsen en het gezicht afspoelen met koud water. Dan de rest van de fietskleren aan, de tent opruimen en de koffer inpakken. Vervolgens de tent inpakken en even over zeven ontbijt in de grote tent. Boterhammen met koffie en een banaan na.
Ik eet soms wel vier boterhammen, met chocopasta hapt het lekker weg. Van dat fietsen gebruik je kennelijk toch veel energie want thuis eet ik alleen maar een appel en nu heb ik om tien uur bij de eerste pauze al weer honger. Om half acht de tent afbreken en alle bagage in de vrachtauto. Bij het tent afbreken heb ik een vaste taak: als al het doek is opgevouwen wip ik met een soort vork met lange steel de metalen balken aan één kant uit de beugels waarna het frame op de grond gelegd kan worden. Precies om acht uur staat de hele karavaan weer klaar voor vertrek.
Wobbe neemt Karst onderhanden Vandaag alweer een pracht van een fietsdag. Hoe verder we in Tsjechië naar het zuidoosten afzakken hoe vlakker het landschap wordt. In vergelijking met Friesland blijft het uiteraard aardig heuvelachtig, een beetje net als in Zuid-Limburg.
Mijn fiets houdt zich prima. Afgezien van die kapotte spaak en het zadel, dat wat los getrild was heb ik totaal geen problemen. De fietsen hebben trouwens heel wat te houden. Vooral bij een slecht stuk weg en ook bij het klimmen wordt er nogal wat kracht op uitgeoefend. Ype, onze mecanicien heeft het er regelmatig maar druk mee. Ik heb overigens niet de indruk, dat hij er echt een hekel aan heeft. Elk vrij moment zoekt hij weer een karretje op waar hij weer iets aan kan verhelpen.
Mijn fietsgenoten vinden mijn meer dan 20 jaar oude racefiets niet meer van deze tijd. Loodzwaar in vergelijking met hun aluminium hoogstandjes met de nodige carbon onderdelen. En mijn versnelling met de twee versnellinghandeltjes op de framebuis is ook hopeloos verouderd. Tegenwoordig hebben alle fietsen twee klikhendeltjes op het stuur. Maar er zijn van die dure karretjes die veel moeilijker schakelen dan de mijne. En zij moeten net zo goed trappen om bij de helling op te komen als ik.
Ook lichamelijk heb ik niets te klagen. Helemaal geen last van spierpijn. Wobbe, onze fysiotherapeut kan aan mij niks verdienen. en ook mijn zitvlak houdt zich uitstekend. Sommigen smeren heel wat af op een dag. Zij zweren bij hun eigen smeersel. André heeft een hele bus uiervaseline meegenomen.
In Vranov belanden we op een camping temidden van restaurants en vakantiebungalows. Er wordt overal nog druk gewerkt om alles klaar te maken voor het toeristenseizoen. De camping is mooi gelegen aan een groot stuwmeer, niet eens zover van de Oostenrijkse grens. Een schitterende hangbrug, werkelijk een waar kunstwerk, leidt naar nog meer restaurants. Er wordt hier kennelijk op nogal wat euro's van de Oostenrijkers gerekend.
Op onze camping is niemand aanwezig. Telefonisch wordt de campinghouder opgetrommeld. Dan blijkt, dat de camping 1 juni pas open gaat. Ze hadden al bij herhaling geprobeerd contact te krijgen met de beheerder maar steeds geen gehoor gekregen. Na uitvoerig overleg is de beheerder bereid één toiletgebouw open te stellen en een monteur te laten komen om de douches klaar te laten maken. Het enige nadeel is dat ons terrein erg ongelijk is met nogal wat kuilen.

 

Dag 12 Vranov - Petronell Carnuntum.
 

Woensdag, 19 mei

Vranov - Petronell Carnuntum, afstand: 189 km.

Lieuwkje wordt in de ambulance afgevoerd

Vanmorgen, als de wekker gaat is het al direct lekker weer. Voor de verandering zijn de tafeltjes en klapstoeltjes buiten gezet voor ons ontbijt. Lammert Everts vertelt dat de voor vrijdag geplande rustdag verschoven wordt naar later in Roemenië. Lieuwkje, bedrijvig als altijd, loopt naar de auto om wat op te halen en "knak!" ………… jammerend valt ze op de grond. Haar ene been vertoont een vreemde knik; het onderbeen is gebroken.
Grote consternatie. Met een stoelpoot leggen Wobbe en Cor een provisorische spalk aan. De ANWB- alarmcentrale geeft aan: bel de ambulance en dan naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Binnen 20 minuten is de ambulance ter plaatse, het been wordt met behulp van een luchtspalk gestabiliseerd en Lieuwkje wordt op een brancard in de ambulance geschoven. Mindert en Lammert rijden er in de Opel achteraan.
Wij gaan door met onze tentjes af te breken en vervolgen de normale ochtendroutine. We zullen toch wel verder moeten. Ruim acht uur zitten we alweer op de fiets, voor het eerst meteen zonder arm- en beenstukken. Tsjibbe en Wobbe rijden nu alleen voorop.
We mogen gebruik maken van het toilet in de kapsalon De stemming is in eerste instantie duidelijk bedrukt. Hopelijk valt de beenfractuur mee. Het is voor Lieuwkje en Lammert wel heel erg sneu, ze hadden zich zo op deze tocht verheugd.
De route wordt nu aanmerkelijk vriendelijker: licht glooiend, prima wegdek en de wind in de rug. De gang zit er behoorlijk in en voor we er erg in hebben zijn we al bij de eerste rust.
De grensovergang bij Laa a/d Thaa verloopt voorspoedig en in Oostenrijk fietsen we vlot door. In Prinzendorf an der Zaya houden we pauze op het dorpspleintje tegenover een kapsalon. Van de eigenaresse mogen we allemaal van haar toilet gebruik maken.
Camping bij Petronell Carnantum Het wordt steeds weidser en een stevige wind in de rug voert het tempo aardig op. Het fietsen gaat me hier gemakkelijk af, ook als het mijn beurt is om op kop te rijden. Overigens mag ik ook niet ontevreden zijn over de afgelopen dagen met meer op en neer. Met een stevige aanloop zijn de meeste klimmetjes in een redelijk groot verzet te nemen. Dat kost aanmerkelijk minder inspanning dan wanneer je de hele helling met klein verzet op moet zwoegen. Ik sta soms zelf verbaasd over de kracht in mijn benen.
Ook hier in Oostenrijk heeft elk dorp en elke stad zijn meiboom staan, een gigantisch hoge, kaarsrechte naaldboom met alleen in het topje nog wat takken en verder een glad gemaakte stam. Soms, zoals hier in Petronell Carnantum is de boom nog versierd met een krans rond de stam.
Nadat er in Weikendorf nog een derde pauze is ingelast - je staat er echt versteld van wat je elke keer weer naar binnen slaat - rijden we vlak voor Hainsburg over een prachtige brug de Donau over. Het kaarsrecht fietspad over de dijk langs de uiterwaarden geeft een schok van herkenning. Zomer 1994 zijn Truida en ik hier langs gefietst op onze tocht van Budapest naar huis.
Na de Donau slaan we rechts af, door Bad Deutsch Altenburg fietsen we naar Petronell Carnantum waar naast de tennishal een veldje is ingericht om onze tentjes op te zetten.

 

Dag 13 Petronell Carnantum - Komárom.
 

Donderdag, 20 mei

Petronell Carnuntum - Komárom, afstand: 150 km.

Pauze in Györ Vandaag gaat de route door de Donauvlakte. Het grote voordeel is dat de wegen lekker vlak zijn. Het nadeel is, dat er aan het landschap niet veel te beleven valt.
In Nickelsdorf passeren we de grens Oostenrijk - Hongarije. We wagen het erop en kiezen als karavaan voor de grensovergang voor het lokale verkeer. Officieel mogen alleen fietsers en buurtbewoners van deze overgang gebruik maken. Het andere verkeer moet gebruik maken van de overgang verderop op de vierbaansweg. Een vriendelijke vrouwelijke douanebeambte zet de regeltjes opzij en laat ons door nadat ze zich van het doel van onze tocht verzekerd heeft. De vrachtauto kan maar nauwelijks onder de slagboom door.
Zonsondergang boven de Donau In Györ hebben we middagpauze op een grasveld naast de universiteit. Vooral de vrouwelijke studentes ontlokken heel wat commentaar. Dat heb je met mannen, die lang van huis zijn. Het is wat moeilijk Györ weer uit te komen. Dan volgt een eentonige rit, nu eens over een erg slechte weg en dan weer over een weg met veel autoverkeer. En het is erg warm vandaag.
Ik heb vandaag mijn dag niet, trouwens ook bij de anderen is de animo om op kop te fietsen niet bijster groot. Ik ben blij, dat we in Komárom op de camping zijn. De camping ligt naast een Kurort en daardoor is de camping druk bezet. Er wordt besloten de grote tent niet op te zetten. In het overdekte zembad nog een paar baantjes getrokken, lekker verfrissend.
Er is telefonisch contact geweest met het thuisfront. Nadat in het Tsjechisch ziekenhuis het been van Lieuwkje in gips was verpakt zijn ze met z'n drieën in één ruk naar Friesland terug gereden. Lieuwkje had veel pijn. In Dokkum zal nu verder gekeken worden naar de fractuur. 's Avonds nog even het dorp in en uiteraard een blik op de Donau geworpen, de zon gaat net onder. Aan de overkant ligt Slovenië.

 

Dag 14 Komárom - Jaszapati.
 

Vrijdag, 21 mei

Komárom - Jaszapati, afstand: 201 km.

Omdat de grote tent niet afgebroken hoeft te worden staan we vandaag twintig voor acht al klaar voor vertrek. De afstand is vandaag volgens de route-informatie niet minder dan 192 kilometer en we moeten ook nog door Budapest.
Dwars door Budapest De route voert over een "rode weg" naar Budapest. Dat betekent over grote delen druk verkeer en dat op een slechte weg. Na de eerste pauze, als we al vrij dicht bij de hoofdstad van Hongarije komen, wordt het autoverkeer steeds drukker. Als je achterin de groep fietst hou je vaak je hart vast of het wel goed komt. Het autoverkeer trekt zich niets aan van het fietsverkeer. Achteropkomende vrachtauto's passeren regelmatig zonder zich wat van het tegemoetkomend verkeer aan te trekken. Op een gegeven moment dendert een betonwagen langs de groep fietsers terwijl drie grote vrachtwagens van de andere kant komen. Dat betekent knijpen en wringen. Gelukkig gaat alles nog net goed.
Op de camping in Jaszapati In Budapest gaan we in gesloten formatie achter Wobbe en Tsjibbe aan over de vierbaans weg en over de grote Donaubrug. Bij een stoplicht gaat Cor onderuit doordat het wegdek spiegelglad is door een spoor hydrauliekolie,dat uit een vrachtwagen is gelekt. Andere fietsers kunnen hem nog net ontwijken. We rijden in één keer goed enna een uurtje rijden we Budapest alweer uit.
De route voert ons nu in oostelijke richting. Aan de kant van de weg biedt een schaars geklede dame non-verbaal haar gunsten aan. "Daar mag je alleen maar naar kijken…….." Als we de stad al een eind achter ons hebben gelaten fietsen we over een eindeloze vlakte, een akkerbouwgebied vrijwel zonder bomen. Graan, maïs en zonnebloemen worden hier in hoofdzaak verbouwd. De bermen kleuren rood en paarsblauw van de klaprozen en de lupinen. Krekels sjirpen in het gras en kikkers kwaken in de sloot.
Na zo'n 200 kilometer op de fiets hebben we het ook wel weer gehad. Ik ben blij, dat in Jaszapati de camping meteen vooraan in het dorp is gelegen en niet nog eens 10 kilometer verderop zoals de routebeschrijving suggereerde.
Na uitvoerig overleg met de chef en de opperbaas krijgen we een apart veldje bij een geel logeergebouwtje toegewezen. De tent hoeft ook nu niet opgezet te worden. Het is weer een camping bij een thermal bad. Ook de douche ruikt naar zwavel.

 

Dag 15 Jaszapati - Artand.
 

Zaterdag, 22 mei

Jaszapati - Artand, afstand: 199 km.

De poesta in Hongarije

De route voert ons vandaag nog verder oostwaarts. Het landschap wordt nog steeds leger. Lange rechte wegen door uitgestrekte akkerbouwgebieden met een enkel groepje bomen en maar hier en daar een boerderij. Een paar keer staat er in de ruimte een bus waarmee een grote groep mannen en vrouwen is aangevoerd, die aan het wieden zijn. Een enkele keer passeren we restanten van de echte poesta. Een uitgestrekte grasvlakte met midden in het veld een enkele waterput met zo'n hefboom om water te putten. In de buurt grazen dan enkele kudden vee, die door een veehoeder in de gaten gehouden worden.
In Hortobagy bezoeken we een zigeunermarkt. Er is van alles te koop: manden, potten, hoeden en zwepen. Zelfs een schaakspel van houtsnijwerk is er te koop. Wel erg duur, lijkt mij. Aan de overkant van de weg zijn verschillende families eten aan het koken in een pot boven een houtvuurtje. Ook kan er paardgereden worden, echt een toeristische attractie dus. Verschillende mannen en vrouwen dragen de klederdracht van de poesta.
Zigeunermarkt bij Hortobagy We passeren een grote rivier, de Tisza. Het gebied is bijzonder rijk aan vogels. Vooral Cor en Henk herkennen vele soorten: zilverreiger, kwak, bruine kiekendief en de grote kiekendief. Zelfs de zeldzame wouwaap werd gespot.
Op de vlakte haalt de wind aardig aan. Op de trajecten voor de wind trapt het aardig aan maar bij tegenwind is het werken geblazen. "Je raakt achter de poest van die poester over de poesta!"
Artand De planning is bij Szentpetrszeg de tenten op te slaan. Echter de kwartiermakers melden, dat er in de wijde omgeving van deze plaats niet een camping te bekennen is. Ook de plaatselijke politieagent kent geen kampeerterrein. De suggestie is zo'n 15 kilometer terug te fietsen waar we een verwijzingsbordje naar een camping hebben gezien. We besluiten toch maar twintig kilometer verder te fietsen naar Artand, zo'n vijf kilometer voor de Roemeense grens. Op de kaart staat daar een klein tentje.
Gelukkig hebben we nu de wind in de rug en zwijgend trapt de groep met behoorlijke vaart naar het nieuwe einddoel van vandaag. In Artand is het even zoeken om de camping te vinden. Tsjibbe en Wobbe slaan af om ons eerst nog het hele, langgerekte dorp te laten zien voordat ze erachter komen dat de camping meteen vooraan in het dorp te vinden is, maar dan rechtdoor. "Dat is zeker om het moreel van de club te testen!"
We belanden bij allervriendelijkste Hongaren met een kleine kampeergelegenheid bij hun huis. Er is maar één toilet en één douche maar dat redt zich best. De dames mogen van het eigen sanitair van de familie gebruik maken. Ze hebben nog nooit zoveel kampeerders tegelijk gehad. Vanavond met Truida gebeld. Ze had de Elfstedentocht zonder noemenswaardige problemen uitgelopen. Knap!
's Nachts blijken alle bewoners in het dorp over één of meer honden te beschikken. Die houden elkaar - en ons! - de hele nacht wakker met hun geblaf.

 

 

Roemenië

Dag 16 Artand - Floresti.
 

Zondag, 23 mei

Artand - Floresti, afstand: 167 km.

Brrr, de ijsmuts kan op vandaag Vanmorgen kwart over acht staan we al aan de Roemeense grens. Fietsers en volgauto's kunnen na de passencontrôle vlot de grens over. De vrachtauto kost meer moeite. Met hulp van André, een Roemeense Fries die ons verder zal begeleiden, lukt het toch nog vrij vlot. Om kwart over negen vervolgen we onze weg, nu in Roemenië. De vrachtauto mag niet door Orádea; dus moeten we de rondweg om de stad volgen. Een mistroostige, erg slechte weg vol kuilen en hobbels. Voor een deel betonplaten, maar dat is niet veel beter. Langs de route veel vervallen verpauperde fabriekscomplexen en langs de weg verschillende keren een auto met een lekke band of een ander mankement.
Het eerste deel van de étappe van vandaag loopt door een open gebied met in de verte een kilometers lange dijk. Daarachter is een kunstmatig aangelegd meer om met behulp van een waterkrachtcentrale elektriciteit op te wekken. Verderop is de vlakte van beide kanten ingesloten door beboste heuvels.
Pauze in een hotel in aanbouw Er is onderweg veel te zien. In veel dorpjes staat verschillende waar uitgestald te wachten op voorbij komende kopers. In een stadje waar we door komen staan veel opvallende gebouwen met kunstig gevormde tinnen of zinken daken.
Deze weg nummer 1 wordt druk benut door het grote internationale vrachtverkeer. Tussendoor regelmatig een Roemeense boer met paard en wagen op weg naar zijn land. Op een zijweg staat een groep Roma's met hun huifkarren, bespannen met twee paarden.
Camping El Dorado Na ongeveer 50 kilometer moeten we een forse heuvelrug over. Dat betekent een lange gemene klim. Dat waren we de laatste dagen niet meer gewend. En inmiddels is het ook gaan regenen. Dat betekent van twee kanten water: het hemelwater van boven en het spatwater van de fietser voor je van voren. Na de klim en een tamelijk scherpe afdaling weer een gestrekte weg door een langgerekt dal.
Het begint alsmaar harder te regenen. Voor de tweede rust hebben ze een half afgebouwd hotel gevonden. We kunnen hier in ieder geval droog staan maar doordat het vanuit alle kanten tocht worden we nog kouder dan we al waren. Het laatste traject vandaag kent nog een paar klimmetjes van 10% die je beenspieren doen kraken.
Als we zo'n 12 kilometer voor Cluj-Napoca de camping "El Dorado" oprijden is het gelukkig droog geworden. De voorzieningen zien er hier uitstekend uit. Na een heerlijk hete douche en twee beerenburgjes ziet de wereld er al weer heel wat vriendelijker uit. Maar we hebben vandaag aan den lijve ondervonden wat de uitdrukking: "tot op het bot verkleumd" inhoudt.

 
 
Dag 17 Floresti: rustdag.
 

Maandag, 24 mei

Rustdag

Romulus en Remus Het heeft vannacht gevroren! Als ik om een uur of acht opsta staat de rijp nog op het gras. Lekker ontspannen wassen en aankleden en op ons gemak in het zonnetje voor de grote tent ontbijten. Het lijkt inderdaad wel "El Dorado".
Bijna het hele gezelschap gaat met de vrachtauto naar Cluj-Napoca. Een paar vinden het te riskant met de vrachtauto en nemen de bus. Bennie, Gatze en Rint kunnen geen dag zonder fietsen. Zij hebben een traject van een dikke 100 kilometer in de omgeving uitgezet. Cor Sijpersma fietst ook mee.
In Cluj eerst Roemeens geld pinnen. Voor nog geen 50 euro trek je 2 miljoen lei's uit de muur. De koers is ongeveer 1 : 40.000. In een studentencafeetje nuttigen we koffie met heerlijke strudel. Een groepje studenten aan het tafeltje naast ons is zeer geïnteresseerd in onze reis. Zij studeren rechten in Cluj.
Cluj-Napoca is een levendige stad. Het straatbeeld doet westers aan. De stad heeft veel te bieden voor de toerist. In het centrum zijn de Orthodoxe kerk en de Rooms-Katholieke kathedraal de blikvangers. Er zijn tal van winkels en een aantal markten. De stad is gesticht door de Romeinen, waarvan opgravingen getuigen. Een standbeeld met Romulus en Remus getuigt van de Romeinse wortels, ook bedoeld als tegenhanger van de perioden dat de Hongaren het voor het zeggen hadden in de stad.
De orthodoxe kerk De St. Michaelskerk is het bekijken zeker waard. Vooral de met rijk houtsnijwerk versierde kansel springt in het oog. Het is een van de weinige gothische kerken in Roemenië. Er werd vooral in de 14e en 15e eeuw aan gebouwd. De neo-gotische toren is er pas in 1859 aan gemaakt. Voor de kerk staat een majestueus ruiterstandbeeld van de Hongaarse koning Mathias Corvin. Dat deze kerk het middelpunt van de stad is, is een doorn in het oog van het rechtse (lees: pro-Roemeense en anti-Hongaarse) gemeentebestuur. Om de aandacht van de kerk en het standbeeld af te leiden zijn er jarenlange opgravingen op het kerkplein uitgevoerd, met als doel aan te tonen dat hier vroeger een Romeinse tempel stond. Je komt de kerk binnen via een Renaissance portaal. De kerk wordt gebruikt voor Rooms-Katholieke diensten.
Onder de parasol, wachten op ons middagmaal Een klein stukje ten oosten van het Piata Unirii is het andere grote plein met aan de noordkant de orthodoxe kerk. De buitenkant met de koepels doet Russisch aan en het interieur is geheel in mozaïek uitgevoerd. Alle bezoekers knielen voor het centraal opgestelde katheder en kussen het icoon dat daar op ligt. Het gehele ritueel maakt een devote indruk.
Eindelijk kan ik hier een Labello-stift kopen. Mijn lippen zijn helemaal gebarsten van de zon en de wind. Ze hebben alleen maar een rode stift waardoor het lijkt alsof ik lippenstift op mijn lippen doe.
Op een terrasje op éen van de vele binnenpleintjes bestellen we ons middagmaal: drie maal zalm. Even later komt het meisje dat ons bedient om te vertellen dat er nog maar voor twee personen zalm is. Cor neemt nu een andere vissoort. Ik had al in de reisgids van Baukje gelezen, dat het in de Roemeense restaurants nog steeds eerder regel dan uitzondering is dat wat er op de kaart staat er niet is en wat er is niet op de kaart staat. En ook het lange wachten schijnt in de Roemeense horeca gewoon te zijn. Daarover gaan wrange grapjes. Waarom, zo luidt er één, duurt het zo lang voor de salade wordt geserveerd? Het antwoord: In de keuken wachten ze totdat er voldoende restjes zijn verzameld. Dan valt het in deze locatie nog best mee. De zalm is voortreffelijk en de vis van Cor heeft een bekende smaak, maar hij weet niet wat het is.
Na de terugtocht met de vrachtauto gebruiken we met elkaar de maaltijd in het restaurant bij de camping. En na afloop wordt er, begeleid door Karst op zijn gitaar, weer uitbundig gezongen. Lieuwkje had nog steeds veel pijn, haar been was op twee plaatsen gebroken.

 
 
Dag 18 Floresti - Bistrita.
 
Dinsdag, 25 mei

Floresti - Bistrita, afstand: 164 km.

Onderweg Vanmorgen eerst de vrachtautoroute door Cluj-Napoca. Prettig is anders: druk verkeer, soms een slecht wegdek en ook nog een paar pittige hellinkjes. Aan de westflank van Cluj ligt een gigantische begraafplaats met een mooi uitzicht over de buitenwijken en het omringende land. Jammer, dat ze er niet meer van kunnen genieten.
Over een drukke, maar wel mooie weg fietsen we nu richting Dej. De route loopt door een breed dal met aan weerszijden een glooiend heuvellandschap, hier en daar met bos begroeid. Soms lopen er koeien. Er zijn vandaag opvallend veel mensen met paard en wagen onderweg. De landbouw stelt hier niet veel voor. Smalle percelen waar veel mensen met de hand aan het wieden zijn. Een enkele keer zijn ze met z'n tweeën met een wiedploegje met een paard ervoor aan het wieden. Dat zal dan wel een grote boer zijn. Maar twee of drie keer een trekker gezien en dan ook nog van een model van tientallen jaren geleden.
Piebe heeft een grasvrij plekje gevonden Bij Dej langs de weg grote woonkazernes die een troosteloze aanblik bieden. Ook de industrie lijkt hier langzaam weg te roesten. Na Dej wordt de weg een stuk slechter. Over de betonplaten is een laagje asfalt aangebracht dat bij de aanzettingen is afgebrokkeld. Je moet voortdurend je aandacht bij de weg houden om de scheuren overdwars of in de lengterichting te ontwijken. Soms zijn de kuilen zo groot, dat er volgens Gatze welhaast een fiets in past. En dan te bedenken dat we over de belangrijkste regionale weg fietsen. De Betonwei bij Drogeham was hier heilig bij. Het is een wonder dat er geen ongelukken gebeuren en dat er aan het eind van de dag zelfs geen enkel schadegeval is.
Meertje bij de camping Aan de kant van de weg is de plek van een ongeval gemarkeerd met twee kruisen, een grote en een kleine. Moeder met kind, stel je je dan voor. Het is het zoveelste herinneringsteken aan een dodelijk ongeval onderweg. Opvallend is het grote verschil in uitvoering van de gedenktekens. In Duitsland heb ik zelfs een in marmer gehouwen herdenkingsmonument aan zo'n ongeluk gezien. In Tsjechië waren het meestal houten kruisen en in Hongarije en hier in Roemenië vooral ijzeren kruisen met krullen.
De camping voorbij Bistrita is heel sober. Het kampeerveldje was diezelfde ochtend nog met de zeis gemaaid en ze hadden nog geen gelegenheid gehad het gras op te harken. Er stond een beste snee op! Jappie en ik besluiten samen zo'n trekkershutje te huren voor één nacht. De kosten bedragen 250.000 lei's oftewel 7,50 euro.
We kunnen inmiddels in de verte de Karpaten al zien liggen. Benieuwd wat de dag van morgen weer zal brengen. Trouwens de dag van vandaag heeft nog een verrassing in petto. Als we 's avonds voor het slapen gaan nog even wat willen gaan drinken in het restaurant bij de camping blijkt deze omgebouwd te zijn tot nachtclub. Een drietal schaars geklede dames - en zelfs die laatste prulletjes gaan ook nog uit - geven een demonstratie paaldansen.

 
 
Dag 19 Bistrita - Vatra Dornei.
 
Woensdag, 26 mei

Bistrita - Vatra Dornei, afstand: 76 km.

Pauze voor de klim Het is vandaag genieten geblazen. Een prachtige tocht door de Karpaten over de 1200 meter hoge Pasul Tihuta. We hadden ons al vaak afgevraagd hoe deze étappe zou worden. De Karpaten doorsnijden heel Roemenië zodat je er onmogelijk omheen kunt. Niemand had ons kunnen vertellen hoe steil de Karpaten hier zouden zijn. Dat viel best mee. Veel lange, maar niet steile hellingen, sommige met een stijgingspercentage van zo'n 7 à 8 %. Tussendoor ook wel vlakke stukjes en soms weer wat naar beneden, prima te doen dus. Het valt trouwens op, dat verschillende fietsers de afgelopen weken behoorlijk aan klimcapaciteiten hebben gewonnen.
De Karpaten Onderweg heb je schitterende vergezichten op de dalen beneden je en de toppen van de Muntii Culinani in het zuiden en de Muntii Rodnei in het noorden. De hoogste toppen zijn nog bedekt met sneeuw. Volgens de informatie leven er in de Karpaten in Roemenië nog veel wolven, lynxen en zelfs bruine beren. Het kan zijn, dat ik te snel heb gefietst, maar ik heb niet één van deze diersoorten gezien.
Twee kilometer voor hotel Dracula staat Wobbe: "Nog maar ruim één kilometer en je bent er!" In werkelijkheid zijn het er ruim twee voor we boven zijn. Daar aangekomen deelt hij kranten uit voor onder de trui en trekken we onze jasjes aan. Maar we zijn er nog lang niet. Het hoogste punt van de pas blijkt nog kilometers verderop te liggen. Dat betekent, dat we met al die kleren aan nog verschillende hellingen moeten beklimmen.
Orthodoxe kerk in Vatra Dornei De afdaling is niet om echt van te genieten door het slechte wegdek. Voortdurend in de remmen en je moet het stuur stevig omklemd houden anders slaat het je uit handen. Doordat je steeds je ogen op de weg moet houden gaat de omgeving bijna ongezien aan ons voorbij. Weer beneden in de bewoonde wereld aangekomen hebben we pauze op een modderig pleintje aan de weg. Een tankauto komt hier melk verzamelen dat door de boeren op hun wagen hier naar toe wordt gebracht. Het wordt al weer koud en nattig zodat we maar snel onze tocht hervatten.
De camping in Vatra Dornei ligt vrij hoog zodat je een mooi uitzicht hebt op het stadje. Aan de andere kant van de bebouwing staan de liften voor de wintersporters werkloos te zijn. Fhilip heeft contact gehad met de bus met Friezen, die ons zullen verwelkomen in Schitu Stavnic. Zij komen vanmiddag door Vatra Dornei. Hij rijdt ze met een auto tegemoet. Even zijn vrouw dag zeggen. Mindert blijkt ook in de bus te zitten, hij voegt zich hier weer bij de groep.
Doordat we al vroeg op de camping zijn hebben we alle tijd op verkenning te gaan. Vatra Dornei is een leuk stadje, op het centraal pleintje drinken we op ons gemak een drankje. Aan de overkant van de trein is een nieuwe grote orthodoxe kerk gebouwd. Vooral van binnen is dat een grote verrassing. Een prachtige decoratie met veel sfeer en symboliek. Een vriendelijke vrouw wil ons graag van alles vertellen, jammer dat we elkaar niet kunnen verstaan.

 
 
Dag 20 Vatra Dornei - Piatra Neamt
 
Donderdag, 27 mei

Vatra Dornei - Piatra Neamt, afstand: 163 km.

De rivier Bistriti Deze op één na laatste fietsdag alweer een schitterende route. We dalen heel geleidelijk verder af door het dal van het riviertje de Bistriti. De weg slalomt voortdurend, dan weer links, dan weer rechts van het water. Aan weerszijden domineren de toppen - sommige tot meer dan 1500 meter - van de Muntii Stanisoarei en de Muntii Bistritei de omgeving. Koeien grazen vrij in de berm langs de weg. De melk staat in één of twee bussen langs de weg, klaar om opgehaald te worden. Soms staat er alleen maar een emmer met een doek erover heen.
Ze zijn hier op verschillende trajecten met de weg bezig. Over grote lengten zijn slechte stroken vrij diep uitgefreesd. Daardoor zijn er scherpe randen ontstaan zodat het oppassen geblazen is. Bij ons zouden de uitgefreesde gedeelten direct weer met asfalt opgevuld worden, maar dat hebben ze hier kennelijk nog niet bedacht.
Een prachtige plek om te pauzeren Langs de weg staat een zigeunerfamilie met hun huifwagen. De vrouwen hebben net de was over de struiken uitgespreid om te drogen. De kinderen hollen naar de weg, smekend om geld. Even verderop staan de mannen scheldend en met gebalde vuisten de auto van Tsjibbe en Wobbe na te kijken. Later vertellen zij, dat ze zelfs met stenen waren bekogeld omdat ze niet wilden stoppen.
Op een prachtig gelegen grasveldje langs de rivier hebben we koffiepauze. Een smalle houten hangbrug brengt de bewoners aan de andere kant van de rivier naar de overkant. De zon schijnt vandaag weer uitbundig.
Voetbrug naar Piatra Neamt Na Polana Largului mondt de rivier uit in het Izvorul Muntelui. Dit is een uitgestrekt, grillig gevormd stuwmeer dat de fietser elke keer weer op een adembenemend mooi uitzicht vergast. Bij Bicaz rijden we onderlangs de tientallen meters hoge stuwdam. Er wordt hier elektriciteit opgewekt.
Verderop moeten we weer regelmatig stevig klimmen. Met deze temperatuur betekent dat behoorlijk transpireren. Een paar keer moeten we een spoorlijn oversteken. Dan moet je extra uitkijken omdat de spoorstaven óf een eind boven het wegdek uitsteken of diep in het wegdek zijn weggestopt. En als er dan ook nog grote kuilen in de overweg zitten vergt het heel wat stuurmanskunst om de rails een beetje haaks over te steken.
In Piatra Neamt vinden we een simpele camping aan de rivier zonder douches, dat betekent alleen even poedelen vanavond. Om eerlijk te zijn vindt ik het niet erg, dat het kamperen er bijna opzit. Na het avondeten lopen we via een voetgangersbrug naar de overkant van het water naar de stad. Eerst over het spoor, dan door een paar naargeestige straten met aan weerszijden van die treurige woonblokken. We zoeken een terrasje op om wat te drinken. Mijn wodka smaakt prima.

 
 
Dag 21 Piatra Neamt - Schitu Stavnic!
 
Vrijdag, 28 mei

Piatra Neamt - Schitu Stavnic!, afstand: 162 km.

Langs de weg Targu - Iasi

Piatra Neamt blijkt een grote levendige stad te zijn. Dat hadden we gisteravond, toen we langs die ene doorgaande weg om een biertent zochten niet kunnen bevroeden. Zoals ik al vaker in Roemenië had gezien staan ook hier op sommige kruispunten stoplichten die in rood of groen de resterende seconden rood c.q. groen aangeven. Dat doet wel attent aan.
Het landschap naar Roman is behoorlijk glooiend met lange zichtlijnen, zoals de lange deining op de oceaan. Op de hellingen van de groene heuvels zijn grote vlakkere delen in gebruik als bouwland. Deze velden zijn opgedeeld in smalle stroken, afwisselend beteeld met maïs, graan, zonnebloemen en een enkel perceeltje aardappelen. Er wordt druk op het land gewerkt, ouderwets gezellig.
De traditionele wijze van welkom Na Roman wacht de vrachtauto ons op voor de koffiepauze. De stoelen zijn al uitgezet. Het is al warm, de zon brandt aan een wolkenloze hemel. De eigenaar van het motel in aanbouw is kennelijk niet blij, dat wij alvast van zijn parkeerterrein gebruik maken. Maar met een paar flesjes Dextra van Johannes is hij weer tevreden gesteld.
Na Targu Frumos buigt de weg in oostelijke richting af. We fietsen nu door een uitgestrekte grasvlakte. De weg heeft hier aan beide kanten een brede strook buiten de witte streep, kennelijk speciaal zo breed gemaakt voor paard en wagen. Ook voor ons fietsers heel comfortabel. We hebben een stevige wind tegen. Op 100 kilometer kijken we uit naar de volgende stop maar die laat nog op zich wachten. Dan tellen die extra kilometers zwaar. Eindelijk zien we de vrachtauto aan de kant staan.

Het koperorkestje luistert de ontvangst op Hier en daar staan houten optrekjes voor het vee met een houten omheining in de grasvlakte. Twee mannen zijn bezig de schapen te melken. Verderop loopt een herder met een koppel koeien. Als ik door mijn oogharen kijk en als ik het dorpje in de verte en de spoorlijn wegdenk waan ik mij in Mongolië.
Een eind verder is links van de weg de camping waar we vanavond onze tentjes voor de laatste keer op zullen zetten. André en zijn vriendin voegen zich hier bij de karavaan. Nog een laatste ruk en we zijn in Iasi. Voor de stad wacht de politie ons op om ons door het drukke stadsverkeer te loodsen. Met een "buiksprekersgeluid" wordt de weg vrijgemaakt en zonder oponthoud fietsen we de stad door.
Bauke blijkt populair! Daar worden we opgewacht door Antoinette Smidts, die verschillende Nederlandse projecten in Roemenië coördineert. Het zijn nog twintig lange kilometers naar Schitu Stavnic. Voor het dorpje wacht ons nog een pittige klim, de laatste loodjes wegen letterlijk zwaar. Voor de laatste keer de ketting op het kleine blad.
Nog één keer de bocht om en daar staan een heleboel mensen, vrouwen en mannen, jongens en meisjes ons enthousiast toe te juichen. Het hele dorp is uitgelopen om ons welkom te heten. Op de traditionele wijze worden we persoonlijk door de burgemeester verwelkomd. Elke fietser en begeleider breekt een stuk brood af en doopt het in een schoteltje zout. Als het stuk brood is weggeslikt neem je een teug wijn uit een grote kruik. Lekkere wijn! De hele ceremonie wordt vrolijk omlijst door een koperorkestje, dat typische Oost-Europese muziek speelt. Het duurt niet lang of er wordt uitbundig gedanst. Karst zit rechtstreeks in de uitzending van Omrop Fryslân zodat ze thuis ook weten, dat we heelhuids in Schitu Stavnic aangekomen zijn.

We worden toegezongen door de schoolkinderen Na een toespraak van Wopke Marra namens de Stichting - hij kan alvast 70.000 euro overhandige voor het nieuwe project - worden we toegezongen door de schoolkinderen. Zij hebben duidelijk heel erg hun best gedaan. Er worden zelfs een paar teksten in het Fries declameert. De kinderen hebben hun allermooiste kleren aangetrokken. De onderwijzeres is een juf uit het boekje: kokerrok met blouse en een knoetje in de nek.
Zodra het programma is afgelopen volgt een run op de biertap want we smachten naar wat te drinken. De dorpsbewoners drommen om ons heen en verschillende kinderen bieden ons een bloem aan. Wij maken nu ook kennis met de groep uit Friesland, die eerder met de bus in Schitu Stavnic was gearriveerd. Vooral de fietsers en begeleiders, wiens vrouw met de bus was gekomen, kunnen hun geluk niet op. In één van de lokalen wordt ons een maaltijd voorgeschoteld met een heerlijke cake na. De juf wordt niet moe bier en wodka aan te slepen. Het is maar gelukkig, dat we straks met de bus naar de camping worden gebracht. Ook de "busgroep" laat zich niet onbetuigd. Het is duidelijk, dat zij het op hun reis hierheen ook heel gezellig hebben gehad.

 
 
Dag 22 Schitu Stavnic
 
Zaterdag, 29 mei

Schitu Stavnic.

De nieuwe school Vandaag vieren Bauke en Tine hun 40-jarig huwelijksfeest. Tijdens het ontbijt krijgen ze een tweepersoons krans omgehangen en worden ze enthousiast toegezongen. Vanavond zijn we van plan een feestje te bouwen om dit heugelijke feit te vieren.
De kleren hangen over een touw in de kamer We zullen vandaag nader kennis maken met Schitu Stavnic. 's Morgens worden er voor de kinderen van de school kinderfeesten georganiseerd. Vlaggetje steken en zo. De jeugd hier is al net zo fanatiek als bij ons. De Stichting heeft voor alle leerlingen nieuwe kleren gekocht. Glunderend lopen ze in hun pas gekregen kleren te showen.
Met de beide tolken maken we nu een wandeling door het dorp. In 1997 is met geld van de Stichting Garyp - Earnewâld een nieuwe school in Schitu Stavnic gerealiseerd. Het gebouw ziet er nog keurig uit, zowel van buiten als van binnen. Aan alles is te merken, dat deze school een belangrijke functie vervult in het dorp.
En vooral de jonge generatie zal er van profiteren. Het schijnt, dat het verzuim na het in gebruik nemen van de nieuwe school, tot vrijwel nul is gereduceerd. Wie de jeugd heeft heeft de toekomst! Achter de school staat nog het oude schoolgebouw, een verschil van dag en nacht.

De oude school, een heel verschil We bekijken een huisje waar het hele gezin van vader, moeder en drie kinderen in één kamer woont en slaapt. De kleren hangen gewoon over een touw, dat door de kamer is gespannen. Met Friese hulp is er een golfplaten dak opgemaakt. De "heer des huizes" laat via de tolk weten, dat hij zich eigenlijk schaamt zo met zijn gezin te moeten leven. Ik vraag mij af of hij het in Nederland ver zou schoppen.
Hij probeert met pottenbakker zijn kostje bij elkaar te scharrelen Verderop wordt onze groep aangesproken door een man, die graag wil laten zien hoe hij zijn potten draait. Op die manier probeert hij de kost voor zijn gezin bij elkaar te scharrelen. De potten worden vooral op de markt in Iasi verkocht. Het gaat hem best handig af, in een minuut of tien heeft hij een mooie kruik met handvat klaar. Op het erf bij zijn tuin heeft hij een lemen oven waar de potten en kruiken worden gebakken. Voor het glazuur wordt het zuur uit oude accu's gebruikt. Ik koop een leuke kruik voor 25.000 lei's oftewel 0,60 euro. In de woonkamer en zijn werkruimte waar hij de draaitafel heeft staan brede bedden waar de familie op slaapt.
De weg door het dorp is onverhard met diepe karrensporen. Het is al een paar dagen droog maar je kunt je voorstellen, dat na hevige regen de straat bijna onbegaanbaar zal zijn. De wagens die de boeren hier in Roemenië gebruiken zijn heel eenvoudig, wél meestal met luchtbanden. Als rem draait men van achteren eenvoudig een balk tegen de achterwielen. Heel apart is, dat alle karren tegen het achterschot een plaat met kenteken hebben. De paarden hebben allemaal een rode kwast achter het oog aan het hoofdstel. Zou dat dezelfde functie hebben als een oogklep bij ons zodat ze minder snel schrikken?
De onverharde weg door Schitu Stavnic Plotseling wordt de rust in het dorp wreed verstoord door schallende muziek uit luidsprekers op een auto. Het blijkt een verkiezingskaravaan te zijn; over drie weken is de burgemeestersverkiezing. Een boze vrouw, die ons vanaf haar erf toespreekt, heeft er geen goed woord voor over: "Nu beloven ze allemaal de mooiste dingen maar na de verkiezing zijn ze alles ineens vergeten!" Zij draagt een grijsgroen operatie-uniform uit een westers ziekenhuis. "Hospital property" vermeldt de tekst op haar maag. De vrouw is weduwe. Op haar erf staat een trekker. Alleen haar broer kan er mee omgaan. Maar die kan maar eens in de twee weken.
We wandelen verder door het dorp. De huizen beschikken niet over waterleiding. Alle water moet uit de put naar boven worden gehaald. Het erf rond het huis wordt vaak benut om wat groenten te verbouwen. Of de kippen scharrelen vrij op het erf rond. Soms worden er ook ganzen en kalkoenen gehouden. Wij uit ons welvarende Nederland kunnen ons nauwelijks voorstellen onder welke erbarmelijke omstandigheden de mensen hier wonen en leven.
Meerdere dorpsbewoners klampen ons aan: of we asjeblieft ook hun huis willen bekijken. Ik begin me zo langzamerhand wat opgelaten te voelen. Dan belt Radio Eenhoorn voor een interview.
 
 

Waterleiding is er niet in het dorp

Karst zingt het Bauke-en-Tine-levenslied 's Middags worden alle dorpsbewoners getrakteerd op een hamburger en twee consumpties. Daartoe zijn alle bewoners nauwkeurig op een lijst genoteerd. Anders zouden ook de bewoners uit de omgeving consumptiebonnen kunnen halen. Er zijn verschillende families, die hun drinken in een fles overgieten. Dan kunnen ze er de komende dagen ook nog van genieten. Iedereen is op z'n paasbest gekleed. Vooral onder de jeugd zijn er met heel moderne kleding. Sommige meisjes hebben zich zelfs duidelijk uitdagend uitgedost. Wel valt het ons op, dat meeste jongens en meisjes veel jonger lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Dat zal vast met de slechte voeding te maken hebben.
Een internationaal vermaard zigeunerorkest speelt de sterren van de hemel Hetzelfde orkestje van gisteren komt het dorpsfeest weer opvrolijken. Een oude vrouw, met haar schort nog om, danst vol overtuiging. Spoedig zit de stemming er goed in en wordt er enthousiast gedanst. De fietsen worden uit de school gehaald. Na "omgebouwd" te zijn worden ze allemaal in dozen in de vrachtwagen geladen. Dan nemen we afscheid. Toegespeeld door het orkestje en uitgewuifd door de dorpelingen vertrekken we per bus.
Op de camping genieten we nog één keer van een prima "Iglo-maaltijd", heet uit de oven. Het begint al donker te worden als het feest ter gelegenheid van het 40-jarig huwelijk van Bauke en Tine begint. Bij het licht van gezellig flikkerende waxinelichtjes bezingt Karst de levensgeschiedenis van het bruidspaar. De aardige campingeigenaar heeft aardigheid aan ons gezelschap. Als hoogtepunt van het feest klinkt er plotseling een geweldig stuk muziek. Een internationaal vermaard zigeunerorkest, dat een trouwerij in Iasi had opgeluisterd, blaast de sterren van de hemel. Zo'n bruiloft hadden Bauke en Tine niet van kunnen dromen.

 
 
Dag 23 Iasi
 
Zondag, 30 mei

Iasi.

Het stadhuis van Iasi

De laatste dag hier in Moldavië hebben we gelegenheid voor sightseeing in Iasi. De naam van deze stad spreek je uit als "Jas".

In vroeger tijden - lees ik in de reisgids - was Iasi de hoofdstad van het land Moldavië, wat de huidige ex-Sovjetrepubliek Moldavië en de Roemeense streek Moldavië behelsde. Het was in 1349 gesticht door voivod ("vorst") Begdan. In de tweede helft van de vijftiende eeuw beleefde het een korte periode van onafhankelijkheid onder Stefan cel Mare (Stefan de Grote). In 1511 kwam het onder Turkse heerschappij en tussen 1768 en 1854 werd Moldavië overheerst door de Russen. Na een korte bezetting door de Oostenrijkers gingen de prinsendommen Moldavië en Walachije in 1859 samen en werd Iasi de hoofdstad van het nieuwe land. Drie jaar later voegde ook Roemenië ch bij deze 'fusie' en werd Boekarest de nieuwe hoofdstad. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verhuisde de regering tijdelijk terug naar Iasi.
De Stefan cel Mare straat is vandaag autovrij De landstreek Moldavië, de 150 kilometer brede strook heuvel- en bergland oostelijk van de Karpaten wordt door de Roemenen gezien als het meest "eigen" en ongerepte deel van het land. Sommige streken lijken nog niet aangeraakt door de vooruitgang, dat hebben we gisteren met eigen ogen kunnen aanschouwen. In kleine dorpjes, die slechts via niet of nauwelijks verharde wegen bereikt kunnen worden, leiden de bewoners vrijwel hetzelfde leven als hun grootouders.
Qua cultuur heeft Iasi een rijke historie en ooit was de stad was de zetel van de orthodoxe metropoliet. Onder de lindeboom mediteerde Mihai Eminescu, waarna hij 's avonds naar de wijnkelders ging om te debatteren met Creanga en Caragiale. In 1860 werd hier Roemeniës eerste universiteit gesticht.

Voor de Schouwburg is een kunstmarkt

Helaas is Iasi nogal gehavend uit de Causescu-tijdperk tevoorschijn gekomen. Kolossale hotels zijn vlak naast of pal voor historische gebouwen neergezet. De kleine 350.000 inwoners wonen voor een belangrijk deel in naargeestige woonkazernes. De geschiedenis is echter zo rijk dat er nog genoeg moois valt te zien in hoofdzaak geconcentreerd rond de Str. Stefan cel Mare. Er wordt druk gerestaureerd. Vele rampen doorstond de stad zoals branden, aardbevingen en invallen van Polen, Tartaren en Turken.
Tegenover de schouwburg de St.-Gheorghe kathedraal Met Cor en Henk loop ik de Stefan cel Mare straat in die vandaag voor het autoverkeer is afgesloten zodat het publiek beslag heeft genomen van de brede straat. De jeugd kan er vandaag vrij rolschaatsen of zijn kunsten met de skateboard vertonen. Voor we de belangrijkste bezienswaardigheden gaan bekijken drinken we op het terrasje voor een pizzeria koffie met een lekker stuk Tiramisu. Regelmatig proberen zigeunerkinderen bij de gasten te bedelen. Ze worden echter meteen verjaagd. We zien alledrie tegen de terugreis op; drie lange dagen in de bus. Gelukkig heb ik het laatste boek van Geert Mak mee: "In Europa", een dikke pil met meer dan 1100 bladzijden. Cor en Henk hebben er niet aan gedacht leesvoer mee te nemen. Daar kom je naast het fietsen toch niet aan toe, hadden ze terecht aangenomen. Maar ze hadden er niet aan gedacht, dat we ook nog een paar dagen in de bus zitten. Dus kijken we allereerst uit of er vandaag ergens een winkel in Iasi open is waar men ook Engelse boeken verkoopt. Dat blijkt een moeilijke zoektocht. Maar uiteindelijk treffen we een boekwinkel waar in een schap een stapeltje van vijf boeken in het engels ligt. De keus is wel erg beperkt maar allebei lopen ze met een boek, ik geloof van Dickens, de straat weer op.
De St.-Gheorghe kathedraal Na op hetzelfde terrasje een pizza verorberd te hebben worden nu de belangrijkste bezienswaardigheden bekeken. In de voorheen bisschoppelijke en daarna metropoliete St.-Gheorghe-kerk uit 1761 staan de gelovigen in de rij om de verschillende iconen te kunnen kussen. Ik blijft het een onhygiënisch ritueel vinden. Bij één icoon schrijft datzelfde ritueel kennelijk voor dat je nadat je het icoon hebt gekust onder de tafel doorkruipt om verder te lopen. De witte, met drukke ornamenten versierde Trei Ierarhie-kerk staat van buiten en van binnen volop in de steigers. Binnen ligt het graf van Ioan Cuza, de eerste koning van het verenigd Roemenië.
Het in 1906 gebouwde Cultuurpaleis Gezichtsbepalend in de stad is het Cultuurpaleis uit 1906 aan de kop van de Str. Stefan cel Mare. Het is zowel van buiten als van binnen een imponerend bouwwerk, dat vier musea huisvest. Helaas ontbreekt ons de tijd om één of meer van deze musea te bezoeken. Voor het Cultuurpaleis staat een Roemeense "Frambus" op passagiers te wachten.
Je wordt hier regelmatig aangesproken door bedelaars, voor een deel zigeuners. Dat is nu eenmaal een bijproduct van een grote stad. Ik moet trouwens zeggen, dat ik in Polen en Hongarije wel eens meer last heb gehad van hinderlijk opdringerige zigeuners als hier in Roemenië, afgezien van die ervaring na Vatra Dornei dan.
's Avonds biedt de Stichting ons een diner aan in het drie sterren restaurant Onyx. De Roemeense gasten zijn opvallend duur gekleed en de dames lijken met elkaar te wedijveren wie het meest riante decolleté heeft. Dit zijn overduidelijk de nieuwe rijken in Iasi en ze schamen zich er niet voor, integendeel. Het steekt wel heel erg schril af tegen de armoede gisteren in Schitu Stavnic.
Terug gekomen op de camping heeft de eigenaar de tafels klaar gezet voor een "wijnproeverij". Het wordt een gezellige laatste avond, ondersteund door de gitaar van Karst.

 
 
Dag 24 t/m 26 De terugreis
 
Maandag, 31 mei t/m woensdag, 2 juni

De terugreis.

Het ontbijt als galgenmaal

Maandagmorgen heeft de campingeigenaar nog een grandioos ontbijt geregeld in het restaurant bij de camping. Hij had het wel geweldig met ons voor. Overigens is de kok ook zichtbaar trots op het resultaat.
Half negen staat de bus voor, die ons terug naar huis zal brengen. De touringcar van Hofstra, die op de heenreis halfvol had gezeten met de enthousiaste Friezen, die bij onze aankomst in Schitu Stavnic wilden zijn, is nu op enkele zitplaatsen na helemaal vol. Onderweg slapen we in hotels, wat een luxe! Drie dagen in de bus is haast meer vermoeiend dan drie weken op de fiets. Ik maak een behoorlijk begin in "In Europa" van Geert Mak. Leuk is, dat Roemenië ook uitgebreid aan de orde komt. Het land is nogal eens speelbal van de internationale politiek geweest!
De kok is zichtbaar trots op het resultaat Overigens heb ik best zin weer thuis te zijn. Lekker in het eigen bed slapen! Toch kunnen we terug zien op een prachtige reis. Een geweldige fietstocht zonder ongelukken of schade aan de fiets. Het is verbazend hoe de zeer heterogeen samengestelde fietsersgroep op elkaar ingespeeld was. Enkele zeer sterken buiten beschouwing latend ontliepen we elkaar nauwelijks wat fietsen betreft. En eigenlijk is er de hele tocht nauwelijks een onvertogen woord gevallen, dat mag best bijzonder heten.
Woensdag 's avonds om precies negen uur rijden we Garyp binnen. Een grote groep familie, vrienden en andere belangstellende staat ons op te wachten. Het muziekkorps van Garyp zorgt voor een muzikaal welkom.
 

Tableau de troupe


 
 
 
c lose