Merel

Turdus merula (lat.)

Swarte klyster (fries)

Lyster (bildts)

 
 
Merel
 
 
Kenmerken: Mannetjes zwart, snavel geel, in het 1ste levensjaar nog donker hoornkleurig. Vrouwtjes donkerbruin, onderdelen met in elkaar overlopende vlekken, snavel donkerbruin.
Habitat: Overal waar bomen en struiken zijn, zelfs in de grote stad.
Voedsel: Regenwormen, insekten, slakken, die uit de grond worden gepeuterd, gekrabbeld of getrokken. In herfst en winter overwegend bessen en andere vruchten, die van boom of struik worden geplukt.
Voortplanting: Nest in heggen, bosjes, bomen, hekwerken, op balkons, enz.; legsel 3-6 eieren. Tijd van broeden 11-15, broedzorg 12-16 dagen. 2-3 broedsels per jaar.
Lijsters zijn volmaakte zangers en met name de merel laat al vroeg in het voorjaar ook voor stedelingen zijn wonderbaarlijk, vol gezang horen. Er is wel eens wat verwarring. Velen denken dat de zwarte vogels met gele snavel merels zijn en de overeenkomstige bruine vogels lijsters. In werkelijkheid zijn dat resp. mannetjes en vrouwtjes. De naam 'lijster' is trouwens een overkoepelende naam die staat voor een groep vogels uit het geslacht Turdus. Wel is verwarring mogelijk met de hierna volgende soort, de zanglijster.