Vrouwbuurtstermolen, 31 maart 2020    

De schaduwzijde van een restauratie

Molenaar Jan Braaksma op 'zijn' Vrouwbuurtstermolen

De laatste restauratie van de Vrouwbuurtstermolen was nog niet eens afgerond of stormschade sloeg toe. Bovendien deed zich een forse tegenvaller voor. Het is het verhaal van zovele molens.

Maria Del Grosso

De onderdelen vlogen molenaar Jan Braaksma van de Vrouwbuurtstermolen in Vrouwenparochie om de oren. Tijdens een test met de molenrestaurateur ergens in december om het nieuwe spoorwiel te testen, begaf het varkenswiel het onverwacht. "We hadden wel gezien dat dit wiel niet honderd punten was, maar dachten dat het nog wel een paar jaar mee kon."

Voor het bestuur van de Stichting de Vrouwbuurtstermolen was het meteen duidelijk, vertellen bestuursleden Arjen Hoogland en Klaske Miedema. "Dan weet je: die moet vervangen. Maar deze investering hebben we niet opgenomen in de komende onderhoudsperiode." De plannen daarvoor werden al in augustus 2019 ingediend. "Je houdt altijd rekening met onderhoud van de draaiende delen." Vervanging van dit specifieke rad zat daar niet bij. Dat kost al gauw zo'n 12.000 tot 15.000 euro, schatten ze, met alle bijkomende kosten van bijvoorbeeld plaatsing een extra kostenpost van 34.000 euro.

De februaristormen deden er nog een schepje bovenop. Op een dag zag Braaksma dat zink van de molen afgewaaid was. "Het is tijdelijk hersteld, maar ook dit moet vervangen worden.'' De drie vertellen het bij de graanmolen waar grote stilte heerst. Net toen de laatste restauratie afgerond was en de wieken op zaterdag weer zouden gaan draaien, brak de coronacrisis uit.

De zaterdag vormt één van de inkomstenbronnen van de molen. Braaksma en zijn mede-molenaars maken er bloem en meel dat geschikt is om pannenkoeken te bakken. Het pannenkoekmeel vindt gretig aftrek, reden dat de molen ook wel pannenkoekmolen wordt genoemd. De openstelling op zaterdag is verboden, verkoop op markten komt er voorlopig ook niet van.

Terwijl de molen uit 1854 er als een pronkje bij staat, groeien bij bestuur en molenaar de zorgen over de instandhouding. "Wij worden niet zo gauw zenuwachtig. We gaan er weer voor, maar een molen hou je niet zo maar in de benen", schetst Hoogland. Terwijl het bestuur er heel wat aan gelegen is om de toekomst veilig te stellen. De molen stond er tot de jaren zeventig niet best voor. Het was aan de Bildtse familie Kooi te danken dat een langdurige restauratie het bouwwerk er weer bovenop hielp. "Dan is het nu aan ons om dat zo te houden."

De pannenkoekmolen heeft over donateurs niet te klagen. Er zijn er zo'n tweehonderd naast bedrijven die dit historisch object sponsoren. Dat geld heeft echter al een vaste bestemming. Het wordt gebruikt voor het verzekeringsgeld dat een groot deel van de jaarlijkse kosten opslokt. "Daar zitten alle molenclubs mee. De brandverzekering is een grote kostenpost. Wij zijn ook nog uniek omdat we een zelfstandige stichting zijn."

Dat levert aan de andere kant een voordeel op, denkt Miedema. De molen is geworteld in de streek en is daarom geliefd bij de Bilkerts. "We hebben een bestuurslid dat honing maakt, waar we veel van verkopen. We kregen een pruimenboom ter beschikking waar we vierhonderd potjes jam en compot van hebben gemaakt. Allemaal in een ommezien verkocht." Daarnaast dient de molen als trouwplek.

De landelijke actie NLdoet is altijd de manier om met vrijwilligers de molen en omgeving schoon te maken. Ook dat is gratis support, dat dit jaar wegviel vanwege de coronamaatregelen. "Zo'n actie daar kunnen wij niet zonder. We gaan het zeker op een later tijdstip alsnog doen."

Uitgangspunt voor molenaar en stichting is dat de molen moet draaien. "Dat vindt iedereen leuk", merkt Braaksma. Hij groeide op bij de molen en weet van kleins af aan niet anders dan dat het markante werktuig langs het water de Ouwe Rij bij het dorpsbeeld hoort. Molenaar worden zat toen al wat in zijn achterhoofd, maar zijn leven werd eerst opgeslokt door sport en muziek. Toen dat afnam, kwam de oude molenaarswens weer naar boven.

Tijdens de laatste restauratieronde, tussen 2015 en 2020, was er voor Vrouwenparochie 80.000 euro beschikbaar aan subsidies. Rijk, provincie en gemeente dragen een deel bij op voorwaarde dat een organisatie cofinanciering zoekt. Dan komt het fondsen aanschrijven om de hoek kijken. Miedema weet daar alles van. Met secretaris Atje Tadema neemt ze dit "pokkewerk" op zich. "Je moet alles op de goede manier omschrijven en verantwoorden, anders kun je het wel vergeten. Gelukkig kregen wij de laatste periode maar van één fonds een afwijzing."

"Zo'n actie
daar kunnen wij niet zonder."

En er kwam steun voor de vervanging van het spoorwiel, een van de duurdere onderdelen van het laatste restauratieplan. Die was namelijk alleen als klein onderhoud in het plan opgenomen, maar moest helemaal vervangen worden. Elf fondsen steunden het initiatief: het Bouwcultuurfonds, het Dinamofonds, P.W. Janssen's Stichting, Hendrik Mullerfonds, stichting TBI, Meindersma-Sybenga Stichting, Boelstra-Olivier Stichting, Juckema- Sideriusfonds, Bildtse Belangen, St Anthony Stichting en het Molenfonds. Voor dat laatste toog de stichting naar Amsterdam om uitleg te geven over de investering.

Hoe lang hou je zoiets vol, vraagt het trio zich af, als er steeds weer tegenvallers zijn. Ze herinneren zich de opening van de gerestaureerde molen door Atje Keulen Deelstra. De restauratie werd afgesloten met een feest, georganiseerd door de Leeuwarder Lionsclub. De opbrengst van dit Mallemolenfeest was weer voor de molen bestemd. Het feest werd daarna nog een keer of vijf, zes herhaald in wat nu het WTX Expo is. Alleen werd er steeds een ander goed doel aan verbonden en moest de Vrouwbuurtstermolen weer andere inkomstenbronnen aanboren.

De drie blijven hoopvol en grijpen elk initiatief aan. Soms kan het heel simpel zijn, wijzen ze naar het naastgelegen restaurant De Molen. "Toen wij een sprinklerinstallatie inclusief beveiliging aan moesten schaffen, betekende dat dat er stroom in de molen moest komen. Dan kan je zelf een meterkast installeren, maar je kunt ook de buren vragen", geeft Braaksma al voorbeeld. "Wij hebben er goede buren aan, want we mogen hun stroom gebruiken."

Bron: Leeuwarder Courant