Oudebildtzijl, 7 maart 2020    

Naar Moskou! De Prutsers zoeken geluk

Raymond Muller in de toneelklassieker Trije susters. foto mOON SARIS

Wat zegt het werk van de Russische toneelschrijver Anton Tsjechov de huidige generatie theatermakers nog? 118 jaar na dato werpt een groep jonge Tryater-acteurs zich op de toneelklassieker Trije susters. Donderdagavond streken ze neer in Oudebildtzijl.

Kirsten van Santen

O, wat willen de drie zussen, scheppingen van de Russische toneelschrijver Anton Tsjechov, toch ongelofelijk graag naar Moskou! Want daar, dat weten ze zeker, zal het leven zoveel beter zijn, en ja ook veel zinvoller natuurlijk, dan hier, op het platteland. In Moskou, dat kan haast niet anders, zullen ze pas echt gelukkig worden, ze zullen er werken en zich als spontane, vrolijke en onbezonnen mensen ontpoppen. Dat kan allemaal, in Moskou.

In vier bedrijven en met een rijk palet aan personages schetste Tsjechov 118 jaar geleden in zijn tragikomische het verlangen van drie zussen om te vertrekken naar ‘verderop’. En hoe dat er almaar niet van komt. Er zijn niet alleen praktische bezwaren, maar ook intriges en emoties die de dames beletten om hun koffers te pakken.

Het was artistiek leider van Tryater, Ira Judkovskaja, die het klassieke toneelstuk aan de vijf jonge acteurs van de experimentele theaterformatie De Prutsers voorlegde. ‘Dit gaat over jullie’, zei ze. Dat wilden de jonge makers (Sjoerd Blom, Romke Gabe Draaijer, Raymond Muller, Eline de Vries en Brecht Wassenaar) wel onderzoeken.

De Prutsers speuren sinds 2017, samen met Judkovskaja, naar nieuwe theatervormen. Wat ze doen, komt kort gezegd neer op het volgende: al spelend maken ze een persoonlijke verbinding met de toneeltekst en dat doen ze al improviserend, spontaan. Een voorstelling is geen avond hetzelfde. Iedere speelbeurt zijn er nieuwe ontboezemingen. Een echte première is er dus ook niet.

Trije susters is in feite een voortdurend theatraal onderzoek. Leidraad is de tekst van Tsjechov – verder staat alles open en moeten de acteurs alert zijn op hun eigen emoties en op die van hun medespelers. Dat levert, in ieder geval donderdag in dorpskroeg Het Graauwe Paard in Oudebildtzijl, intens spel op.

Argeloze bezoekers maken een turbulente tijdreis tussen plaatsen en emoties. Ze schieten twee en een half uur lang heen en weer tussen het hedendaagse Bildt en de oude Russische provincie, tussen de zorgen en idealen van mensen die begin 1900 leefden en die van de twintigers en dertigers van nu. En dat ook nog eens meertalig; er wordt vrolijk geschakeld tussen Fries en Nederlands, en met een groot aantal personages die door verschillende acteurs worden gespeeld.

Een voorbeeld: de oudste zus, Olga, wordt in het eerste bedrijf neergezet door Raymond Muller. Zijn rol wordt in het vierde bedrijf overgenomen door Romke Gabe Draaijer. Hij zet een tikje andere Olga neer – zijn ‘eigen Olga’. En passant verklaart Draaijer waarom hij Olga zo graag wil spelen. "Ik ben thuis de jongste. Ik wil ook eens voelen hoe het is om de oudste te zijn." De herkenbaarheid komt door de omslagdoek die het tweetal gebruikt. De doek is Olga en de mens eronder slechts een marionet, een vertolker, een tijdelijk gebruiker van het personage.

Het duizelt menige Bildtse bezoeker aanvankelijk van al die talen, al die stemmen, al die intriges en filosofische bespiegelingen. "Moatst de kop der wol by hâlde", verzucht mijn tafelgenoot Sieger Rodenhuis. Zijn ogen glijden over de flyer die Tryater op de tafeltjes heeft neergelegd, met daarin een opsomming van de personages en waar ze aan te herkennen. Na de pauze laat Rodenhuis, kunstschilder, het blaadje echter voor wat het is en geeft zich over aan de potpourri van stemmen, inzichten, angsten en emotionele uitbarstingen van de zusjes (wat kan Brecht Wassenaar goed ‘ontploffen’!), de legerofficieren (met duvelstoejager Raymond Muller als gesjeesde stapkapitein Soljony), een oude huisvriend en broer Andrej (angstaanjagend vertolkt door Sjoerd Blom).

Rodenhuis doet er verstandig aan om zich over te geven. Want de toeschouwer hoeft niet alles te volgen om toch te kunnen genieten van Tsjechovs soms doldwaze, op hol geslagen universum en van dat van De Prutsers. Het is ongelofelijk spannend om mee te maken hoe Blom en Draaijer even uit een liefdesscène (‘Liefste, hoeveel jaren liggen er nog voor ons?!’) stappen en elkaar bedanken voor de jarenlange vriendschap in het hier en nu, om vervolgens weer terug te schieten in hun toneelrol. Het klinkt misschien wat ingewikkeld, maar het werkt.

‘Sjoch wat wy ha, de rykdom om
yn Fryslân Tsjechov te spyljen’

Zelfs als het even echt fout gaat en Romke Gabe Draaijer zijn tekst kwijt is ("Ehhh... Ik weet even niet waar ik ben!"), blijft de formule overeind. Misschien juist wel in dit stuk mag je falen. Er mag iets verkeerd lopen. Je mag prutsen. Als je de draad maar weer op weet te pakken, alleen, maar liever nog, met elkaar.

Eline de Vries, na afloop aan de bar, vertelt wat dit werk van Tsjechov voor haar betekent. Zij speelt Irina in het vierde bedrijf. Dat wilde De Vries graag, omdat dit personage het geluk steeds buiten zichzelf blijft zoeken. "Net als ik", zegt de actrice, grijnzend, Ze is net op reis geweest naar Nieuw-Zeeland. Draaijer knikt hevig van ja. "Minsken sykje it gelok hieltiid fier fuort. Wy ek. Wy woenen allegearre nei de toanielskoalle yn Amsterdam, want dát wie it, dát moast it weze. Mar it slagge net. En sjoch wat wy hjir ha – de rykdom, om hjir, in Fryslan, Tsjechov te spilje! Tichtby is ek goed." Eline: "Dêr is gjin Moskou foar nedich."

Trije susters is nog tot en met 4 april te zien in talloze dorpscafés.

Bron: Leeuwarder Courant