Sint Jacobiparochie, 6 november 2021

Laatste muskusrat uit Klaine Blikfaart weggevangen

Archiefbeeld van een muskusrat. In Friesland worden dit jaar hooguit 250 exemplaren gevangen. FOTO MARCEL VAN KAMMEN

Een halve liter bruingrijs water uit de Klaine Blikfaart bij Wier. Meer is er niet nodig om te bepalen of hier nog een verdwaalde muskusrat rondzwemt. Als dat zo is, dan verraadt het DNA in dode huid- en darmcellen in het water zijn aanwezigheid.

Cor de Boer

Per boot halen exotenbestrijders Abel de Boer en Jan Dijksma van Wetterskip Fryslân het watermonster op. Uit een buis die over de reling steekt, hangt een slangetje met een koperkleurig kegeltje dat door het water sleept. Het slorpt volautomatisch iedere 25 meter een teugje water op, 12,5 milliliter per keer. Na een kilometer hebben de mannen de buit binnen.

De pomp waar alles om draait zit verstopt in de ‘autosampler’, een transparant broodtrommeltje met vier knoppen in het deksel. Daaronder zit een groene printplaat met belangwekkende micro-elektronica en een lcd-schermpje. Terwijl Dijksma stuurt, is De Boer in de weer met het kastje, monsterflessen en zijn telefoon. Hij stelt trajecten in en fotografeert QR-codes, zodat precies vastligt waar en wanneer welk monster is binnengehaald.

Invasieve exoten

Het zoemende trommeltje met logo’s van de Unie van Waterschappen en de Universiteit van Amsterdam (UvA) is ontwikkeld in het kader van het Europese project Life MICA. Dat is opgetuigd om de populaties van beverratten en muskusratten in Nederland, Duitsland en Vlaanderen onder de duim te krijgen.

Beide soorten zijn aan het begin van de vorige eeuw vanuit Zuid- en Noord-Amerika naar Europa gehaald vanwege hun pels. Doordat ze zich ongewild in het wild ook prima bleken te redden, staan ze nu te boek als invasieve exoten, schadelijk voor dijken, biodiversiteit en landbouwgewassen.

De beverrat is in Friesland geen issue, zegt hoofd exotenbestrijding Niels Koetsier van het Wetterskip. De afgelopen winter zijn bij Earnewâld sporen gevonden van "een einzelgänger", maar die is ondanks een zoektocht met warmtebeeldcamera’s nooit teruggevonden. De muskusrat heeft zich hier wel tientallen jaren onstuimig gemanifesteerd als plaagsoort, maar is ondertussen ferm teruggedrongen.

Het driejarige EU-project brengt in twaalf regio’s op verschillende manieren moderne technologie in stelling om de dieren de baas te worden. Wetterskip Fryslân draait mee in twee onderdelen. Langs de Friese grens staan op tien plekken camera’s die passerende dieren vastleggen en uiteindelijk via algoritmes moeten leren focussen op binnentrekkende bever- en muskusratten. Het tweede is het onderzoek naar eDNA (omgevings-DNA), waarvoor Abel de Boer en Jan Dijksma deze donderdag zijn uitgevaren.

'Fakmanskip'

De twee gaan systematisch te werk, volgens een strijdplan van de Universiteit van Amsterdam. Het zoeken naar muskusrattenholen - de ingang zit altijd onder water - begint met een bemonsteringsronde over trajecten van 5 kilometer, waar om de 100 meter wat water wordt opgezogen. Wanneer hierin DNA opduikt, wordt het in vijf stukken van 1 kilometer preciezer bemonsterd, om het zoekgebied te verkleinen. Met puntmetingen proberen de vangers uiteindelijk zo dicht mogelijk bij een ‘bouw’ uit te komen.

De Boer: "Dat is it momint dat it oankomt op ús fakmanskip. Dan meie we mei de fuotten yn it wetter, om te sykjen nei fretspoaren en de yngong fan in hoal, om dęr in klem foar te setten". Op die manier kon hij in de Klaine Blikfaart dit jaar één muskusrat vangen. "Dat wie ien losse raam dy’t hjir op strúntocht wie en in pear gatten yn de wâl makke hie. It hat mear as twa wike duorre foardat ik him hie."

De controleronde die De Boer en Dijksma nu afwerken is bedoeld om te checken of er hier nu echt geen muskusrat meer zit. Dijksma: "As blykt dat we no klear binne, dan is it de bedoeling dat we hjir pas oer in jier wer komme foar in kontrôle."

Filterpapiertjes

Er is nog een hele serie bewerkingen nodig voordat vaststaat of in de zes flessen snippers muskusratten-DNA rondzweven. Dat is specialistenwerk.

Analist Yvonne Wiersma staat al buiten te wachten als De Boer de flessen met de watersamples komt afleveren bij het laboratorium van het Wetterskip in Leeuwarden. Zij is de volgende schakel in het onderzoek. Binnen heeft ze een filtratie-opstelling klaargezet. Wiersma drapeert er met een pincet ronde filterpapiertjes in (met gaatjes van 0,45 micrometer, waar DNA-sporen niet doorheen passen.) Daar worden zes bekers zonder bodem bovenop geklikt, waarin de flessen worden leeggegoten. Een vacuümpomp trekt het Blikfaartwater door de filters.

Om die natte papiertjes is het te doen. Wiersma vist ze een voor een - telkens met een schone pincet om vervuiling te voorkomen – uit de opstelling. Ze legt ze ondersteboven in speciale potjes met daarin een buffervloeistof, om het DNA te conserveren. De zes dichtgeschroefde potjes gaan in een pakketje naar de UvA, waar het echte speurwerk begint.

Dat is nog wel een klusje, weet Wiersma. Het DNA moet worden gecentrifugeerd en vermeerderd, om tot een bruikbare meting te komen. "It binne hiel lytse dieltsjes, dy’tst mei in mikroskoop noch net iens sjochst. Moatst der earst folle mear fan meitsje, foardatst der wat mei kinst." Over een dag of vijf doet de UvA verslag. Dan is duidelijk of er nog muskusratten rondhangen in de Blikfaart.

Tijd en geld

Dat deze experimentele aanpak in de proefgebieden dit jaar tot het wegvangen van welgeteld drie muskusratten heeft geleid, roept de vraag op of er niet heel veel tijd en (Europees) geld wordt gestoken in de jacht op een paar dieren. "Het klinkt niet als veel, maar het zijn wel dieren die we anders niet hadden gevonden. Er is ons juist alles aan gelegen om die laatste beesten te vangen", zegt Koetsier.

De Boer rekent voor: "Ast ien pearke rinne litst, dan hast in jier letter fjirtich bisten. Dan giet it hurd en sitst der sa wer űnder. Ast boppedat witst dat ien sa’n rôt yn in jier tiid in kuub grűn fergraaft, dan kinst wol neigean wat der bart ast der wer hűnderttűzen hawwe soest."

Dat cijfer klinkt ver weg in de wetenschap dat er dit jaar in Friesland volgens Koetsier hooguit 250 dieren worden gedood. Maar in de jaren negentig van de vorige eeuw waren het soms echt meer dan 100.000 per jaar. Dijksma, die nu 34 jaar meedraait, kreeg in zijn recordjaar 6000 ratten te pakken.

""Dat wie ien losse raam dy’t hjir op strúntocht wie"

Het aantal muskusrattenvangers van het Wetterskip is ondertussen gehalveerd. Het zijn er nog 31. Die heten nu ‘exotenbestrijder’ en worden ook ingezet in de strijd tegen invasieve planten als reuzenberenklauw en grote waternavel.

Schoonvegen

Dat Friesland zulke korte metten met de muskusrat heeft gemaakt, maakt de provincie nu een ideale proeftuin voor het eDNA-onderzoek, zegt Koetsier. "Als ergens honderden beesten zitten, heb je hier niks aan. Dan barst het overal van het DNA."

De proeven zijn dit voorjaar bewust in gang gezet in Noordwest-Fryslân, waar geen instroom van nieuwe muskusratten van buiten de provincie is. Koetsier: "Zodra een gebied schoon is, zakken we steeds een beetje verder naar het zuiden en oosten. Uiteindelijk hopen we de hele provincie schoon te vegen." Landelijk zijn de waterschappen voornemens om de muskusrat in 2034 te hebben teruggedrongen tot de grenzen met Duitsland en België.

Bron: Leeuwarder Courant