Oudebildtzijl, 12 oktober 2021    

Kunstenaar Milly Betten uit Ferwert maakt de balans op na de grote ommekeer in haar leven

Kunstenaar Milly Betten nav expositie Tussentijds in Museum Belvédère Foto: Gitte Brugman

Ze was er even emotioneel onder, toen ze haar vijf grote schilderijen in Museum Belvédère zag hangen. Tussentijds heet deze kleine expositie, een terloopse titel met een diepere betekenis.

Gitte Brugman

Ze schiet bijna weer vol als ze erover praat. Toen ze bij het inrichten haar vijf grote doeken bij elkaar zag hangen in een van de kabinetten van Museum Belvédère had ze het ook. Hier hing werk van de afgelopen vijf jaar. Werk dat ontstond Milly Betten op een nieuwe plek. Een goed moment om eens terug te blikken.

"Ik ben al meer dan dertig jaar kunstenaar", zegt ze. Betten groeide op in Ferwert. Haar vader was inseminator en ze reisde vaak met hem mee over het platteland. Ze studeerde aan de grafische school in Utrecht, en deed vervolgens de HKU, afdeling autonoom. "Ik was geïnspireerd door Cobra. Ik schilderde mensen met hondenkoppen en dat soort dingen."

Dat deed ze zes jaar, maar "op een gegeven moment stond ik niet meer achter dat surrealisme. Ik was bang te verzanden in een bijbaantje." En ze wilde weg uit de stad. Daarom besloot ze nog een master te volgen aan het Frank Mohr Instituut in Groningen.

Ingrijpende jaren

Hier wilde ze "groot werken, veel lawaai maken", vertelt ze met grote armgebaren. Het waren twee ingrijpende jaren. "De kritiek was soms niet mals. ‘Hier zit niemand op te wachten’, kreeg ik dan te horen." Ze sliep soms illegaal in haar atelier, omdat ze zich niet kon veroorloven een extra kamer te huren. Maar ze leerde dat het niet alleen om ‘groot’ en ‘lawaai’ gaat, maar ook om subtiliteit.

Ze studeerde af met de ‘achteruitkijkspiegel’. Werken waarin de beschouwer in een achteruitkijkspiegel leek te kijken. Doeken met daarin een vorm waarin de horizon afweek van de horizon van de omgeving.

Met haar partner verhuisde ze naar Schouwerzijl. Op het Groninger platteland kwam de horizon nog meer terug in haar werk. "Ik heb heel grote hekken geschilderd, waar het landschap dan ‘doorheen’ kwam." Ook de ‘achteruitkijkspiegel’ bleef, in allerlei vormen. "Die beeldtaal bleef zo’n tien jaar bij me. Hoe raadselachtiger hoe beter."

Op een gegeven moment vond ze dat ze wel erg veel horizonschilderijen had gemaakt, en probeerde ze iets anders. Ze ging ‘sudoku’s schilderen’. Ze schilderde abstracte werken gebaseerd op de populaire Japanse puzzel, waarbij elk nummer correspondeerde met een kleur. "Dat gaf me de mogelijkheid om per vlak op verschillende manieren te werken en met materiaal te variëren. Het leverde altijd een spannend beeld op."

Mogelijkheden

Ze zag overal mogelijkheden. "Ik wilde land op deze manier inzaaien, met lego- of puzzelstukjes werken, containers stapelen..." Spannend ja, behálve als je het erbij vertelde dat het om sudoku’s ging, merkte ze. Dan verloren mensen opeens hun interesse, vonden ze het een trucje. "Maar ik wilde niet terug naar de horizon. Ik hield van die dwarreling, het raster."

Het bood haar een nieuwe manier om het landschap te verbeelden. De serie Friesland Variaties viel op. Ze werd in 2010 door Fred Wagemans in Beetsterzwaag opgenomen in zijn prestigieuze NOK-exposities, waarin de beste kunst uit het Noorden te zien was. Het Fries Museum kocht werk van haar aan dat later te zien was in Honderd jaar Frysk in Museum Belvédère. Er kwam een overzichtstentoonstelling in Galerie Smarius. Ze beleefde haar hoogtepunt, maar tegelijk haar dieptepunt.

Na twintig jaar kwam er een einde aan haar relatie. Ze verliet het huis in Schouwerzijl met het grote, zelfgebouwde atelier - "dat atelier was precies zoals ik het wilde". Met pijn in haar hart, maar ze wilde geen steun van haar vader. Niet afhankelijk zijn. "Toen heb ik een tijdje niet zo veel gedaan."

Met haar nieuwe vriend verhuisde ze naar Oude Bildtzijl. Hier, op de dijk, begon ze opnieuw. "Ik heb echt gedacht, hoe ga ik dit doen." Ze had haar zoon en ze was meer gaan werken bij Daeldersplak, een creatieve dagopvang voor mensen met een verstandelijke beperking. "Toen heb ik bedacht... ik maak één goed, groot schilderij per jaar. En dat doe ik tien jaar. Dat was een mooi vooruitzicht en het gaf rust."

Elk ander werk dat daarnaast ontstond was meegenomen. Ze kreeg er weer zin in. Op Daeldersplak experimenteerde ze met klei. Ze maakte wandobjecten waarin de horizon weer een rol kreeg. "Hoe ervaar je die eigenlijk?, vroeg ik me af. Loopt die scheef van je af, of ietwat bol om je heen?" Vandaar dat de klei-objecten wat uitstulpen of schuin aflopen.

Regenboogkleuren

Terwijl ze rustig werkt aan haar jaarlijkse grote doek, gebeurt in haar kleinere werk van alles. Zo maakte ze een aantal pasteltekeningen en kleinere schilderijen. Eén ervan begon ze met de regenboogkleuren - "kleuren die ik nooit gebruik. Dat werd afschuwelijk." Dus roerde ze de regenboog tot een bruingroenige mengkleur en vulde daar de felgekleurde vakjes opnieuw mee. Net zo, dat er nog een lijntje van de oude kleur overblijft. "Dat is typisch voor mij, die niet-geschilderde lijntjes."

Zeespiegelstijging, olieverf op doek, 100 x 130 cm, 2021

Ze maakte bovendien tegels, waarin ze aardewerk met was combineerde. Die werden opgenomen in de collectie Museo van Kunstlokaal No8 in Jubbega. Ze maakte een mozaïek, met dezelfde soort ‘dwarreling’ als in haar schilderijen. "Net een tafeltje uit de jaren zeventig", zegt ze terwijl ze het paneel uit een la trekt. Het past helemaal in haar woning, die ze met haar vriend met vintage spullen uit die periode heeft ingericht.

Een grote verzameling vintage vazen staat op kleur gesorteerd, net als het garen in een tweedehands fourniturenkast. "Ik vroeg me af hoe mijn werk er in de kleuren van de jaren zeventig uit had gezien...", zegt ze en laat een schilderij zien in het typische groen, bruin en oranje van die tijd. Toen ze vorig jaar werd uitgenodigd voor Kunstmaand Ameland met als thema ‘langzaam’, maakte ze Langzameland . In heldere kleuren, waarin de rode dakpannendaken van de eilander huizen te herkennen zijn. De jongste - Zeespiegelstijging - is nog weer figuratiever dan de eerste twee.

....ik maak één goed, groot schilderij per jaar

Ze hangen nu samen in Heerenveen. "Het was mijn grootste wens, om deze vijf werken bij elkaar te zien." Haar huidige atelier is te klein om de doeken van 100 bij 130 centimeter allemaal op te hangen. Toen ze ze daar zo zag, ging er het nodige door haar heen. "Het was een overweldigende ervaring mijn werk los te zien van mezelf."

Het gaat relaties aan met het werk van Beppie Gielkens en Machteld van Buren in de zaal ernaast. De vijf staan er nu ‘alleen voor’. Het stemt Betten tevreden. "Het is me gelukt mezelf gaande te houden, op een manier die voor mezelf bevredigend is."

Heerenveen - Museum Belvédère: Oranje Nassaulaan 12, di t/m zo 11-17 u, t/m 5 dec, www.millybetten.nl, www.museumbelvedere.nl

Bron: Leeuwarder Courant