Sint Annaparochie, 17 april 2022

Verboden naveltruitjes en andere onverdraagzaamheid

Tjitske Annema, Mette de Vries en Yvette Boterhoek (vlnr), vierdejaars op Ulbe van Houten, deden onderzoek naar inclusie op school. Foto: Niels Westra

Niet iedereen is even verdraagzaam op Ulbe van Houten. Vierdejaars Mette de Vries, Yvette Boterhoek en Tjitske Annema vinden dat de school wel wat meer kan doen om inclusie te bevorderen.

José Hulsing

Neem een gaaf en glad vel papier, verfrommel dit en stamp erop, vouw de prop vervolgens voorzichtig weer open en zie wat voor blijvende schade er is aangericht: de kreukels en het vuil gaan nooit meer weg. Het is een beproefde metafoor in het onderwijs om kinderen de impact van pesten te laten ervaren. En deze les maakte diepe indruk op Mette de Vries (15) uit Nij Altoenae, Yvette Boterhoek (15) Sint Annaparochie en Tjitske Annema (16) uit Stiens, vierdejaars vmbo op csg Ulbe van Houten in Sint Annaparochie.

Alle drie weten ze wat het is om gepest te worden. Omdat ze zelf wel eens slachtoffer waren - Yvette werd op de basisschool veelvuldig getreiterd met haar hoortoestel - of omdat een broer of zus de pineut was. Tjitske: "Veel mensen worden gepest omdat ze anders zijn, daar willen we iedereen wat meer bewust van maken." Voor hun profielwerkstuk gingen ze aan de slag met het onderwerp inclusie: hoe gaat Nederland in het algemeen, maar hun school in het bijzonder, om met verschillen tussen mensen.

Inclusie

Heel eerlijk, voordat ze aan het werkstuk begonnen hadden de meiden nog nooit van ‘inclusie’ gehoord. Mette: "Wij vinden het een positief woord. Omdat het gaat over hoe we ervoor kunnen zorgen dat iedereen mee kan doen. Het is het tegenovergestelde van buitensluiten." Tjitske: "Uiteindelijk is iedereen gewoon een mens. Heb je die huidskleur, dan heb je die huidskleur. Hou je van die, dan hou je van die. Daar kun je niks aan doen."

"Voor ons gevoel wordt er niet genoeg aandacht besteed aan dit onderwerp", schrijft het drietal. "Ook vinden wij dat er nog veel dingen kunnen en moeten veranderen. Niet iedereen is even verdraagzaam. En soms levert dit misverstanden op, maar soms ook ruzies en pesterijen." Aanleiding voor Mette, Yvette en Tjitske om leerlingen, docenten, een conciërge en de schoolleiding te bevragen wat er op school kan verbeteren als het gaat over seksisme, racisme en discriminatie.

Van de conclusies zijn ze best geschrokken. "Homo wordt nog vaak gebruikt als scheldwoord", zegt Yvette. Mette: "Kinderen van het azc die hier op school zitten, worden ook vaak genoeg uitgescholden. Gelukkig zijn er ook genoeg kinderen die hier wat van zeggen. De conciërge zegt: ik probeer het aan te pakken, maar ik zie niet alles gebeuren."

Onderscheid

Tjitske: "Ook niet goed is dat docenten met hun ongeschreven kledingregels onderscheid maken tussen jongens en meisjes. Wij worden aangesproken als we een crop top (naveltruitje, red.) dragen of blote schouders hebben, omdat de jongens dan naar ons gaan kijken. Als jongens een hemd aan hebben of shirts verwisselen in de gang, wordt daar niets van gezegd."

,,Homo wordt nog vaak gebruikt als scheldwoord’’

Wat zou er op school moeten veranderen? Yvette: "Nu is er alleen op speciale momenten veel aandacht voor inclusie, tijdens De week van het Pesten, Coming Out Day of Paarse Vrijdag. Het onderwerp zou vaker behandeld moeten worden, bijvoorbeeld door het in het lesmateriaal te verwerken. Met Engels keken we bijvoorbeeld naar The Hate U Give (over politiegeweld tegen Afro-Amerikanen, red.). Dat is mooi gecombineerd."

Tjitske: "Als je het in de normale lesstof stopt - of in de dagopening natuurlijk, maar dan moet ie er wel zijn - dan wordt het onderwerp ook normaler."

Bron: Leeuwarder Courant