Oudebildtzijl, 7 augustus 2023

Aardappelkeurmeester Goasse (37) uit Wierum kan in de zomer niet op vakantie

Aardappelkeurmeester Goasse Venema keurt in de omgeving van Oudebildtzijl een aardappelperceel van het ras Spunta. Foto: Jan Spoelstra

Een paar weken op vakantie in de zomermaanden zit er niet in voor Goasse Venema. Alle dagen speurt hij in aardappelvelden naar ziektes en afwijkingen.

Aan Dirk van der Meulen

De 37-jarige Wierumer kan in juni, juli en augustus niet gemist worden in de akkers met pootaardappelen tussen Zwarte Haan en de Hallumerhoek. Als keurmeester van de NAK, de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed, heeft hij in dit gebied zo’n 550 hectare onder zijn hoede.

Vrijwel dagelijks speurt hij er naar zieke en niet-raszuivere planten. Aardappelplanten derhalve die aangetast zijn door virussen of bacteriën of die tot een ander ras behoren. Per seizoen keurt hij de percelen gemiddeld zo’n drie keer.

Lopend door de aardappelvelden

Venema komt in actie nadat de teler en zijn medewerker(s) een aardappelperceel bijna plant voor plant gecontroleerd hebben op onregelmatigheden. Steeds vaker wordt dat zittend gedaan op speciale selectiewagens. Maar keurmeesters doen het werk nog vooral lopend, legt Venema uit.

"Omdat we de percelen iets minder intensief controleren, meer steekproefsgewijs, en omdat wij dagelijks bij meerdere boeren in het land komen. Je zou dan iedere keer de wagens grondig moeten reinigen. Dat is niet erg praktisch.”

In klasse verlagen

Op basis van de keuring besluit Venema of een perceel al of niet in klasse(n) verlaagd wordt. Hij doet dat aan de hand van een normenlijst. Van een verlaging is bijvoorbeeld sprake als hij meer dan 1 bacteriezieke plant aantreft per hectare, of meer dan 1 viruszieke plant per 1000 planten of meer dan 1 niet-raszuivere plant per 4000 planten.

Voor dit werk, dat hij zo’n zes jaar doet, heeft hij een cursus aardappelselectie gevolgd "maar het meeste heb ik toch geleerd tijdens het meelopen met ervaren keurmeesters”.

Tot nu toe heeft hij dit jaar zo’n 8 procent in klasse moeten verlagen. Dat is gemiddeld, aldus Venema. Bijzonder is wel dat de boosdoeners dit jaar vooral virusziekten zijn. Bacterieziekten komen amper voor.

Paar duizend euro minder per hectare

Zijn besluit heeft altijd financiële consequenties. "Als een perceel in klasse verlaagd wordt, beurt een boer zo maar een paar duizend euro per hectare minder. Inderdaad, dat is geen leuke boodschap. Ik neem dan ook ruim de tijd om mijn keuze uit te leggen. Verreweg de meeste boeren hebben begrip, het merendeel had het ook wel verwacht. Heel af en toe, één hooguit twee keer per jaar, vraagt een teler een herkeuring aan.”

NAK-keuring van levensbelang voor sector

Dat begrip heeft te maken met het feit dat de boeren beseffen dat strenge, onafhankelijke NAK-keuringen van levensbelang zijn voor Nederlandse pootgoedsector. Afnemers moeten er op vertrouwen dat het pootgoed ziektevrij is. Als keurmeesters het niet zo nauw zouden nemen met de regels, kan dat grote gevolgen hebben voor de zo belangrijke afzet naar het buitenland.

Keuren in aardappelloodsen

Tijdens de niet-zomermaanden werkt Venema vooral in aardappelloodsen. Hij neemt monsters van gerooide aardappelen en stuurt die op naar het centrale laboratorium van de NAK in Emmeloord. Ook daar wordt weer onderzocht op virussen en bacteriën.

"Als een perceel in klasse verlaagd wordt, beurt een boer
zo maar een paar duizend euro per hectare minder."

Als de bestemming van de poters bekend is, volgt in de wintermaanden de steekproefsgewijze partijkeuring. Hij moet dan rekening houden met de verschillende eisen per land. Zo is bijvoorbeeld Israël erg streng als het gaat om schurft (kurkachtige plekjes) op aardappelen, terwijl Algerije daar minder zwaar aan tilt.

"En als ik op het laatst geen loods meer kan zien, dan ben ik altijd weer hartstikke blij dat het groeiseizoen weer is begonnen. Dat ik weer het vrije veld in kan. Dat zijn toch de mooiste maanden van het jaar.”

Bron: Leeuwarder Courant