Winterkoning

Troglodytes troglodytes (lat.)

Winterkeninkje, Tomke (fries)

Winterkoaninky, Dúmtsy (bildts)

 
 
Winterkoning
 
 
Kenmerken: Een klein, rond, levendig, donkerbruin vogeltje met opgewipt stomp staartje. Flanken dwars gestreept Het krachtige gezang vrijwel het luidst van al onze zangvogels. Waarschuwt veel en luid.
Habitat: Onderhout en kreupelhout in bossen. parken en tuinen. Het moet er schaduwrijk en vochtig zijn.
Voedsel: Insekten, spinnen, weinig bessen.
Voortplanting: Bouwt warm kogelrond nest, waarin hij ook 's winters slaapt. Mannetje heeft vaak meer vrouwtjes. Het nest zit uitstekend verstopt tussen boomwortels, in stapels rijshout, boomholtes, muren. Legsel 5-7 eieren. Tijd van broeden 14-17, broedzorg 15-20 dagen. 2 broedsels per jaar, elkaar vaak overlappend.
De winterkoning is een vertegenwoordiger van een familie die eigenlijk thuishoort in Amerikanen met maar één soort vertegenwoordigd is in de Oude Wereld.