Huiszwaluw

Delichon urbica (lat.)

Sweltsje (fries)

Swaluw (bildts)

 
 
Huiszwaluw
 
 
Kenmerken: Zwarte, metaalachtig glanzende rug en witte stuit. Onderzijde sneeuwwit. Staart zwak gevorkt. Zo groot als een mus. Jongen aan de rugkant bruiner.
Habitat: In kleine dorpen en steden. Ook huiszwaluwen jagen in de lucht, gewoonlijk in hogere luchtlagen dan de boerenzwaluw. Trekvogel, overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara.
Voedsel: Vliegende insecten.
Voortplanting: Bolvormig nest met kleine opening aan de bovenrand; meestal 3-6 eieren. Broedduur 12-19, broedzorg 24-28 dagen. 2 broedsels per seizoen mogelijk. De van leem gemetselde nesten ontdekt men tegen muren van huizen en andere bouwwerken, vaak onder een overhangende dakrand.