Bergeend

Tadorna tadorna (lat.)

Berchein (fries)

Bergain (bildts)

 
 
Bergeend
 
 
Geluid: Het snateren van de Bergeend gaat met een tempo dat veel hoger ligt dan het snateren van de Wilde Eend. Eigenaardig geluid.
Herkenning: L 61 cm. Een stukje groter dan een Wilde Eend. Mannetjes hebben een knobbel op de snavelbasis. Voor het overige lijken beide sexen op elkaar in een opvallende tekening van donkergroen, zwart, kastanjebruin en wit.
Biotoop: Duinen, kwelders en polders, maar ook langs de grote rivieren en rondom het IJsselmeer. Bergeenden zijn vroeger altijd kustvogels geweest, maar sinds de jaren vijftig is daar, evenals bij de scholeksters, verandering in gekomen. Geleidelijk hebben ze zich ook meer landinwaarts gevestigd. Ze worden nu overal broedend rond het IJsselmeer, in Noord-Holland, Friesland en Groningen, maar ook in de provincie Zeeland aangetroffen. In 1975 vestigden ze zich ook voor het eerst in Limburg en langs onze grote rivieren.
Komt in Nederland voor als: Zomergast. Het minst kustgebonden zijn ze in de periode als de broedplaatsen in de maanden april-mei worden opgezocht. Ze broeden in holen van Konijnen, ongebruikte afvoerbuizen, onder hooibergen maar ook in dicht struikgewas.
Van eind april tot in begin augustus kan men kleine jongen aantreffen. Omdat ze in het binnenland vaak ver afgelegen van water hun nest hebben, moeten de jongen door beide ouders vaak over grote afstanden al wandelend naar gunstig voedselrijk water worden gebracht. Daarbij komen ze vaak vervelende hindernissen tegen, zoals drukke verkeerswegen, hekwerken of dichte bossen. Evenals bij ganzen begeleidt zowel het wijfje als het mannetje de jongen, terwijl wij bij eendachtigen zien dat alleen de wijfjes de zorg voor de jongen op zich nemen.
De plek waar wij Bergeenden met hun kleine jongen aantreffen, behoeft lang niet altijd de omgeving te zijn waar het nest zich heeft bevonden. De binnenlandse broedgebieden worden verlaten zodra de jongen dit vliegend kunnen. In de maanden juni en juli trekken ze weer naar de kust waar ze zich verzamelen. De volwassen dieren vertrekken vandaar in groten getale om te gaan ruien in de Duitse Bocht tussen de mondingen van Wezer en Elbe, waar soms wel 100.000 vogels zijn geteld. Toch is ook rui van Bergeenden vastgesteld in Nederland en de Britse oostkust, maar in veel kleinere aantallen.
Gedurende niet al te strenge winters overwinteren vele tienduizenden Bergeenden in het Waddenzeegebied en het Deltagebied.