Een Joods meisje uit Wenen dook in 1943 onder bij Dirk en Maartje Dijkstra. Die krijgen nu de hoogste Israëlische onderscheiding.

Yael Ekart, inmiddels 89, overleefde de oorlog dankzij het Bildtse echtpaar. Dat zegt het Yad Vashem instituut in Israël, dat het paar daarom postuum de Yad Vashem-onderscheiding toekent.

Ekart was bijna twintig toen ze door haar ouders vanuit het voor Joden onveilige Oostenrijk naar Nederland werd gestuurd. In Nederland bleek het al snel niet veel beter, en Yael dook onder in St.-Jabik bij het gezin Dijkstra.

"In de betrekkelijke veiligheid vanons dorp had ze het einde van de oorlog kunnen afwachten", zegt Alef Dijkstra, zoon van het gezin en nu 77. Maar Yael besloot anders. Eind 1943 vertrok ze om zich in Parijs bij een verzetsgroep aan te sluiten. Die groep hield in de oorlog zo’n vierhonderd joden uit de handen van de Duitsers. "Wij hebben nooit begrepen waarom ze naar Parijs ging", zegt Dijkstra. Van de verzetsgroep hoorde Dijkstra pas in 2010, toen hij Ekart na lang zoeken terugvond in Israel.

In Parijs werd Yael in 1945 door de Gestapo opgepakt, waarna ze vier maanden gevangen zat. De bevrijding van Parijs, in augustus 1945, was ook haar bevrijding. "Anders was het beslist mis geweest met mij", schreef ze later in een brief aan de Dijkstra’s. Na de oorlog keerde ze terug naar Israël, waar ze nu nog altijd woont.

De onderscheiding wordt vandaag uitgereikt in de Groate Kerk in Sint Jacobiparochie. Alef Dijkstra is, net als zijn broer Tjitte, aanwezig bij de uitreiking. Yael Ekart kan vanwege haar gezondheid niet aanwezig zijn; een aantal van haar kinderen zijn er wel bij.