Zwarte Haan, 21 december 2013

Vissende boeren

Jacob JensmaVis, de Nederlander eet het niet veel. In 2012 aten we nog net geen drieënhalve kilo per jaar. De Belgen doen het al beter met twaalf kilo, de Italianen zijn met twintig kilo per persoon Europees kampioen. Vis is gezond vanwege de beroemde vetzuren, maar ook omdat gevarieerd eten nu eenmaal goed voor ons is.

Waarom dan zo nukkig op vis? Verrassend genoeg wordt er langs de Friese kust minder vis gegeten dan in Bourtange of Beetsterzwaag. Zou dat komen doordat de Friese boeren met hun rug naar het water leven? De geschiedenis van Friesland is er een van steeds hoger wordende dijken. Zo hoog dat de zee op den duur aan het oog onttrokken werd. De zee riep eeuwenlang associaties op met overstromingen en plunderende Vikingen. Houdt dat verband met de geringe visconsumptie?

In de bus vanuit Leeuwarden naar het einde van de wereld, spreek ik Hessel Wiersma, postbode in Sint Annaparochie en Sint Jacobiparochie. 'Houd je van vis?' vraag ik belangstellend. 'Vroeger wel, maar sinds ik onder narcose ben geweest, lust ik geen vis meer.'

Hier ben ik even stil van. Hessel probeert me gerust te stellen: 'Het kan zijn, dat het ooit nog goed komt, maar het is al een paar jaar geleden gebeurd en ik lust het nog steeds niet.'

De bus zet me af op de Middelweg West. De zeedijk blijkt nog zo'n acht kilometer verderop te liggen. Ik ben op weg naar restaurant de Zwarte Haan waar veel producten van de Waddenzee op de menukaart staan. Ik begin met lopen. Het dorp maakt deel uit van de pelgrimsroute naar Santiago en men is dus gewend aan wandelaars, al gaan die doorgaans de andere kant op.

Door gastvrije automobilisten laat ik me meevoeren tot aan de deur van het restaurant. Er staan enkele Duitse campers op de parkeerplaats. Binnen drinken twee wielrenners koffie. Jacob Jensma is in gesprek met een verzekeringsagent, maar deze staat spoedig op en dan heeft hij tijd voor mij.

'Ik weet niet wat het is met die enquêtes, maar vis is allang niet

meer het ondergeschoven kindje’, zegt hij. Er wordt in zijn restaurant steeds vaker vis besteld. Echter: ‘Binnenshuis wordt het minder klaargemaakt vanwege de geur die lang kan blijven hangen.'

Ik krijg een rondleiding door het restaurant. In een aanpalende ruimte was vroeger een kroegje en wachtkamer voor de veerpond naar Ameland. ‘Die vertrok hier direct achter,' zegt Jacob wijzend op een ingelijste foto van een oude schuit. Sinds dat niet meer gebeurt is dit het einde van de wereld. Vroeger heette deze plek de zwarte hoorn vanwege het zwarte slib dat hier op de kust kwam. De naam veranderde langzaam naar Zwarte Haan. Toen de Afsluitdijk werd aangelegd, in 1932, veranderde er iets met de stroming en bleven de netten van de Bildtse boeren leeg. Het werd nog stiller in de Zwarte Haan. ‘Geen harders meer en ook geen haring, want het was vroeger ook een belangrijke haringhaven.'

Ik begrijp dat de boeren die hier woonden ook vissers waren. Afhankelijk van het seizoen werd er geboerd of gevist, het was goed te combineren. Dat verklaart ook het curieuze wapen van het Bildt. Het zijn zeeschelpen, hoorntjes, waaruit graan komt.

Tegenwoordig is er een nieuw wadden product dat, geoogst mag worden. Visser Barbara Geertsema zet zich al jaren in voor het rapen van de Japanse mossel. Dat is een exoot die welig tiert en vissers mochten ze nooit rapen omdat het andere wadleven verstoord zou kunnen worden. 'Maar het is een plaag,' zegt Jacob, 'en nu mogen de vissers bij wijze van proef het wad op om deze oesters te rapen. Wij hebben ze ook op de kaart staan.'

Er is nog meer heugelijk nieuws. Bij het gemaal van de Zwarte Haan zal een visrad ter waarde van drie miljoen euro worden geïnstalleerd om palingen door te laten die hun eieren het liefste in zoet water leggen. ‘Dat is goed voor de palingstand want aan deze kant hebben ze minder vijanden. De paling deed dat altijd al, maar kan de dijk niet meer over komen, die is te hoog geworden en vanwege het asfalt te glad. Nu gaan we zorgen dat de paling er onderdoor kan.'

De traditie van de vissende boeren bewijst dat het clichébeeld over de Fries die met de rug naar de zee woont, niet klopt. Als binnenkort de paling er weer is en we overal Japanse oesters kunnen eten, zal de oude viscultuur in het Bildt herleven.

Kom je net uit een narcose en lust je geen vis? Begin dan met lamsoor en zeekraal. ook dan proef je de Waddenzee!

Bron: Noorderbreedte