Beetsterzwaag, 14 mei 2009

    Verkweldering gaat verder op Bildtpollen

foto: Dico de Klein (gescand)

In Noard-Fryslan Bûtendyks wordt tussen Zwarte Haan en de pier boven Holwerd sinds 2001 een natuurontwikkelingsproject van internationale betekenis uitgevoerd. Zomerpolders worden omgevormd tot nieuwe kwelders, terwijl de kwaliteitvan bestaande kwelders wordt opgekrikt. Het begon allemaal op het Noarderleech, waar het zeewater werd toegelaten. Dit jaar krijgt de proefverkweldering een vervolg op de Bildtpollen.

Tekst: Harrie Ernst   Foto's: Dico de Klein

De Bildtpollen vormen het meest westelijk gelegen deel van Noard-Fryslan Bûtendyks. Het gebied begint bij Zwarte Haan en kent zijn begrenzing ter hoogte van Nieuwebildtzijl. Voor sommigen is Bûtendyks het barre einde van de wereld, voor anderen het begin van iets heel moois: hier komt het grootste aaneengesloten kweldergebied van Europa! It Fryske Gea heeft er maar liefst 3.910 hectare buitendijks land in beheer.

Het heeft jaren en jaren geduurd voordat het zover was, maar op 14 september 2001 gebeurde het dan eindelijk: op het Noarderleech werd de zomerdijk op drie plaatsen afgegraven tot het maaiveld. Het zeewater had vanaf dat moment via een drietal kreken beperkt vrij spel. Het verkwelderingsproces was begonnen. Het proefproject werd door It Fryske Gea nauwlettend gevolgd en de opgedane ervaringen zijn gebruikt bij het maken van het inrichtingsplan voor de Bildtpollen.

foto: Dico de Klein (gescand)

Opbouw van kwelder

Een kweldergebied aan het vasteland begint zich te vormen vanuit de zee. Daarin zijn rijshoutdammen aangelegd die de golfslag dempen en de bezinking van slibdeeltjes doen versnellen.

Landinwaarts ontstaat de pionierzone met Engels slijkgras en zeekraal, beide zoutminnende planten. Ook deze planten bespoedigen het bezinkingsproces. Daarna komt er gewoon kweldergras bij, hetgeen de opvang van slib nog verder bevordert. Deze zone wordt lage kwelder genoemd. Daar vestigen zich vervolgens weer nieuwe plantensoorten op, totdat een hoge kwelder ontstaat. Zoiets ontstaat uiteraard niet van de ene op de andere dag. In natuurlijke kwelders vindt de opslibbing plaats met gemiddeld zo'n 23 mm per jaar. De rijshoutdammen zijn ooit aangelegd om land te winnen. Daar is nu geen sprake meer van. Toch worden de ku(n)stwerken nog in stand gehouden door Rijkswaterstaat. Henk de Vries, adjunct directeur en hoofd natuurkwaliteit van It Fryske Gea: 'In dit verband spreken we van kwelderwerken. De dammen dienen nog steeds om de golfslag te breken. Ze zijn onmisbaar bij het herstel en de bescherming van de natuurlijke waarden op de kwelders.'

Duurzaam karakter

Op de vraag wat wij ons daarbij moeten voorstellen antwoordt Henk de Vries: 'Als de dammen er niet waren, zou de zee vrij spel krijgen en de kwelders op den duur helemaal opslokken. Dat willen we niet. We streven naar een gevarieerde vegetatie met zoveel mogelijk planten- en diersoorten die van nature op de kwelders voorkomen. Dat doel proberen we te bereiken door een halfnatuurlijk, beweidbaar kweldergebied te creëren, waarin zich diverse natuurlijke processen kunnen voltrekken en de kwelder een duurzaam karakter krijgt. Verruiging van de vegetatie moet worden voorkomen en veroudering van de kwelder worden vertraagd.'

Om daadwerkelijk resultaat te boeken worden door It Fryske Gea paarden, runderen en schapen ingezet. Die beweiden het gebied in het zomerhalfjaar. Beweiding blijkt namelijk van groot belang te zijn voor het bereiken van het streefbeeld. Henk de Vries: 'Op het Noarderleech is na gedegen onderzoek gebleken dat het plantendek in onbeweide delen zich ontwikkelt in de richting van een soortenarme kweekvegetatie. Maar wij zien graag een meer gevarieerde kweldervegetatie.'

Beheersmaatregelen

foto: Dico de Klein (gescand)

Het laten beweiden van het gebied is een vorm van beheer. Worden er op de Bildtpollen nog meer beheersmaatregelen door It Fryske Gea toegepast? Henk de Vries: 'Er zullen diverse werkzaamheden worden uitgevoerd om een situatie te creëren die vergelijkbaar is met die van het aangrenzende Noarderleech. Ook hier wordt een zomerpolder onder invloed van het getij gebracht. Voor het vee worden extra drinkwaterputten en een hoogwatervluchtplaats aangelegd. Ook wordt het aan- en afvoersysteem voor het water op diverse plekken gewijzigd. Sommige sloten en slenken worden gedempt, maar op andere plekken, waar ze beter tot hun recht komen, worden er weer nieuwe gegraven. De werkzaamheden die nodig zijn voor de herinrichting worden gefinancierd door het Waddenfonds en Rijkswaterstaat.'

Moeilijk voorspelbaar

Voor de veiligheid van het vee zullen enkele zomerpolders worden gehandhaafd. Soms is het nodig dat, bij snel opkomend water, het grazende vee vlug in veiligheid moet worden gebracht. De zomerpolders bieden dan voldoende bescherming.

Het instandhouden van zomerpolders heeft ook een positieve invloed op de jaarlijks aanwezige ganzenpopulatie. Onderzoek heeft uitgewezen dat vooral de brandgans daar baat bij heeft. Henk de Vries: 'De overwinterende ganzen maken gebruik van de kwelders en zomerpolders. De rotganzen zie je voornamelijk op de kwelders en de brandgazen in de polders. De proefverkweldering in het Noarderleech heeft uitgewezen dat de beschikbaarheid van voedselplanten voor rotganzen en brandganzen achterbleef bij de verwachtingen, die was lager dan in aangrenzende delen. Ook daarom is het belangrijk dat oude kwelders en zomerpolders deels in stand worden gehouden.' Kun je hieruit de conclusie trekken dat de proefverkweldering mislukt is? Henk de Vries is zeker van zijn zaak: 'Absoluut niet! Het is juist een succes!! In een dynamisch gebied als de Waddenzee is niets met zekerheid voorspelbaar, dus ook niet in Noard-Fryslan Bütendyks. We hadden op basis van gedegen vooronderzoek wel een inschatting gemaakt. Het grootste deel daarvan is uitgekomen, maar de verandering in de vegetatie verliep veel sneller dan we hadden verwacht. We hadden onze kwelderbegroeiing met alle soorten al binnen vijfjaar in het gebied.'

foto: Dico de Klein (gescand)

It Fryske Gea is momenteel bezig om de laatste bureaucratische handelingen af te werken, zowel op het gebied van aanbestedingen als vergunningen. Maar na het broedseizoen 'sil it heve! De verkweldering op de Bildtpollen zal, net zoals die op het Noarderleech, door diverse deskundigen vijfjaar lang nauwlettend worden gevolgd. Die opgedane kennis kan dan worden gebruikt voor het uitvoeren van de volgende stap. Totdat het uiteindelijke doel wordt bereikt: een groot aaneengesloten kweldergebied dat internationaal zijn weerga niet kent.

Bron: It Fryske Gea, zomer 2009