Feinsum, 21 februari 2013

Vaarroute in mei open

ATZE JAN DE VRIES


Willem Janse in water, Job Rikken en op de achtergrond Thom Veldboom werken aan de oevers van de noordelijke Elfstedenroute. FOTO LC/NIELS WESTRANu het noordelijk deel van de vaarroute langs de Friese elf steden bijna klaar is voor gebruik, is het woord aan toeristen en vindingrijke ondernemers.

In mei moeten de eerste boten met een hoogte van maximaal 2,4 meter het traject tussen Berltsum en Bartlehiem, tot nu toe een ontbrekende schakel in het vaarnetwerk, kunnen bevaren. Het water is dan overal 1,5 meter diep.

Medewerkers van aannemingsbedrijf Jelle Bijlsma uit Gytsierk zijn nog volop bezig met oever- en grondwerk. Daar gaan ze tot in de nazomer mee door. Er is natuur gemaakt; gebaggerd, gegraven en er is gehandeld. "De grūn kinne wy meastentijds kwyt op lān fan boeren lāns de rūte", vertelt directeur Jelle Coen Bijlsma.

Aan de wal profiteren zo'n dertig woningbezitters van de megaklus. Zij krijgen een betere walbeschoeiing (meestal op kosten van de betrokken overheden) en leggen soms geld bij voor een steiger of haventje.

Wachten op initiatieven van
ondernemers in Noordwesthoek

Van 85 grondbezitters zijn langs de ongeveer 21 kilometer lange route reepjes grond gekocht. Meestal waren die nodig om de vaarten te verbreden of ruimte te scheppen voor natuurvriendelijke oevers. Bijlsma is bij ieder van hen langs geweest, zo vertelde hij woensdag tijdens een vaartochtje tussen Feinsum en Vrouwbuurtstermolen.

Met een eigenaar in Sint Annaparochie kwam het niet tot overeenstemming. Daarom loopt er nog een onteigeningsprocedure over een ongeveer 8oo meter lange strook van zo'n 1,5 meter breed."

De vaarroute is gemiddeld 10 tot 15 meter breed, met een minimumbreedte van 8 meter. Veertien bruggen zijn verhoogd. Er zijn twee sluizen aangelegd, compleet met kluunvoorzieningen en vispassages.

Langs de hele route is een beschoeiing geslagen om afbrokkeling van oevers te voorkomen. Die bevindt zich meestal onder water. Hier en daar steken palenrijtjes er iets bovenuit. Vrijwel overal staat achter de beschoeing ook nog water. Vissen en watervogels kunnen er terecht, riet kan er groeien. De waterkwaliteit zal er beter van worden, verwacht Wetterskip Fryslān.

Met de begroting van zo'n € 28 miljoen zit het goed, zegt projectleider Sytske Kroes van Weusthuis en Partners in Groningen. De kosten vallen uiteindelijk zo'n € 1,5 miljoen mee, ook al was er over een lengte van 4 kilometer in de polders op het Bildt een probleem met de waterstanden. Die fluctueren meer dan gedacht. Gevolg: de gording aan de beschoeiing komt boven water, waardoor rot dreigt.

Wat er nog aan mankeert
zijn de toeristen

Een onderaannemer is bezig het euvel te verhelpen. Niet door de waterstand omhoog te brengen, maar onder water een nieuwe gording aan de beschoeiing te slaan. De medewerkers doen dit vanuit het water.

Wat er nog aan mankeert zijn de toeristen. De eerste jaren rekent de overheid op minstens vijfduizend passerende boten (heen of terug). Dat moet toenemen tot zeker zevenduizend.

Een tweede uitdaging is aan de streek zelf, vindt Kroes. Er zijn een paar horecavoorzieningen langs de route en een enkele camping, maar meer is mogelijk. Het is aan de plaatselijke bevolking om de watersporters uit hun bootjes te lokken en tot recreatie op de ryal te verleiden.

Kroes: "It soe bygelyks moai wźze as men yn Ljouwert in boat hiere kin om in part fan de rūte te farren. En dan soe men yn ien fan de doarpen lāns de rūte in fyts krije kinne moatte om wer nei hūs te gean. De ūndernimmer moat der dan foar soargje dat boaten en fytsen wer teplak komme. Soks moat kinne."

Bron: Leeuwarder Courant