Sint Annaparochie, 22 november 2013

Een directeur zonder oren

Theo met klant Ernst.'Zo, lekker eten is belangrijk.' FOTO HOGE NOORDEN/JACOB VAN ESSEN (gescand)Midden op de eindeloze Oudebildtdijk staat Snackhut Luna, een baken van Amsterdamse humor in een zee van aardappelvelden. Deel 2 in de serie vetteklei.

JANTIEN DE BOER


Het is stikdonker op de dijk, maar binnen in de snackhut branden kaarsjes in rode lichtjes. Keukenprins Theo houdt van gezelligheid. En van gewoon doen. "Mensen die denken dat ze heel wat zijn, torpedeer ik zo de grond in."

Zijn mobiel pingt. Het is Yvonne, zijn vrouw. Theo: "Ja oké. Dan zijn we bij je moeder met de kerst."

Theo houdt van de Oudebildtdijk. "De mensen zijn hier hecht." Een keer in de week komen een moeder en zoon uit Minnertsga bij hem eten. "Hij is 93, zijn moeder is 104." Huh? Dat kan niet. Nou ja wat maakt het uit, vindt Theo. Ze zijn oud. En vorige week vertelde de moeder dat ze naar de kapper zou gaan. Theo vroeg, met een knikje naar de zoon: "Wanneer gaat hij in de wasmachine?"

"Mooi toch?", grijnst de krokettenkeizer. De zoon blies vervolgens in een papieren 'zakkie' en liet het ding achter de rug van Theo knallen. "Ik schrikken. Hij in een deuk"'

En verder gaat het gesprek, over de jeugd van de snackkoning in de Amsterdamse Jordaan. "Als je niet te vreten had, kwamen de pannen van de buren naar boven." Mensen hielpen elkaar. "Maar het is ook wel voorgekomen dat ik drie dagen niet at."

De moeder van Theo werkte dag en nacht. Zijn stiefvader "zoop". Het ging niet bepaald goed thuis. "lk heb van mijn zesde tot mijn twaalfde in weeshuizen gezeten." Joviaal: "Jahaaa, dat gebeurde dan met Theo. En ik bleef van mijn moeder houden. As je klein bent, ben je altijd solidair."

Telefoon. Dijkbewoners van een paar kilometer verder willen patat en kroketten. Theo tevreden: "Mensen moeten goed eten, dat vind ik belangrijk."

Kwart over zes. Vaste klant Ernst zit aan de bar. Hij werkt in Noord-Holland en woont op de Friese klei. Over de Randstad: "De mentaliteit daar, ik kan er niet tegen."

'Als je klein bent,
ben je altijd solidair'

Theo zet een hamburger voor de neus van Ernst en vertelt een mop. Over een directeur zonder oren die personeel nodig heeft. Iemand tipt de sollicitante: Denk erom, zeg niks over die missende oren, dan wil-ie je niet hebben. Maar de vrouw, "heel mooi, in een kort rokje" luistert niet en zegt Meteen: God meneer, wat is er met uw oren gebeurd? Theo: "Einde verhaal. Ze kan meteen oprotten. Dan komt de tweede sollicitante, en die doet het anders. Zij zegt tegen de directeur: Meneer wat hebt u mooie contactlenzen. Hoe weet u dat?, vraagt de directeur. Zegt de vrouw: over een bril hoef ik het niet te hebben, u hebt immers geen oren."

Ernst grijnst. Theo: "Die moppen schieten me te binnen gewoon. Dan ben ik iets aan het doen, en dan denk ik: O ja, die ken ik ook nog. Maar ik let altijd wel op of de mensen in de zaak ze kunnen hebben." Vandaag vertelt hij daarom geen pikante grappen. Ernst droog: "Dat doet-ie volgende keer."

Bron: Leeuwarder Courant