Sint Annaparochie, 20 september 2008

Een toonbank en een hakblok

De hondenkar werd halverwege de jaren twintig ingeruild voor een fiets. Foto slagerij Bijlsma (gescand)

In 1908 telde Sint Annaparochie maar liefst zes slagers. Aize Bijlsma werd de zevende. Honderd jaar later floreert de zaak in de Warmoesstraat nog altijd. Vandaag viert de winkel zijn eeuwfeest.

Door Jaap Hellinga

In de slagerij van Eize Bijlsma in Sint Annaparochie stonden een toonbank en een hakblok. Dat was in 1908 en eigenlijk is dat nog steeds zo. De historie is aan de honderd jaar oude zaak in de Warmoesstraat blijven kleven.

Grondlegger Eize Bijlsma werd in 1884 geboren als politiezoon. Vader Lykle Bijlsma was als veldwachter in Stiens direct betrokken bij de beruchte Hogerhuis-zaak: hij verscheen op 5 december 1895 als eerste op de plek van het misdrijf. Zoon Eize koos voor het slagersvak.

In 1908 vestigde hij zich in een pand aan het Zuidereind, dat tegenwoordig Warmoesstraat heet. Tien jaar later kocht hij voor ƒ5837 de huidige slagerswinkel. Klanten trof je er destijds nauwelijks. Die lieten zich het vlees thuisbezorgen.

Slager Bijlsma bezat een reusachtige hond die hij de illustere naam Sorno van den Oldehove meegaf. Het beest liep voor de kar waarmee de ondernemer zijn waren rondbracht. De handel bestond



voornamelijk uit zelfgerookt spek, worsten en in mindere mate ham, dat alleen de rijkeren zich konden veroorloven.

"Faak waar 't 'n pond flais en 'n pond gehak in de week", zo schrijft chroniqueur Sytse Buwalda in het jubileumboek. "Bij 't overgeven en ôfrekenen worde dan froegen: 'Foor de andere keer maar weer gelyk?' En negen fan de tien keer, ja meskien wel faker, waar 't antwoord dan: ja."

De hondenkar werd halverwege de jaren twintig ingeruild voor een fiets. Zonen Jan, Berend en Nico trokken in weer en wind langs de Oude- en Nijebildtdijk. "Nou ik wil 't je sêge, je mosten wel omgaan lere met soa'n fracht foorop", weet Buwalda. "En at 't dan ok nag woei, dan waar 't 'n hele kunst om 't stuur recht te houwen."

De slagersknechten moesten er in smetteloos wit op uit. Moeder Aafke stond wekelijks urenlang aan de wastobbe. Anno 2008 ademt de slagerij nog altijd de sfeer van weleer. Het marmer en graniet dat Bijlsma in 1918 aanschafte, geven de slagerswinkel een nostalgisch tintje.

Vandaag de dag runnen Auke en Johannes Bijlsma het slagersbedrijf. Voor het slachtvee kocht Auke Bijlsma in 1990 een plaats op de Zuidhoek aan. Op het land rondom de boerderij, circa 30 hectare, zijn kunstmest en bestrijdingsmiddelen taboe. De koeien gaan bovendien pas na drie keer kalveren naar de slacht. Die aanpak trekt klanten uit de hele provincie aan.

Bron: Leeuwarder Courant
Foto slagerij Bijlsma (gescand)