Wier, 29 augustus 2008

Geschonden door het leven

Jippe Burmania uit Wier met een van zijn Haflingers. Hij vertrouwt dieren meer toe dan mensen, zo blijkt uit zijn boek 'Skeind'. Foto LC/Gitte Brugman (gescand)

De 51-jarige Jippe Burmania uit Wier heeft 51 moeilijke jaren achter de rug. Zijn vader mishandelde hem en een knecht van zijn vader misbruikte hem. Het bepaalt het leven van de paardenlief-hebber nog altijd. Alleen zijn dieren kenden het verhaal. Nu geeft Burmania zijn geheimen ook prijs aan de mensen, in het boekje 'Skeind'.

Door Robert Jan Speerstra

Makkelijk heeft Jippe Burmania (51) het niet gehad. Nooit eigenlijk, zo blijkt uit het ruim zestig pagina's tellende boekje 'Skeind' (Geschonden) dat, volledig in het Fries, het levensverhaal vertelt van Jippe Burmania uit Wier.

"Ik haw it gelok, dat ik myn hynders haw. Myn Haflingers bin ik hiel wiis mei ... Bisten dogge my net sear ... Ik soe it oan de measte minsken samar net fertelle, wat ik myn hynders fertel."

Burmania, die opgroeide op de Durkjebuorren in Minnertsga, wil niet over zijn moeilijke leven praten. "Minsken moatte myn boek mar lźze", liet hij Gerryt Mulder uit Easterwierrum weten. Burmania vertelde zijn verhaal wel aan Mulder en diens kompaan Ate de Jong, de auteurs van 'Skeind'. Mulder denkt dat Burmania zijn leed zo van zich af wilde schrijven. Het boekje met de veelzeggende titel wordt vanmiddag in Wier gepresenteerd.

Zijn ouders, vooral zijn vader, staan centraal in het boek. Met beiden had hij niets. Vader Klaas had best zakelijk inzicht en leek voor de buitenwacht een vlotte man, maar was vaak dronken en mishandelde dan zijn vrouw en zoon. "Hy koesels in trekker en wein op 'e dyk hālde. Hoewol, hy hold dat ding net altyd op 'e dyk. Sjoch, śs heit hold wol fan in slokje..."

Het eerste exemplaar van 'Skeind' is vanmiddag voor Wessel Veenstra, tegenwoordig recherchebaas bij de Friese politie.



Veenstra is belangrijk geweest voor Burmania. Hij wist, destijds nog als piepjonge agent "yn syn spikerbroek en learen jaske", precies hoe om te gaan met de vader van Burmania en hield deze in toom. "Dy koe alles mei him."

Moeder Jetske, die in tegenstelling tot zijn vader nog leeft, was ook niet de makkelijkste. Samen waren ze een ramp, aldus Burmania. "Ik haw ek noait sjoen, dat se blike lieten, dat se wiis mei elkoar wienen... Ik tink net, dat ik śt leafde berne bin. Der leau ik neat fan."

Geld was er nooit in Minnertsga, volgens Jippe Burmania "it Sodom en Gomorra fan 'e Bilthoeke", elektriciteit al evenmin. De Burmania's hadden één waterkraantje. "Mige dienen je būtendoar, dat doch ik noch altyd trouwens. Ik sil noait gau nel in hśske gean. As ik de kans krij om būtendoar te migen dan doch ik dat noch."

Ook een knecht van zijn vader heeft een fors stempel op zijn leven gedrukt. De knecht misbruikte hem rond zijn twaalfde lange tijd. Burmania ziet de man heel af en toe nog. Hij wil het niet, maar het gebeurt. Zijn hart klopt dan in zijn keel. "Je slane ticht."

Burmania is al meer dan 25 jaar getrouwd met Betty, zijn steun en toeverlaat. Zonder haar is hij nergens, zegt hij. "Se joech my rźst. En dat docht se noch." Maar door zijn verleden heeft Burmania moeite met relaties, liefde en seks. "It ūnfermogen om yntime relaasjes oan te gean, dat spilet noch wol ris."

Aangifte heeft hij nooit gedaan. Dat zal er ook wel niet van komen. Heeft geen zin, denkt hij. Wel blijft Burmania zitten met vragen. Over schuld en hoe het anders had gekund.

Het gaat nu goed met hem, schrijft hij. Maar ondanks Betty en een paar vrienden die Burmania, die momenteel in de bijstand zit, heeft overgehouden aan tijdelijke baantjes, is er weinig vertrouwen.

"Myn fertrouwen yn it minskdom stiet op in hiel leech pitsje." 's Nachts is hij vaak erg bang. Met familieleden heeft hij weinig contact. "It libben hat my sa makke. It libben hat my skeind."

Bron: Leeuwarder Courant
Foto LC/Gitte Brugman (gescand)