"Toch is het een goede manier om een stapje naar achteren te doen en te kijken of je 't wel goed hebt. In het slechtste geval leidt zo'n volgsysteem tot een woud aan handelingsplannen voor individuele leerlingen, terwijl er beter in de hele klas wat aan de methoden kan gebeuren. Daar werken we hard aan, als bovenschools management. Maar het is een jonge ontwikkeling."
Combinatieklassen
In de kleine basisscholen is de combinatieklas al lang een bekend verschijnsel. Kleine groepen delen een lokaal én een leraar, omdat de klassen anders te klein zijn.
In Friesland krijgen veel kinderen gecombineerd les. De helft van de basisscholen - vooral in de dorpen - heeft hier immers minder dan honderd leerlingen.
Hierin zit mogelijk een verklaring, stelt de Inspectie van het Onderwijs, voor de onvoldoendes die kleine scholen relatief vaak krijgen voor de kwaliteit van de uitleg. "Zulke klassen ervaren leraren doorgaans als zwaarder, omdat ze hogere eisen stellen aan het klassen-management. De instructietijd moet over verschillende groepen verdeeld worden." Toch is het niet dé verklaring voor de zorgen in het Noorden, meent inspecteur Jacqueline de Veth: "Een flink deel van de zwakke scholen is groot, dus zonder combinatieklassen."
Joop Schulp, leraar aan obs De Opstap in Sint Jacobiparochie:
"In veertig jaar op deze school heb ik al veel combinatiegroepen voor m'n neus gehad. Nu heb ik een overzichtelijke klas van twintig kinderen in groep 7/8. Zodra je boven de 25 leerlingen komt, wordt het ingewikkeld. In zo'n combinatiegroep moet je veel plannen en voorbereiden om iedereen aan het werk te houden."
"Minder kwaliteit door combinatiegroepen? Nee, dat hoeft niet. Minder tijd klopt wel. Je moet geregeld schipperen, als het anders loopt dan je vooraf had gedacht. Vooral de nabespreking schiet er soms bij in. Dat is jammer, zeker omdat leerlingen relatief veel zelfstandig werken. Maar zo'n combinatiegroep heeft ook voordelen. Zo kunnen kinderen veel van elkaar leren door samen te werken. Dat werkt naar beide kanten."