Zwarte Haan, 16 augustus 2008

Filmer hengelt naar Friese jeugdherinneringen

Regisseur Tjepke Zijlstra (rechts) tijdens opnamen bij Zwarte Haan.

Regisseur Tjepke Zijlstra is even terug in Friesland om een vierluik te filmen. Zijlstra duikt zijn verleden in, op zoek naar de sensaties van het jongzijn. Een bezoek op de filmset: de zeedijk bij Zwarte Haan.

Door Kirsten van Santen

Jong zijn is ... met vulpen schrijven op je hand en de inkt je poriën in zien vloeien. Jong zijn is ... altijd maar fietsen, fietsen, fietsen. En meestal tegen de wind in. Jong zijn is ... intense vriendschappen sluiten in de beslotenheid van je jongenskamer.

Echt heel oud is regisseur en docent digital video design Tjepke Zijlstra met zijn 39 jaar nog niet, maar wel oud genoeg om terug te blikken op zijn jeugd in Jirnsum, het dorp dat hij op zijn achttiende voor Utrecht verwisselde. Voor zijn vierluik (werktitel: 'Luim') dat in november op het Noordelijk Film Festival in Leeuwarden in première gaat, selecteerde hij vier thema's die volgens hem een rol spelen als je jong bent: vriendschap, imago, kwetsbaarheid en verleiding - universele gevoelens die in Zijlstra's geval in het Friese landschap zijn gesitueerd.

'Luim' is een associatieve film, zegt de regisseur, en bestaat uit kleine, maar intense sensaties die hij met het idee van jeugd verbindt. Zo zoomt hij in op een regendruppel die op een hand valt. "Ik wol in gefoel yn bylden fange, ferskate sfearen oproppe."

Het idee om een vierluik met een groep jongeren van de Jeugdtheaterschool in Leeuwarden te maken, kwam van Hilde Mulder



van productiehuis 'n Meeuw, onderdeel van de Jeugdtheaterschool. Zij probeert de laatste jaren om andere disciplines, waaronder film, bij de theaterschool te betrekken. "Sadwaande wreidzje wy ek ús netwurk út, wy geane op syk nei minsken fan bûten Fryslan."

Zijlstra, die in Utrecht woont en niet van plan is daar vandaan te gaan, is zo iemand. Hij wilde als Jirnsumer jochie niets liever dan weg uit Friesland. Hij zocht iets bruisenders, een plek met minder 'leegte' en 'niksigheid'. Die gevoelens van een groot noordelijk niks zullen ook in zijn film verwerkt zitten.

Want die leegte, die blijft je hoe dan ook bij. "Myn beppe kaam ut Sint Jabik. Wannear 't wy sneins op besite by har wiene en üs ferfeelden, gongen wy altyd wol efkes de dyk op, te kuierjen. En wat tinksto? Doe 't wy hjir fan 'e moarn by Swarte Haan oankamen, woe ik fuortendaliks efkes op'e dyk sjen."

De zeventienjarige Lisa Frenkel uit Bolsward herkent dat wel; die leegte die aan de ene kant een kwelling is als je jong bent, maar die ook 'thuis' betekent. Of het zwemmen in de vaart, of het eeuwige tegen de wind in fietsen. Net als de regisseur weerhouden die dingen haar er echter niet van om Friesland te verlaten: ze gaat eerst een half jaar als au pair naar Mexico om Spaans te leren, daarna hoopt ze aangenomen te worden op de Toneelschool in Maastricht. "Het is best mooi hier natuurlijk, maar in Friesland kan ik niet bereiken wat ik wil, ik kan mijn ambities hier niet kwijt."

Maar voordat het zo ver is, moet er gefilmd worden. In de wind, op de zeedijk, met uitzicht op een Waddeneiland in de verte. Lisa beukt tegen de windvlagen in, met een rood parapluutje in de aanslag, in de regen. Het gaat haar goed af. Heeft ze zeker vaker gedaan.

Bron: Leeuwarder Courant