Nieuwebildtdijk, 27 juli 2010

De teloorgang van het kwelderland

Foto LC/Wietze Landman (gescand)

Het mooie buitendijkse kwelderland wordt grof verstoord en dreigt gewoon cultuurland te worden.

MEINDERT GORTER

fotograaf en Wadliefhebber

Toen we in 1989 aan de Nieuwe-bildtdijk kwamen wonen, leerde ik van het Wad te genieten. Ik zwierf door de kwelders voorbij Zwarte Haan, in het gebied dat Bildtpollen heet. Het buitendijkse kwelderland was een mooi leeg landschap vol met lamsoor, zeekraal, zeeaster en de kaarsrechte slenken. Een meeuwenkolonie en een kolonie kluten was er in het voorjaar aan het broeden.

Dat het geen echte natuur maar een cultuurlandschap is, werd duidelijk toen de slenken in het voorjaar met groot materiaal werden uitgediept. En dat net in het broedseizoen. De draglines trokken diepe sporen door de zompige kwelders. Ik zag een eend op eieren zitten op nog geen halve meter van zo'n spoor, die had geluk! Nadat een hoog tij alle nesten van de meeuwen en kluten had verwoest, heb ik ze niet meer teruggezien. Verstandige vogels.

Maar ook de kwelders veranderden. Plotseling liepen er 's zomers paarden rond en de Bildtpollen begonnen meer en meer op een gewoon weidelandschap te lijken. Je zag het ongecultiveerde land met zijn plantenrijkdom veranderen, maar ook kwam er schrikdraad in het land.

Ik kreeg hoop toen de Bildtpollen een aantal jaren geleden in handen kwam van het Fryske Gea. Vanaf nu werd het beleid

immers door een natuurorganisatie bepaald! Ze hadden grootse plannen, de natuur moest meer invloed krijgen in het kwelderlandschap. Mooie plaatjes van vogels en water In opperste harmonie sierden het beleidsplan. Men sprak schande van de kaarsrechte slenken, de kwelders moesten een natuurlijker aanzien krijgen en dus werden de slenken in een slingerende vorm aangelegd, en dat alles buiten het broedseizoen.

Een paar jaar en een paar beleidsplannen later ziet het er slecht uit voor de natuur op de Bildtpollen. De kronkelende slenkjes zijn verleden jaar vervangen door meters brede afwateringskanalen. Het eens zo lege open landschap is nu afgepaald met schrikdraad tot aan de Wadrand toe. Paarden en koeien bepalen de sfeer in plaats van meeuwen en kluten.

Tot mijn verbazing werd laatst met groot materiaal buitendijks gemaaid, tot aan de slilcvelden toe. Dat is hier nog nooit gebeurd. Er werd een groot deel van de nacht met lampen doorgewerkt om ongeveer honderd grote balen inge-kuild gras over de dijk te brengen. Waar is het kwelderlandschap met kronkelende slenkjes toch gebleven, het is nu gewoon cultuurland geworden!

Een goede vriend van me woont midden in Friesland en ziet de vogels verdwijnen. Af en toe komt hij naar de kwelders buitendijks om weer eens naar het geluid van een leeuwerik te kunnen luisteren. Hij mist die geluiden van vroeger. De mechanisatie in de Friese landbouw verjaagt de vogels.

Als lid van het Fryske Gea verbaasde hij zich over het experiment met beweiding op het Noorderleech, dat grenst aan de Bildtpollen. Want ook daar is het lege natuurgebied veranderd. Het is nu een weideland met kilometers schrikdraad, duizenden paaltjes en honderden stuks vee. De leeuwerik zit er nu nog wel maar hoe lang nog, dat weet alleen het Fryske Gea. Want zij hebben verstand van de natuur.

Bron: Leeuwarder Courant, TE GAST
Foto LC/Wietze Landman (gescand)