Sint Jacobiparochie, 31 juli 2010

Met de Doeke Martens wordt het niks

Aart van Alfen experimenteert met vergeten appelrassen. Foto LC/Wietze Landman (gescand)

Friesland telt tientallen oude fruitrassen, waarvan een fiks aantal dreigt te verdwijnen. Fruitteler Aart van Alfen heeft sinds twee jaar vijftig soorten in zijn boomgaard staan, om te zien hoe ze het doen onder een modern kwekersregime.

Door Saskia Jonker

"Je kunt nu al zien dat dit niks wordt. Er zitten veel te veel appels aan de boom", zegt Van Alfen. De pitten van de vrucht maken een soort hormoon aan dat de vorming van bloemknoppen tegenhoudt, legt hij uit. Als een boom het ene jaar vol hangt, wordt er zoveel van het stofje geproduceerd, dat er het jaar daarna bijna geen bloesem aan de takken komt en er dus ook nauwelijks appels uit groeien.

Door de jonge vruchten in een vroeg stadium uit te dunnen kun je de oogst voor het volgende jaar veilig stellen. Maar dat is zoveel werk, dat de uiteindelijke opbrengst zijn geld niet meer waard is. Het ras is daarom waardeloos voor kwekers. De Doeke Martens, een paar jaar geleden herontdekt in Goutum, zal het niet verder schoppen dan particuliere achtertuintjes.

Fruit yn Fryslan streeft ernaar om zoveel mogelijk oude Friese fruitrassen te redden. Veel zijn al bijna verdwenen. Dit experiment moet informatie opleveren over de smaak van het fruit, de opbrengst en of ze bijvoorbeeld vroeg of laat bloeien. Wie weet zitten er een paar soorten bij die commercieel gekweekt zouden kunnen worden.

"In particuliere tuinen staan zulke boompjes er vaak nogal armetierig bij", weet Van Alfen. "Dan zit er veel spint in, of rupsen." Het is dan lastig beoordelen of het een goed ras is. Bij hem worden ze behandeld tegen schimmel en eten roofwantsen en andere beestjes de schadelijke insecten op.

In zijn boomgaard zijn twee jaar geleden vijftig rassen geplant, twee boompjes van elk. De kweker bestudeert een paar labels. De Botsy-appel, de peperappel, Unipleats De Werp. "Sommigen zou ik nog niet weggeven, maar er zitten ook een aantal lekkere appels bij."

De rassen verschillen flink van elkaar. "Kijk", zegt Van Alfen terwijl hij van een paar boompjes een exemplaar trekt, "deze is veel spitser dan die." Een derde appel is weer een stuk groter dan de andere twee.

Welke soorten het goed gaan doen, durft hij niet te zeggen. Daarvoor is het nog te vroeg in het seizoen. "Vorig jaar hadden we ook al wat vruchten. Maar als er maar een paar appels aan een boom hangen, worden ze te groot. Dan zijn ze slecht houdbaar en smaken ze bovendien melig."

Het is goed om op deze manier te kunnen vaststellen welke appels smaken, want volgens Van Alfen vertroebelt nostalgie de herinnering die mensen hebben aan oude fruitrassen. "Ze zeggen altijd dat die ene appel van vroeger zo lekker was, maar dat is vaak onzin."

Zo kwamen er eens mensen bij hem langs die hoog opgaven van de sterappels uit hun jeugd. "Dus toen ze hier weer op bezoek zouden komen, haalde ik een partijtje in huis. Ze vonden het smerig, zo zuur!" Hij lacht. Sterappels worden niet voor niets vooral als decoratie gebruikt.

Bron: Leeuwarder Courant