Sint Annaparochie, 26 mei 2011

Haar leven is mijn leven

Foto: BloedverwantPlasmadonor Dirk de Jong stond een nier af aan zijn vrouw. Eigenlijk kon dat niet, want hij heeft bloedgroep A en zij heeft bloedgroep O. Toch ging het goed. Het verhaal van een nuchter echtpaar op de Friese klei.

Ze hoeven niet zo nodig meer 'met de kop in de krant', had Hiltje door de telefoon al gezegd. 'Maar als er daardoor ook maar één nierdonor bijkomt, is het niet voor niets geweest.' Hiltje (58) lijdt aan een erfelijke nierziekte. 'Lang ging het goed', vertelt ze thuis in St.-Annaparochie, een rustig dorp niet ver van de Friese waddenkust. 'Maar na twintig jaar functioneerden mijn nieren nog maar voor 6 procent.'

Dialyse, het spoelen van de nieren om de afvalstoffen te verwijderen, was niet meer tegen te houden. Gelukkig mocht ze de dialysemachine thuis installeren. Elke nacht sloot ze zich aan op het apparaat. 'Terwijl ik 's nachts sliep deed de machine het werk.'

Moeilijke periode

Dialyse is een geweldige uitvinding, maar blijft een lapmiddel, legt Hiltje uit. 'De behandeling wordt steeds langer en zwaarder. Ook de andere organen slijten. Op een gegeven moment houdt het op.' Het wachten was op een donornier. Elke nierpatiënt die dialyseert komt in aanmerking voor transplantatie van een nier van een overledene. Maar de wachtlijst is lang: gemiddeld vijfenhalfjaar.

Echtgenoot Dirk, een kerngezonde vijftiger, wilde zijn vrouw zelf een beter leven geven door een nier af te staan. 'Ik had er niet de minste twijfel over', herinnert hij zich. Maar de hoop verdween snel: Dirks bloedgroep komt niet overeen met die van Hiltje. Haar lichaam zou de vreemde nier daarom afstoten. Het echtpaar beleefde een moeilijke tijd, waarin hoop telkens weer omsloeg in teleurstelling.

Telefoontje

De kansen voor Hiltje keerden definitief toen ze lazen over een nieuwe, experimentele transplantatie, waarbij een verschil in bloedgroepen geen obstakel meer was. Er volgde nog een taaie strijd over vergoeding van de kosten, maar op een dag kwam dan eindelijk het verlossende telefoontje van het Universitair Medisch

Centrum Groningen (UMCG). Hiltje zou een nier van haar man krijgen, ondanks het verschil in bloedgroep.

Een week voor de operatie werd het bloed van Hiltje 'gefilterd': de antistoffen tegen Dirks bloedgroep A werden eruit gehaald. Het was een spannende tijd, maar toen de transplantatie achter de rug was, keerde de Friese nuchterheid terug. Hiltje: 'Zo zijn wij. Ik ben Dirk heel erg dankbaar en dat heb ik hem gezegd en geschreven, maar daar wil hij niets van weten. Door met het leven.'

Zoon

Dirk was na een week weer op de been en al snel weer te vinden in zijn eigen drukkerij, ooit van zijn grootvader en later van zijn vader. Hiltje werkt er een paar dagen per week op de administratie en een van de twee zonen, Gerard, is hoofdredacteur van het lokale weekblad dat Dirk uitgeeft: De Bildtse Post. Vlak voor de operatie interviewde Gerard de Jong zijn eigen hait en mim, zoals dat in het typische Bildtse dialect heet, over de nierdonatie. Waarom zijn vader een nier afstaat aan zijn moeder, vroeg hij. Dirk antwoordde zijn zoon: 'Hiltsy's leven is myn leven. Wij wille graag tegaar oud worre, dus doen ik dat.'

Foto: BloedverwantDirk de jong: nierdonor én plasmadonor. Even vanzelfsprekend als hij een nier afstond aan zijn vrouw, bezoekt hij elke maand het donorcentrum in Leeuwarden. 'Ik ben gezond, dus waarom niet?' Hij zou willen dat meer mensen na hun dood een orgaan afstaan, én hij probeert mensen over te halen bloed te gaan geven. 'Maar ik ben er niet zo goed in om iemand met praten over de streep te trekken', legt hij uit. 'Daarom plaats ik af en toe een oproep in het lokale weekblad dat ik zelf uitgeef.' Tot Dirks vreugde vinden de oproepen gehoor. Toen hij op een dag het donorcentrum binnenstapte voor de maandelijkse plasmadonatie, stonden medewerkers klaar met een bos bloemen. Er hadden zich nieuwe donors gemeld naar aanleiding van de advertentie. 'Dat geeft voldoening', zegt Dirk. 'Mensen die echt niet willen haal je niet over, maar de twijfelaars kun je een laatste zetje geven.'

Bron: Bloedverwant, Stichting Sanquin bloedvoorziening