Bildtdijken, 2 januari 2009

    Kunstenaars op de dijk

Van rijp tot groen, van oud tot jong, van professional tot amateur - het wemelt op de Bildtdijken van de kunstenaars. Stuk voor stuk realiseerden ze er hun gedroomde paradijsjes.

KISTEN VAN SANTEN

In de jaren zeventig kwam er een grote stroom op gang van kunstenaars die het in de Randstad wel gezien hadden en zich in het noorden van Friesland vestigden, op de Oude- of Nieuwebildtdijk op Het Bildt. Het vermoeden bestaat dat er opnieuw zo'n trek naar het noorden plaatsvindt. Kunstenaars blijken onverminderd gecharmeerd van het strakke randland.

Voor de buitenwacht lijkt het nogal wat; wonen op zo'n barre plek, waar het altijd waait. Maar schijn bedriegt, het leven op Het Bildt heeft zo zijn voordelen. Het is er niet alleen lekker goedkoop, maar de oorspronkelijke inwoners doen ook niet moeilijk als er een nieuwkomer in hun midden verschijnt. Ze zijn eraan gewend.

Op de Bildtdijken kunnen kunstenaars hun dromen realiseren: ineens blijken een eigen atelier, een werkplaats, een houthoven of een fotostudio binnen de mogelijkheden te liggen. Er is ruimte genoeg en nogmaals: het is er niet duur.

Wie op Het Bildt neerstrijkt, blijft niet onberoerd door het landschap. Er zijn kunstenaars die de innerlijke noodzaak voelen om dat vlakke, ruime landschap vast te leggen; anderen hebben baat bij de rust die er heerst en laten hun verbeelding de vrije loop.

Hoe dan ook, het is geen gebied voor de middelmaat. Geen gebied voor de familie Doorsnee. Eigenzinnig en vrijgevochten - dat moet je toch wel zijn om het jarenlang op de dijk uit te houden.

BEELDEND KUNSTENAAR LEOPOLD WIJDEVELD. OP DE DIJK SINDS: 1991

Leopold Wijdeveld in zijn achtertuin. Foto LC/Niels Westra

Door de behaaglijk warm gestookte kamer klinkt 'Tegenland' van Boudewijn de Groot: 'Ik trek mijn bonte jas met bellen aan,/ de schelpenhoed, de staf ter hand,/zo wandel ik in Tegenland./In morgennevels groeien / uit kratermeren koud / suikerlelies die gaan bloeien/stijgend onder orgeltonen / een klokkenspel van goud.' Gewoon, een mooi nummer, vindt Leopold Wij-develd.Wiebij hem in de kamer zit, met uitzicht op de vette kluiten klei, lijkt in een videoclip te zitten. Want daar ligt het; het Tegenland. Het Bildt, allang geen zeebodem meer, maar toch ook niet echt land.

Autodidact Wijdeveld leeft in zijn eigen atelier, tevens expositieruimte, aan de Oudebildtdijk boven Sint Jacobiparochie temidden van talloze mystiek aandoende, surrealistische werken: art deco-achtige theaterposters en bronzen beelden. Overal hangt wel iets: tot aan de badkamer aan toe. Wat er op zijn schilderdoek verschijnt, lijkt geen direct verband te hebben met de omgeving waarin de kunstenaar verblijft - bij Wijdeveld geen vergezichten over het Noorderleeg of rotganzen bij Zwarte Haan. Eerder put hij zijn inspiratie uit strakke vormen en lijnen uit de architectuur. Geen realistische taferelen in ieder geval. Wat wel van invloed is op zijn werk is de allesoverheersende rust op Het Bildt, zegt Wijdeveld. "Vanuit de innerlijke rust die ik hier ervaar, komen allerlei fantasieën omhoog."

Terwijl het buiten almaar mistiger wordt, schenkt Wijdeveld koffie uit een kannetje dat op de suizende gaskachel stond. Hij vertelt. Over hoe begin jaren negentig hij met een makelaarsgidsje in de hand door Noord-Nederland reed en op het dijkhuisje stuitte. Over hoe koud het er voor de komst van de drie kachels was, dat zijn moeder inmiddels naast hem woont en hoe hij Amsterdam eigenlijk nooit heeft gemist. "Ik zat ergens driehoog achter op een klein balkonnetje en dacht:'Wegwezen hier!"

De ruimte waardoor Wijdeveld zich inmiddels zeventien jaar omringd weet, heeft een goed effect op hem. "Het klinkt spiritueel en dat is het misschien ook, maar het is een kwestie van jezelf vinden, je eigen wereld maken. Dat kan hier. Kijk maar eens om je heen, er wonen hier op de dijk wel meer vrijgevochten lieden... Ik ben autonoom hier. Ik ga mijn eigen gang."

Natuurlijk is Het Bildt wel ver van 'het kunstwereldje' verwijderd, daar is Wijdeveld realistisch over. "Wil je het maken, dan moet je in de Randstad zijn. Het aantal galeries in Friesland houdt niet over." Dat staat Wijdeveld niet in de weg om optermijn nog meer afgelegen te gaan wonen. Ik droom van een vrijstaand boerderijtje, misschien in Noordoost-Groningen, is al die jaren gebleven. En dan weer schilderen natuurlijk. "Het is geen veredelde hobby - het is mijn roeping."

KERAMISTEN HER CQMIS EN PAULIEN PLOEGER VAN SLINGERHAAN ATELIERS. OP DE DIJK SINDS: 1981

Paulien Ploeger en Her Comis vinden Het Bildt 'het best bewaarde geheim van Nederland'. Foto LC/Niels Westra

De 'schotsen' aarde op het Noorderleeg, de ribbels die de wind in het was heeft gekerfd, de lanen in de aardappelvelden: ja, natuurlijk inspireert Het Bildt het keramistenpaar Her Comis en Paulien Ploeger. De patronen en vormen keren terug in hun objecten, vazen en potten. Maar letwel: de omgeving is niet de enige inspiratiebron waaruit Ploeger en Comis putten. Er is meer - de wereld is groot.

Hun komst naar Het Bildt, inmiddels ruim een kwart eeuw geleden, kwam op de eerste plaats voort uit zuiver pragmatische overwegingen. Het waser lekker goedkoop; voor relatief weinig geld had je veel ruimte. De kunstenaarsdroom om een eigen atelierte realiseren, kan op Het Bildt werkelijkheid worden. "En dan is het landschap van de wadden natuurlijk prachtig", zegt Comis. "Geweldig, dat noordelijke licht."

Toen ze het huis op de Oudebildtdijk tegenkwamen, verdwenen de reis- en werkplannen die ze aanvankelijk hadden (Amerika, Japan) als sneeuw voor de zon - dit moest het worden. Het huis werd ingrijpend verbouwd en 'Slingerhaan Ateliers' gedoopt, naar de oude visregel (een stukje gepachte zee) die ooit ten noorden van de dijk lag.

Door de lage lasten schonken de keramisten, die inmiddels ieder over een eigen atelier beschikken, zichzelf de vrijheid om op het artistieke vlak risico's te nemen, om te experimenteren. "We kunnen veel in het buitenland werken en exposeren", zegt Comis. "Dit is ons basiskamp geworden, van hieruit gaan we de wereld in."

Het kunstenaarsduo bereidt inmiddels de bouw van een op hout gestookte keramische oven voor. Het wordt de derde; naast de gewone oven en een zogeheten zoutoven. Het stoken op hout, om een ruige, wat rotsachtig oppervlak op keramische producten te krijgen, zou in stedelijk gebied niet mogelijk zijn, schatten Comis en Ploeger. Nog een voordeel van wonen en werken op Het Bildt. "Het best bewaarde geheim van Nederland", noemt Ploeger, die net van een wandeling met de hond terugkomt, haar woongebied. Glunderend: "Dit wordt nooit echt populair bij grote groepen mensen. Heerlijk toch?"

AUTODIDACT MARCO GLOTZBACH. WOONT SINDS 1993 WEER OP DE DIJK.

Marco Glotzbach in zijn atelier. 'Zou je verslaafd kunnen raken aan kleur?'. Foto LC/Niels Westra

Het had zijn vader en moeder goed gedaan te weten dat hun zoon weer terug bij zijn wortels is. Vader kwam uit Franeker, moeder uit Sint Annaparochie: helemaal niet gek dus dat Marco Glotzbach na zijn pensionering bij de Haagsche Courant, waar hij veertig jaar als journalist in dienst was, terugkeerde naar Het Bildt, het land van zijn schoolvakanties, van de ooms en tantes, neven en nichten.

"Hier kan ik mijn Brückner en Wagner laten schallen", glundert Glotzbach. Zijn atelier ligt pal naast het woonhuis - een zee van ruimte, die ook wel nodig is, want Glotzbach is een veelschilder. "Ik heb een enorme drang om te schilderen", zegt hij. "Zou je verslaafd kunnen raken aan kleur?"

Kleur is het eerst dat in het oog springt wanneer je naar Glotzbachs werken kijkt; soms abstract, soms figuratief, maar altijd in knalkleuren, in juichende kleuren, in uitbundige kleuren. "Wat wil je? Heb je hier de wolkendramatiek bij zonsondergang wel eens gezien? Daar zit ik als in een theatervan te genieten!"

Glotzbach aardde snel in de noordelijke samenleving. Hij sloot zich aan bij de Slikwerkroute en verzond de naam 'Kunstkring Uytland' als alternatief voor 'de slikwerkers'.

De openheid van het landschap, de lichtval, het kale, strakke landschap - Glotzbach kan er liefdevol over vertellen. Een desolaat landschap vindt hij het allerminst. „Je moet even afkicken van je oude omgeving. De eerste zeven jaar hier zijn kritiek. Als je die haalt, blijf je."

"Ach, kunstenaars zijn nou eenmaal randfiguren, en wat is er nou meer een rand dan een dijk?"

LANDSCHAPSSCHILDER FRED THOOLEN, WOONT SINDS 1939 OP DE NIEUWEBILDTDIJK.

Fred Thoolen: 'Er is hier geestelijke ruimte'. Foto LC/Niels Westra

Leuke stad hoor, Amsterdam, maar ook verstikkend. Toen Fred Thoolen met een tweemaster over de Waddenzee zeilde, wist hij al: hier is het mooi. "Een kunstenaar moet ruimte creëren. Dat kan hier." Vandaar dat Thoolen in 1989 neerstreek op de Nieuwbildtdijk, in een mooie boederij aan de zuidkant.

Thoolen, wiens serie schilderijen van historische aardappelboerderijen met de Bildtse Cultuurprijs werd bekroond, noemt zichzelf een echt 'landschapsmens'. Als het even kan, zit hij buiten te tekenen. Door Bildtse landschappen te tekenen, wordt hij gedwongen ruimte te scheppen met minimale middelen. Dat is spannend, dat zorgt ervoor dat Thoolen niet uitgekeken raakt in Noord-Friesland.

Wie een poosje met Thoolen aan de eettafel zit te praten, ontdekt dat het begrip 'ruimte' erg belangrijk voor hem is. "Er is hier geestelijke ruimte", zegt de schilder. "Maar ook fysieke ruimte - het is hier niet duur." Maar bovenal geldt: "Op Het Bildt heb je als mens de ruimte om te doen wat je wilt. De bevolking is erg open. Je kunt je eigen gang gaan."

Vanaf het moment dat hij zich aan de dijk vestigde, begonnen de ideeën te stromen. "Ik hoefde maar naar buiten te kijken en ik had al een visie voor wat ik moest doen. Mijn aanwezigheid hier heeft de kwaliteit van mijn werk verhoogd - ik had iets om mijn tanden in te zetten - en het heeft mijzelf rust gebracht."

PORTRET- EN LANDSCHAPSSCHILDER RENÉ TWEEHUYSEN. WOONT OP DE DIJK SINDS 1999.

'Alles wat zich hier opricht, kan meteen iets zijn.' René Tweehuysen in zijn atelier. Foto LC/Niels Westra

Kunst maken van land - dat is waarmee portretschilder René Tweehuysen zijn brood verdient. De dobbe in het Noorderleeg, een aangespoelde boei, ganzen aan de horizon, een besneeuwd wad - de omgeving als inspiratiebron is onuitputtelijk voor Tweehuysen. De taferelen komen vaak terug in zijn realistische werken.

Tien jaar geleden kwam de geboren Utrechter naar Het Bildt toe. Het Noorden had hem altijd al getrokken - logisch, voor iemand die zijn vrouw op het Oerol-festival op Terschelling ontmoette. In Oudebildtzijl betrok hij met zijn gezin een huis en bouwde achterin de tuin een bescheiden atelier. Daar, verstopt voor de ogen van nieuwsgierigen, kan Tweehuysen in alle rust schilderen en musiceren - de andere passie in zijn leven. „We zagen alleen maar positieve kanten om hier te wonen", zegt de schilder, zittend voor de opzet van een nieuw schilderij; een Bildts landschap. ,,ln Utrecht kon je een eigen atelier wel vergeten..."

Op Het Bildt gaan wonen, voelde van meet af aan als'thuiskomen'voor Tweehuysen. „Het buitendijks gebied, die wijdse hemelkoepel... het is allemaal toch uniek?" De houding in het dorp naar de nieuwkomers was uitermate open. "Geen problemen mee gehad."

Schilderen is voor Tweehuysen niet minder dan een roeping en een meditatieve bezigheid bovendien. „Je komt er door tot rust." Aanvankelijk schilden hij vooral portretten - de landschappen kwamen pas later. "Pas na vijf jaar op Het Bildt, in 2003, barstte het los, toen kwamen de landschappen pas op het doek." De Bildtse eenzaamheid vindt de landschapsschilder wel aangenaam. "Ik ben niet voor niets de hektiek van het Westen ontvlucht." En wat levert die eenzaamheid, dat isolement op? Nuchter wijzend op zijn doek: "Dit soort landschappen."

Voor de verkoop moet Tweehuysen het echter wel van het Westen hebben, hij werkt veel via internet; zijn werk is onder meer te koop bij de Portretwinkel Haarlem. Deelnemen aan de Slikwerkroute van Kunstkring Uytland doet hij niet. "A, ik heb er helemaal niks aan. B, heb er totaal geen behoefte aan."

Peinzend: "Ik denk dat de meeste kunstenaars hier op Het Bildt nogal eigenzinnig zijn." Maar vindt hij het landschap dan niet een beetje eentonig? "Alles vlak, dat klopt, maar alles wat zich hier opricht, kan meteen iets zijn. Hier valt iets meteen op."

Bron: FREED, Culturele bijlage
Leeuwarder Courant