Minnertsga, 27 december 2008
In alle opzichten indrukwekkendChris Wassenaar stopte in september met kaatsen. Hij staat negende in het klassement aller tijden met 646 punten. Dominant, markant, meedogenloos, goedmoedig. Dat laatste vooral voor de jeugd. Door Gerrit Kloosterman Hoe zal de kleine kaatswereld zich Chris Wassenaar over pakweg twintig, dertig jaar herinneren? Zijn prestaties zullen dan nog meer worden uitvergroot, vooral door personen die zich hem dan nog voor de geest kunnen halen. 'Sa'n bêstenien komt der noait wer', zullen die mensen beweren. Hij zal een mythisch figuur worden. In zijn jeugd had Chris Wassenaar last van groeipijnen. Van groeiremmers werd afgezien, wegens eventuele onduidelijke bijwerkingen. Zo groeide hij, toch al opvallend vanwege z'n rossige haar, letterlijk en figuurlijk uit tot een grootheid. Hij zal herinnerd worden als die kaatser uit Minnertsga van 2.10 meter lang, schoenmaat 52 en grote handen. Wassenaar voldoet in alle opzichten aan zijn bijnamen 'reus', 'grutte' en 'el gigante.' Een reus staat voor een groot sprookjes- of mythologisch figuur. Reuzen staan bekend als vaak woeste mannen. Maar de jeugd adoreerde de toegankelijke reus Wassenaar. Woest kon Chris Wassenaar wel degelijk worden. Bijvoorbeeld op het leidinggevende gezag (scheidsrechters), of op zichzelf. Als de |
wedstrijd niet verliep zoals hij in gedachten had, of als hij zelfde fouten maakte. Tegenstanders daagden hem soms verbaal uit. Dan kon een getergde Wassenaar uit zijn slof schieten. Slimme tegenstanders wisten dat het een kwetsbare plek bij hem was en de enige manier hem en zijn maten te vellen. Als Wassenaar echter rustig bleef én geconcentreerd, was bijna niemand tegen hem opgewassen. De ballen die hij vanaf de opslaglijn naar het perk vuurde, gaf hij zoveel snelheid mee dat het vaak een zitbal werd. Perkspelers waren soms de wanhoop nabij. Zonder mededogen stond hij in het veld. Daarbuiten toonde hij zich van zijn meest vriendelijke kant. Vooral naar jonge kaatsers, die ervan dromen ooit ook eens zo beroemd te worden. Voor de jeugd toonde hij altijd belangstelling. "Ik hâld fan bern", zei hij ooit. Hij werd dé kaatser van het eerste decennium van de 21 ste eeuw. Zijn beste seizoen was in 2005, toen hij met liefst 80 punten afgetekend eerste werd in het seizoenklassement. Dit jaar was hij bovendien de kaatser die de meeste koningsprijzen (84) in de wacht sleepte. De laatste seizoenen kregen blessures wel eens de overhand en klaagde hij over "dy ferrekte âld bealch." Met een derde prijs en een minutenlang durend ovationeel applaus nam hij met een derde prijs op de PC afscheid. Voor zijn tegenstanders is het een opluchting dat hij is gestopt, veel kaatsliefhebbers ervaren het als een verarming. Bron: Leeuwarder Courant |