Nieuwebildtzijl, 13 december 2008

    Ledige uren nuttig besteden

Broer Siderius: nooit meer een stil seizoen. Foto LC/Catrinus van der Veen

Op tafel ligt een boek van de LUNB (Ledige Uren Nuttig Besteden). Die club is opgericht in de achttiende eeuw en bestaat nog steeds, weet akkerbouwer Broer Siderius uit Oude Bildtzijl. Op het lijstje van vorige leners zijn zo een aantal akkerbouwers te herkennen. Het is een erfenis uit andere tijden toen boeren in de bouwhoek nog alle tijd hadden te lezen. Siderius: "Ús heit hie noch fiif arbeiders, ik ha der noch twa han. Mar no bin ik allinne."

Het tekent de loop van de geschiedenis, zoals ook schrijver Frank Westerman die schetst in 'De Graanrepubliek'. Vooral 's winters hadden de akkerbouwers alle tijd zich te ontwikkelen en deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Ze zaten in de kerkenraad, in de politiek, het schoolbestuur en dorpsbelang en dienden daar naast het algemeen belang ook dat van de agrarische vakgenoten.

Siderius moet tot zijn spijt vast stellen, dat er nu amper tijd meer is voor die deelnames. De oogst is allang binnen en op het erf is de

nige activiteit op dit moment een vrachtwagen die met mest komt aanrijden. "Ja, ik hie noch wat romte yn de stiktstofbalans." Maar dat wil niet zeggen dat er in dit seizoen niets meer te doen is.

Er is amper meer een stil seizoen. Met het verdwijnen van de laatste boerenarbeider zijn alle onderhoudsklussen voor de boer zelf. Bovendien moet de boekhouding worden gedaan, de certificering van het pootgoed en andere regelzaken. Daarnaast heeft de akkerbouwer nog de verantwoordelijkheid voor het bewaren van de poters, die ook het nodige werk vraagt.

Nee, ook akkerbouwers zijn weinig meer te zien in het maatschappelijk leven. Er zijn er veel minder dan een aantal decennia terug en degenen die er nog zijn, hebben veel grotere bedrijven en zien niet altijd het nut van deelname aan het maatschappelijk leven. Ze zijn te vinden op vakvergaderingen, maar daarbuiten schitteren ze veelal door afwezigheid.

Toch ziet ook Siderius weer een kentering. Naarmate de bedrijven groter worden, veranderen de ploeterende akkerbouwers in managers en wordt het vele werk uitbesteed aan loonwerkers en tijdelijke arbeidskrachten. Dat creëert mogelijkheden om een maatschappelijke rol te spelen.

Bron: Leeuwarder Courant