Vrouwenparochie, 30 april 2009

    Stienser wijst bom in elfstedenroute aan

Jan van der Leij bij de plek aan de Alde Riid waar 65 jaar geleden een blindganger in het water viel. Foto LC/Niels Westra (gescand)

Zeven keer schaatsten deelnemers aan de Elfstedentocht er over heen. Een blindganger die in 1944 in de Alde Riid bij Vrouwenparochie viel. Stienser Jan van der Leij zag hem vallen en wijst 65 jaar later de plek aan waar de bom terecht kwam.

Door Marius Dussel

Jan van der Leij uit Stiens was een jongetje van een jaar of dertien toen hij op een vroege ochtend in het najaar van het oorlogsjaar 1944 wakker werd van een ver, grommend geluid. Het geluid zwol aan en werd een dreigend gebulder. Jan wist het lawaai onmiddellijk te plaatsen: vliegtuigen, vast en zeker bommenwerpers.

Hij liep naar het raam. Inmiddels was het geluid zo hevig dat zijn oren er pijn van deden. Het gevaarte vloog over zijn toenmalige ouderlijke woning aan de Stienser Dyk bij Vrouwenparochie. Net nadat hij het vliegende gevaarte in het vizier kreeg, viel er een donker sigaarvormig voorwerp uit het toestel.

"It foei mei in hiel grutte plüns yn de Alde Riid", vertelt Van der Leij, 65 jaar later op de oever van diezelfde vaart. „It wetter spuitte wol fjouwer meter de hichte yn." De bom ontplofte niet. Het was een blindganger. Ook de vier of vijf bommen die verderop op het land vielen ontploften niet.

"Dy oare bommen hawwe de Dútsers mei in karke ophelle. Mar de bom dy't yn it wetter foei hawwe se lizze litten. Dy leit fansels djip yn de modder. Der koenen se net by." De Alde Riid was tot lang na de oorlog in gebruik voor het vervoer van bieten en aardappels.

Van der Leij wijst de plek langs de 'opfeart' aan waar bieten in pramen werden gestort. "It is no in smel sleatsje. Eariids wie it folie breder en djipper". Ook de afstand van zijn ouderlijke woning tot de plaats waar de bom viel was in zijn beleving veel groter. "Ik tocht dat it wol in pear hundert meter wie, mar it is dochs net iens fyftich meter".

Inmiddels hebben duizenden elfstedendeelnemers zonder het te weten over de bom geschaatst. Want de Alde Riid maakt deel uit van de elfstedenroute. Die moet ook voor plezierboten geschikt gemaakt worden. De provincie en de gemeenten hopen zo de ontwikkeling van het toerisme in de regio te stimuleren.

Maar daarvoor moet er veel gebeuren. Baggeren bijvoorbeeld. "Wanneer dat gebeurt is het prettig te weten dat er mogelijk een bom op de bodem ligt", vertelt Greetje de Heer van het projectbureau Noordelijke Elfstedenroute. Van derden hoorden ze daar dat Van der Leij getuige was van het vallen van de bom en dus de locatie nauwkeurig kon aanwijzen.

Het was recht voor het venster van het huis, vertelt Van der Leij. Verderop in het land stond een nepvliegtuig. Volgens hem hadden de Duitsers die daar neergezet om de aandacht van de geallieerde piloten af te leiden van vliegveld Leeuwarden, enkele kilometers zuidelijker.

Volgens De Heer is er eerst geprobeerd via archiefonderzoek de plaats van de bom te traceren. „Maar dat is niet gelukt". Het ruimen van de bom door de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) zal nog even op zich laten wachten. Dit jaar in ieder geval nog niet. Mogelijk volgend jaar, maar ook dat is niet zeker.

Dat heeft allemaal te maken met de voortgang van het project. Hoewel het Waddenfonds een miljoenendonatie heeft gedaan, is er nog steeds een tekort van enkele miljoenen. Daar moet nog geld voor gevonden worden. Het ruimen van de bom komt overigens voor rekening van het rijk, dat daar een potje voor heeft.

Bron: Leeuwarder Courant